1/33
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
haar op de tanden hebben
hij durft reageren en van zich af te bijten
lachen als een boer met kiespijn
lachen zonder echt blij te zijn
na regen komt zonneschijn
na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd
taal noch teken geven
niets van je laten horen
het blauwblauw laten
iets laten zoals het is, er niet meer over praten
zoete broodjes bakken
iets zeggen om een goede indruk te maken
praten als Brugman
Vlot en boeiend een min of meer geloofwaardig verhaal vertellen. Veel en met grote overtuigingkracht spreken.
Iemand iets onder de neus wrijven
duidelijk maken wat je van iets vindt
je op glad ijs wagen
praten over iets waar je weinig kennis over hebt
rad van tong zijn
vlot kunnen praten
een vinger in de pap hebben
iets te zeggen hebben, invloed hebben
iemand het zwijgen opleggen
iemand verbieden om iets te vertellen of om te spreken
iemand de les lezen
duidelijk zeggen dat iemand iets verkeerd heeft gedaan
over koetjes en kalfjes praten
over alledaagse, onbelangrijke onderwerpen praten
zijn mond voorbij praten
een geheim verklappen, iets vertellen waarover je moest zwijgen
voor de vuist weg spreken
spreken zonder voorbereiding, iets zeggen zonder er eerst over na te denken
iemand onder vier ogen spreken
met iemand spreken zonder dat er anderen aanwezig zijn
voor dovemans oren spreken
wat je zegt, heeft geen effect, je bereikt niets
iemand op het matje roepen
een verklaring of uitleg eisen
moord en brand schreeuwen
enorm tekeer gaan
ja en amen zeggen
alles goedkeuren, overal mee akkoord gaan
horen zeggen is half gelogen
je mag niet alles geloven wat je via roddels hebt vernomen
op zijn stokpaard rijden
altijd over hetzelfde praten
de lakens uitdelen
het voor het zeggen hebben, de baas spelen
ergens een balletje over opgooien
ergens voorzichtig over beginnen te praten om er meer over te weten te komen
het hart op de tong hebben
direct zeggen wat je denkt
iets op de lippen hebben
iets net op dat moment willen zeggen
iets tussen neus en lippen zeggen
iets stilletjes, bijna onopgemerkt zeggen
je woorden inslikken
iets niet uitspreken
met de mond vol tanden staan
niet meer weten wat te zeggen
je woorden inslikken
iets niet uitspreken
met twee monden praten
jezelf tegenspreken, niet eerlijk zijn
voor stoelen en banken spreken
niemand luistert naar wat je zegt
wie A zegt moet B zeggen
als je ergens aan begingt, moet je het ook afwerken