GNK 1B1 week 3

0.0(0)
studied byStudied by 3 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/97

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Medicine

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

98 Terms

1
New cards
wat is hypertrofe cardiomyopathie en wat zijn de symptomen
vergroot hart

symptomen:
flauwvallen op toilet,
dyspneu bij inspanning,
orthopneu,
dikke voeten,
hartfalen in de familie
hartkloppingen
moeheid
2
New cards
Wat is de wet van Pascal bij stilstaande vloeistof
- vloeistof oefent in alle richtingen even grote druk uit
- de druk in horizontaal vlak is overal even hoog
- de druk neemt toe met de diepte

p = ρ g h
3
New cards
wat is de formule van de Flow (hoeveelheid bloed per tijdseenheid)
F = v * A
4
New cards
wat is de wet van Bernoulli
behoud energie; hogere flow --> hogere snelheidsverandering --> lagere druk

p + 1/2 ρ v^2 + ρ g h = constant
5
New cards
wat is de viscositeit (η)?
weerstand tegen glijden wanneer lagen vloeistof tegen elkaar schuiven
6
New cards
wat is het verschil tussen laminaire en turbulente stroming/flow?
laminair: erytrocyten meer in midden bloedvat, aan de wande langzamer stromend plasma. alles in 1 lijn, geen geruis

turbulentie: bloed door een vernauwing, zorgt aan de andere kant voor ee werveling. kost druk, je kan geruis horen
7
New cards
wat is de wet van Poiseuille
er is alleen stroming als er drukverschil is

drukverschil = Flow * weerstand (R*F)
8
New cards
wat is compliantie
de elasticitiet van een vat
9
New cards
noem 2 primaire en secundaire oorzaken van pompfalen
primair: aandoening myocard
myocardinfarct, myocarditis

secundair: overbelasting hartspier
drukbelasting, volumebelasting
10
New cards
wat is het effect van het RAAS systeem op de bloeddruk
het renine angiotensine aldosteron systeem zorgt ervoor dat de nier vocht vasthoudt en daardoor stijgt de bloeddruk
11
New cards
hoe spelen de (para)sympathicus met hun receptoren een rol in de verhoging van de bloeddruk?
de parasymp onttrekt zich
de symp verhoogt hartfreq door beta 1 receptor, contractiliteit
de symp probeert hart meer te laten vullen door veneuze constrictie; alfa 1 receptor
12
New cards
welke receptoren zorgen voor vaso- en venoconstrictie?
vasoconstrictie: alfa 1 en 2
venoconstrictie: alfa 1
13
New cards
wat zijn 3 decompensatie mechanismen na vb aortastenose
- neurohumorale activatie (vb beta receptoren zijn niet bestemd om zo lang geactiveerd te zijn)
- inflammatie (apoptose)
- remodellering (vb veranderingen extracellulaire matrix
14
New cards
wat is het gevolg van sympathische activatie op de venen?
venoconstrictie --> drukverhoging in venen --> duwt bloed naar het hart --> groter slagvolume (hartfreq gelijk) --> grotere cardiac output
15
New cards
bij hoeveel % vernauwing van het lumen van een vat gaat de maximale flow naar beneden?
70%
16
New cards
in welke spiercel is de cross bridge cycling sneller; glad of skeletspier
sneller in de skeletspier; ATP wordt langzamer gebruikt in de gladde cel, daardoor is er minder ATP nodig voor een lange contractie
17
New cards
Wat doet calcium in de skeletspiercel vs de gladde spiercel; beschrijf mechanisme
skeletspiecel: Ca bindt aan Troponine-C --> tropomyosine schuift opzij --> bindingsplaats voor myosinekop aan actine

gladde spiercel: Ca aan signaalmolecuul calmoduline --> calmoduline activeert MLCK -->MLC gefosforyleerd (kost ATP) --> myosine kan interactie aangaan met actine (crossbridge cycling) dus meer spierspanning
18
New cards
welke stoffen veroorzaken relaxatie via het endotheel van gladde spiercellen door activering van NO, prostacycline of EDHF?
- ACh
- bradykinine
- shear stress (flow)
19
New cards
hoe wordt contractie veroorzaakt direct op de gladde spiercellen (5 manieren)
- sympatische (alfa-adrenerge) stimulatie
- rek (myogeen effect)
- angiotensine II
- ADP; thromboxaan (geactiveerde bloedplaatjes)
- endotheline
20
New cards
hoe wordt relaxatie veroorzaakt direct op de gladde spiercellen
- metabool effect (pO2 of pH omlaag, Pi en lactaat en adenosine omhoog)
- ANP (atrial natriuretisch peptide)
21
New cards
welke stoffen veroorzaken contractie via het endotheel van gladde spiercellen via afgifte van endotheline
- angiotensine II (geeft vb endotheline af)
- vasopressine (ADH)
22
New cards
hoe zorgen vasodilatoren in endotheel voor relaxatie vd gladde spiercel?
afgifte vasodilatoren (NO, PG-I2, EDHF)

