Studied by 4 peopleune balle
een bal (klein)
un ballon
een bal (groot)
un bâton
een stok
un esprit d'équipe
een ploeggeest, een teamgeest
le fairplay
de/het fairplay
un filet
een net
un match
een match, een wedstrijd
le matériel
het materiaal
un panier (de basket)
een mand, een korf
une piscine
een zwembad
une plage
een strand
une raquette
een raket
un set
een set
un sport collectif
een groepssport
un sport d'équipe
een teamsport
un sport individuel
een individuele sport
un stade
een stadion
un terrain
een terrein
un volant
een pluimpje, een shuttle
gagner
winnen
participer (à)
deelnemen (aan)
perdre
verliezen
en plein air
in openlucht
faire des passes
passes geven
lancer le ballon
de bal gooien
marquer un but
een doelpunt maken
marquer un point
een punt scoren
sur herbe
op gras
sur plage
op het strand
Note 
Flashcard (50)