extracellulair Ca omhoog --> meer NO productie in endotheel (door NO donoren, nitraten)
--> NO naar spiercel --> verhoogt [cAMP] -->relaxatie gladde spiercel
23
New cards
waarvoor staat RAAS
renine
angiotensine (II)
aldosteron
systeem
24
New cards
wat doet renine
maakt van angiotensinogeen, angiotensine I
25
New cards
hoe/wanneer wordt de aanmaak van renine geactiveerd
wordt gemaakt bij een lage bloeddruk,
baroreceptoren meten lage bloeddruk --> sympathicus geactiveerd --> noradrenaline door bijnier in bloed --> noradrenaline naar nier --> aan beta-1 receptoren --> renineproductie door prenine om te zetten
26
New cards
hoe wordt angiotensine II gemaakt
renine knipt angiotensinogeen naar angiotensine I -->
enzym ACE (angiotensine converterend enzym) knipt het dan naar angiotensine II
27
New cards
wat doet angiotensine II
bindt aan AT1 receptor:
- vasoconstrictie
- zout/water reabsorptie
- aldosteron secretie
- sympathische activatie
- negatieve feedback op renine productie

bindt aan AT2 - AT2 RECEPTOR REMT NORMAAL V ZICHZELF
- celgroei
- aanpassing extracellulaire matrix
28
New cards
wat doet aldosteron
bindt aan MR (receptor) --> Na+ en H2O resorptie in nieren en tubulus en dorstprikkel --> toename bloedvolume want Na K pomp kan werken en verhoogt daardoor osmotische waarde in bloed
29
New cards
door welke antagonisten maak je het RAAS minder actief
een AT1 antagonist, alfa1 antagonist (betablokkers) toe te voegen
30
New cards
wat is het effect van RAAS op de nier (kort en langdurend effect noemen)
kort: Na en H2O reabsorptie via aldosteronsecretie
Langdurend: intraglomulaire hypertensie
31
New cards
wat is het effect van RAAS op een bloedvat (kort en langdurend effect noemen)
kortdurend: vasoconstrictie
lang: vasculaire hypertrofie
32
New cards
wat is het effect van RAAS op het hart (kort en langdurend effect noemen)
kortdurend: positieve chronotrope effecten
lang: myocardale hypertrofie
33
New cards
wat is het effect van de vulling op de pomp en andersom bij het hart?
vulling op de pomp: hoe meer het hart gevuld wordt hoe meer het hart uitpompt

pomp op vulling: hoe meer er gepompt wordt des te lager de druk wordt in de atrium (=preload)
34
New cards
hoe werken rontgenfotos?
elektronen gaan van de kathode - naar de anode +, divergerende bundel
ertussen straalt het rontgenstraling uit

PA (posterieur-anterieur): patient staat met voorkant of linkerkant tegen fotografische plaat aan, rontgenbuis erachter

metaal en bot absobeert dus veel is dens en is dan wit
weke delen zijn grijs
vet en lucht zijn donker/zwart, is lucent, absorbeert niet veel
35
New cards
wat is de toepassing voor rontgen
afbeelden thorax, abdomen, skelet
36
New cards
wanneer heb je een vergroot hart op een rontgenfoto?
als de
breedte hart : breedste deel thorax > dan 0,5
37
New cards
hoe werkt een CT-scan (computer tomografie)
je kijkt vanaf voeteneinde bed
anode en kathode draaien rond lichaam patient --> visuele coupe/plak maken

evt met contrastvloeistof met jood; absorbeert rontgen en kleurt dan wit (timing belangrijk voor wat je wil aantonen)
38
New cards
hoe werkt een MRI-scan?
H+ atomen draaien om hun as,
bij toeveging energie worden ze huit hun richting geslagen
H+ gaat weer terug naar magneetveld
energie weer uitgestraald
en opgevangen
39
New cards
hoe werkt echografie
ultrasone geluidsgolven worden uitgezonden en teruggekaatst
40
New cards
wat zijn voor- en nadelen van echografie
voordeel: goedkoop, niet schadelijk, brede toepassing, dynamisch onderzoek

nadeel: afhankelijk van postuur patient, kwaliteit afhankelijk van echo grafist, lastig om statische plaatjes te vangen
41
New cards
wat zijn voor- en nadelen van MRI
voordelen: geen straling, goed contrast tussen weefsels, veel sequenties, bloedflow kwanticeren
nadelen: lange scanduur, kosten, luidruchtig, projectielgevaar
42
New cards
wat is het grootste nadeel van CT-scan?
straling: CT thorax 5mSv, hart 3mSv
thoraxfoto is maar 0,01mSv
43
New cards
wat is ischemische vaatlijden
zuurstoftekort in een deel vh lichaam door verhindering bloedtoevoer
44
New cards
wat zijn 3 manieren van arteriele obstructie?
- artherosclerose - slagaderverkalking
- hypertensie - weerstandsvaten kunnen niet goed ontspannen, hogere perifere vaatweerstand
- vasculitis - ontsteking vd binnen kant van een bloedvat --> toename weerstand en hogere bloeddruk
45
New cards
hoe heet een ruptuur in een vat
aneurysma: arteriele verwijding/uitstupling bloedvat
46
New cards
wat doen de vaten na een stenose? (autoregulatie)
Arteriele druk na stenose is lager, om flow gelijk te houden moet weerstand zakken --> dilatatie
47
New cards
wat gebeurt er bij een >80% vernauwing van een vat om de O2 opname toch constant te houden
meer zuurstofextractie want stroomt langzamer
48
New cards
wat veroorzaakt artherosclerose? (3 oorz)
- erfelijke factoren
- hypertendie, diabetes mellitus
- inactiviteit, voeding, roken
49
New cards
3 gevolgen van ischemie
- anaeroob metabolisme
- functieverlies
- celschade
50
New cards
wat is de O2-balans (noem O2 supply vs demand componenten)
O2-supply:
- arteriele O2 content
- coronaire bloedstroom
- perfusiedruk, aortadruk, stenosedruk omlaag
- weefseldruk, hartslag, LV diastolische stuk allemaal omlaag
- weerstand in coronair vaatbed omlaag, weerstand in co-lateralen en distale vaatbed omlaag

O2-demand:
- basaal metabolisme omlaag??
- contractiliteit omlaag
- LV-wanddruk omlaag door lagere aortaruk en LV-diameter
- harslag omlaag
51
New cards
wat is het verschil tussen stabiele, instabiele en prinzmetal angina pectoris? als je kijkt naar oorzaken en wanneer het voorkomt

Noem ook welke soort medicatie wordt gebruikt
- stabiel:
oorzaak: artherosclerotische vernauwing coronairvaten en/of onvoldoende doorstroming collateralen
symptoom: bekend wanneer het optreedt; vb temperatuurswisseling of inspanning

Nifedipine

- instabiel:
oorzaak: (reversibele) thrombusvorming
symptoom: kan op ieder moment voorkomen

Betablokkers en nitraten en/of calciumantagonisten, ook aspirine (trombocytenaggregatieremmer) en antibloedstolling zoals heparine
GEEN NIFEDIPNE WANT DAN TACHYCARDIE

- prinzmetal:
oorzaak: coronairspasmen
52
New cards
farmacotherapie angina pectoris, profylactisch (voorkomen)
noem 3 soorten geneesmiddelen
- nitraten
- beta-blokkers of beta-receptor antagonisten (bronchoconstrictie bij beta2, maar beta1 is goed)
- calcium
- calciumantagonisten (monder contractiliteit)
53
New cards
wat is het werkingsmechanisme van nitraten om angina pectoris te behandelen?
verwijding veneuze bloedvaten --> preload omlaag
--> diameter LV omlaag --> wandspanning omlaag -->
O2 behoefte omlaag

ook verwijding coronaire collateralen

weinig of geen effect op arteriolen (alleen in hoge doses)

coronairflow blijft onveranderd
54
New cards
wat is het werkingsmechanisme van beta-receptor antagonisten om angina pectoris te behandelen?
verlagen hartfreq --> O2 behoefte omlaag

langere diastole; verbetering myocardale perfusie (want tijdens systole worden coronaire arterien dichtgedrukt)

bloeddruk verlagend effect speelt nauwelijks een rol
55
New cards
wat is het werkingsmechanisme van calcium antagonisten om angina pectoris te behandelen?
Remmen Ca instroom in het hart en/of vaatwand
56
New cards
Wat zijn drie soorten nitraten en hoe verminderen zij angina pectoris
Nitroglycerine: oromucosaal, acuut verminderen angina pectoris, korte halfwaarde tijd v paar min

isosorbidedinitraat (ISDN): uur halfwaardetijd met first pass effect

isosorbidemononitraat (ISMM): twee uur, geen first pass effect
57
New cards
Wat zijn 3 soorten calcium antagonisten en hoe verminderen zij angina pectoris
- verapamil: in hart negatief inotroop, contractiekracht, en isotroop, freq, effect

Nifedipine: op weestandsvaten, bloeddrukdaling. Reflex tachycardie doornbaroreceptoren en dit is niet gewenst

Diltiazeem: in hart en bloedvaten, hartfreq gelijk of omlaag
58
New cards
Wat is het verschil tussen een pulse wave doppler en een continues wave doppler
Afb
Afb
59
New cards
Wat zijn voor en nadelen aan een echo maken
Voordeel de spatiele en temporele resolutie is beter dan MRI of CT

Nadeel het echo window (ribben vet long)
En erg afhankelijk van echolaborant
60
New cards
Wat zijn de transducer posities bij echo
Links parasternaal, suprasternaal, rechts parasternaal, subcostaal, apicaal
Links parasternaal, suprasternaal, rechts parasternaal, subcostaal, apicaal
61
New cards
Welke diagnoses kun je stellen met echocardiografie
Hartinfarct en complicaties zie afb
Hartinfarct en complicaties zie afb
62
New cards
Hoe bereken je de ejectiefractie
Eind diastolisch volume - eind systolisch volume : eind diastolisch volume
63
New cards
welke 2 vereenvoudigingen gebruiken we voor (berekeningen aan) het bloedcirculatiemodel?
1e vereenvoudiging: De bloedstroom is stationair, d.w.z. dat in elk punt de snelheid van het bloed zowel in grootte als in richting constant blijft.
2e vereenvoudiging: Bloed is incompressibel, dus niet samendrukbaar.
64
New cards
wat is de formule van de flow
F = Vgem \* A = f \* ∆V

\
F= de flow of volumestroom \[m3/s\] \n vgem = de gemiddelde stroomsnelheid van de bloed \[m/s\] \n A = de doorsnede van het bloedvat \[m2\] \n f = de hartslagfrequentie \[Hz\] (= \[1/s\]) \n ∆V = het slagvolume \[m3\]
65
New cards
wat is de eenheid en de formule voor de hydrostatische druk
P = rgh \n

\
met: p = door de vloeistofkolom uitgeoefende druk \[Pa\] \n r = massadichtheid van de vloeistof \[kg/m3\] \n g = versnelling van de zwaartekracht \[\~ 10 m/s2\] \n h = hoogte van de vloeistofkolom \[m\]
P = rgh \n 

\
met: p = door de vloeistofkolom uitgeoefende druk \[Pa\] \n r = massadichtheid van de vloeistof \[kg/m3\] \n g = versnelling van de zwaartekracht \[\~ 10 m/s2\] \n h = hoogte van de vloeistofkolom \[m\]
66
New cards
Geldt de wet van Poiseuille voor bloedstroming door capillairen?
Geldt de wet van Poiseuille voor bloedstroming door capillairen?
Nee, want de diameter van capillairen is veel kleiner dan 0.3 mm.
Nee, want de diameter van capillairen is veel kleiner dan 0.3 mm.
67
New cards
waar of niet waar

Uit de wet van Laplace volgt dat bij gelijke druk binnen een hol orgaan de wandspanning groter wordt als de straal toeneemt.
waar
68
New cards
Wat gebeurt er met de pulsdruk als de compliantie van de aorta door ouderdom halveert door bijv. aderverkalking?
wordt 2x zo groot
69
New cards
Welk risico loopt de wand van de aorta indien deze verkalkt? Verklaar je antwoord met behulp van de wet van Laplace.
Met name de systolische druk wordt groter, met als gevolg dat de straal van het vat groter wordt, waardoor de wandspanning toeneemt en \n daarmee de kans op scheuren van de aortawand.
70
New cards
De hoeveelheid bloed die het hart moet rondpompen varieert van ongeveer … liter/min in rust tot zo’n … liter/min tijdens maximale lichamelijke inspanning.
5, 25
71
New cards
Van welk van de twee systemen (parasympathisch versus sympathisch) is het effect op hartfrequentie het snelst waarneembaar?
parasymp
72
New cards
wat is de vagus tonus
Bij een persoon in rust heerst normaal gesproken een balans tussen sympathische en parasympathische activiteit. Dit wordt de vagus tonus genoemd.
73
New cards
Hoe zal de hartslagfrequentie veranderen wanneer de zenuwen naar het hart afkomstig van de nervus vagus zijn doorsneden?
horgere hartslag
74
New cards
wat is hier gebeurd?
wat is hier gebeurd?
toename afterload door toename aortadruk
75
New cards
wat is hier gebeurd?
wat is hier gebeurd?
toename preload
76
New cards
wat is hier gebeurd?
wat is hier gebeurd?
toename contractiliteit →hoger slagvolume
77
New cards
neemt het eind-systolisch volume toe of af, en het slagvolume?
neemt het eind-systolisch volume toe of af, en het slagvolume?
eindsyst: toe

slagvol: af
78
New cards
wat zijn een aantal belangrijke adaptatie-mechanismen die worden geactiveerd wanneer het hart niet meer in staat is om het hartminuutvolume en daarmee de bloeddruk op peil te houden
acuut:

* toename eiddiastolisch volume
* neurohumorale activatie

chronisch:

* structurele dilatatie van ventrikel lumen
* hypertrofie ventrikelwand
79
New cards
Waartoe leidt de activatie van de verschillende componenten van het neurohumorale systeem en cytokinen?

\n **a.** Sympatisch zenuwstelsel

\n **b.** Renine-angiotensine-aldosteron systeem (RAAS) \n Circulerend RAAS \n Locaal myocardiaal RAAS

\n **c.** Endotheline

\n **d.** TNFα

\n **e.** Atriaal Natriuretisch Peptide
**a.** Sympatisch zenuwstelsel

* Toename in contractiliteit via de ß1-adrenerge receptor
* Vasoconstrictie van arterieel vaatbed (arteriolen): Rvaatbed neemt toe
* Vasconstrictie van veneus vaatbed: Compliantie venen neemt af waardoor de vullingsdrukken van de ventrikels toenemen.

\
\n **b.** Renine-angiotensine-aldosteron systeem (RAAS) \n Circulerend RAAS \n Locaal myocardiaal RAAS

\- Circulerend RAAS: toename in circulerend bloedvolume \n - Lokaal myocardiaal RAAS: hypertrofie en dilatatie van de hartspier

\
\n **c.** Endotheline

* Toename in contractiekracht
* Vasoconstrictie arterieel en veneus vaatbed
* Hypertrofie van de ventrikel

\
\n **d.** TNFα

* Inflammatie

\
\n **e.** Atriaal Natriuretisch Peptide

* Natriurese en diurese, en vaatverwijding arterieel en veneus vaatbed
80
New cards
5 maatregelen die preload en afterload in ventrikel kunnen verlagen

1. Dieet maatregelen (bijvoorbeeld zout en vochtinname ↓)
2. Diuretica (verhoging vochtafscheiding via de urine)
3. Arteriële vaatverwijder (vasodilator) waardoor arteriële bloeddruk ↓
4. Veneuze vaatverwijder (veneuze compliantie ­-, waardoor de veneuze drukken ↓
5. Toename in contractiliteit (alleen in acuut falen)
81
New cards
wat is de vaattonus
de spanningsgraad van de gladde spiercellen in de vaatwand, dus hoe erg ze gecontraheerd zijn
82
New cards
wat is het invloed van een verkleining van de diameter van veneuze vaten op de bloedtoevoer
Groter aanbod van bloed naar hartpomp

Algemene verhoging bloedtoevoer
83
New cards
hoe beinvloeden deze stoffen de contractietoestand van de gladde spiercel?

\
* Ca2+
* Cyclisch AMP
* Cyclisch GMP
* NO (stikstofoxide)
* Opening K+-kanalen (KIR)
Ca2+ contractie omhoog­ via MLCK activering

\n Cyclisch AMP relaxatie via Ca2+ verlaging en inactivatie van MLCK \n

Cyclisch GMP relaxatie via Ca2+ verlaging \n

NO (stikstofoxide) relaxatie via cGMP verhoging \n

Opening K+-kanalen K+ -efflux maakt de rustmembraanpotentiaal lager (hyperpolarisatie), waardoor sluiting van spanningsgevoelige Ca2+ \n kanalen, dus \[Ca2+\] omlaag en dus relaxatie
84
New cards
Hoe wordt vasodilatatie geïnduceerd?
Door remming van de prikkelfrequentie van de sympaticus.
85
New cards
wat is ischemie
als weefsel moet overgaan op anaeroob metabolisme door te weinig O2
86
New cards
Geef nu de achtereenvolgende processen aan waardoor ischemie leidt tot celzwelling.
O2 gebrek --> aërobe ATP productie omlaag --> ATP niveau omlaag --> NaK pomp omlaag --> Na+-influx groter dan Na+-efflux --> stijging intracellulair Na+ --> waterinflux.
87
New cards
Welke factor wordt algemeen gezien als kritische grens tussen reversibele en irreversibele celschade ten gevolge van hypoxie?
membraanschade
88
New cards
Hoe snel er onherstelbare weefselbeschadiging optreedt, hangt af van een aantal zaken.

Noem de vier belangrijkste factoren
* Volledige versus gedeeltelijke afsluiting
* Alternatieve bloedtoevoer (collateraal circulatie = inter-arteriële anastomosen)
* Acute versus geleidelijke afsluiting
* Gevoeligheid voor zuurstoftekort
89
New cards
op welke 3 manieren kan een orgaan/weefsel zich beschermen tegen ischemie?
*Vaatnieuwvorming*

*Ischemische preconditionering*

*Hypertrofie / hyperplasie*
90
New cards
Wat gebeurt er bij ischemie met het afgestorven hartspierweefsel
fibroblasten maken littekenweefsel

dit kan niet samentrekken, is ongunstig
91
New cards
wat doet een transducer
ze zetten (ultra)geluid om in elektrische lading
92
New cards
Bij echografie wordt een geluidspuls of zendpuls, via de huid het lichaam ingezonden.

Wanneer zal deze puls (gedeeltelijk) reflecteren?
Als de geluidspuls een grensvlak treft tussen twee structuren die een verschillende akoestische impedantie hebben.
93
New cards
wat zijn de A, B en M-mode bij echografie?
A: amplitude, grensvlakken met tijdsverschil

\
B: tweedimensionaal beeld

M: motion, heldere stippen op een lijn zoals B, maar 1dimensionale doorsnede steeds op zelfde plaats lichaam
94
New cards
wat zijn laterale en axiale resolutie bij echografie?
axiale resolutie: hoe goed je de details gescheiden ziet

beperkt door duur echo’s

\
laterale resolutie: in welke mate details NAAST elkaar worden weergegeven (zijn kleine details zichtbaar)

beperkt door breedte echo’s
95
New cards
wat is de **continuous wave Doppler**
continu echo uitzenden om bloedsnelheid te meten

als bloed naar echo toe stroomt wordt freq beetje hoger teruggestuurd (rood is vaak NAAR transducer)
96
New cards
wat is de **gepulste Doppler**
gepulseerde echo’s, zoals bij A, B en M-mode echografie
97
New cards
welke interacties kan straling hebben met weefzels

1. __absorptie__: straling van een uitwendige bron gaat door het lichaam. De mate van verzwakking door weefsel wordt aan de uittredende bundel \n gemeten;
2. __emissie__: een radioactieve stof wordt in het lichaam gebracht. De uittredende straling geeft informatie over de plaats en hoeveelheid van de \n radioactieve stof;
3. __emissie zonder radioactiviteit__: idem als emissie, maar zonder radioactieve stof;
4. __reflectie__: een uitwendige bron zendt energie het lichaam in. De gereflecteerde energie geeft informatie over plaats en snelheid van organen \n of vloeistoffen;
5. __resonantie__: “meetrillen” van atoomkernen onder invloed van een radiosignaal.
98
New cards
Beschrijf het verschil tussen een projectiebeeld en een doorsnedebeeld.
Projectie beeld: structuren worden in een vlak geprojecteerd waarbij achter elkaar liggende structuren over elkaar worden afgebeeld. Een \n zogenaamd platgeslagen beeld. (shadowgram). Doorsnede beeld. Er wordt een doorsnede gemaakt van het betreffende lichaamsdeel waarbij \n alle structuren op de juiste plek worden weergegeven.