Home
Explore
Exams
Search for anything
Search for anything
Login
Get started
Home
Language
Dutch
Nederlands - taalvaardigheid 1-5
Studied by 47 people
5.0
(1)
Add a rating
Learn
A personalized and smart learning plan
Practice Test
Take a test on your terms and definitions
Spaced Repetition
Scientifically backed study method
Matching Game
How quick can you match all your cards?
Flashcards
Study terms and definitions
1 / 107
Earn XP
Description and Tags
Dutch
Add tags
108 Terms
View all (108)
Star these 108
1
de kroon spannen
ze laat alle andere achter zich
New cards
2
aan de kaak stellen
gehekeld, duidelijk maken dat je iets niet oké vindt
New cards
3
geen zoden aan de dijk brengen
geen voordeel opleveren
New cards
4
geen spaander heel laten
bekritiserend scherp
New cards
5
de spuigaten uitlopen
gaat te ver
New cards
6
goede sier maken
neemt het er goed van ten koste van zijn ouders
New cards
7
over één kam scheren
veralgemeend
New cards
8
aan banden leggen
inperken
New cards
9
op zijn beloop laten
zonder er zich mee te bemoeien de uitkomst afwachten
New cards
10
in het gedrang komen
dreigde onder te gaan
New cards
11
constateren
vaststellen
New cards
12
vooruitgang
progressie
New cards
13
decennium
tientallen jaren
New cards
14
vice versa
omgekeerd
New cards
15
consequenties
gevolgen
New cards
16
permanente
blijvende
New cards
17
baat hebben bij iets
voordeel
New cards
18
innovatief
vernieuwend
New cards
19
finaliseerden
voltooiden
New cards
20
flexibel
glijdende
New cards
21
cohesie/coherentie
samenhangend
New cards
22
abominabel
afschuwelijk slecht
New cards
23
het is om zich voor het hoofd te slaan
kwaad zijn op zichzelf over het feit dat men ergens niet aan gedaan heeft
New cards
24
met stomheid geslagen zijn
plotseling geen woord meer kunnen zeggen
New cards
25
zijn slag slaan
op het goede moment de kansen benutten
New cards
26
spijkers met koppen slaan
doortastend optreden
New cards
27
ergens een slaatje uit slaan
ergens een voordeeltje uit halen
New cards
28
dat slaat alles
dat is nog het ergst het sterkst
New cards
29
de hand aan zichzelf slaan
zelfmoord plegen
New cards
30
uit zijn lood geslagen
verbaasd zijn, niet goed meer weten hoe het verder moet
New cards
31
relevant
belangrijk
New cards
32
normatief
vanuit de regels opgebouwd
New cards
33
significant
betekenisvol
New cards
34
descriptief
beschrijvend
New cards
35
prominente
vooraanstaande
New cards
36
integriteit
niet corrupt
New cards
37
geregulariseerd, regulariseren
in regel gebracht werden met de voorschriften
New cards
38
integraal
volledig
New cards
39
additionele
toevoegende
New cards
40
plenum
algemene vergadering
New cards
41
conventioneel
wat het algemene gebruik voorschrijft
New cards
42
als puntje bij paaltje komt
als het erop aankomt
New cards
43
reilen en zeilen
zoals het eraan toegaat
New cards
44
kommer en kwel
hopeloze ellende
New cards
45
de tering naar de nering zetten
uitgaven volgens inkomsten
New cards
46
steen en been beklagen
geweldig klagen
New cards
47
paal en perk stellen aan
binnen de grenzen houden, zorgen dat er een einde komt aan iets wat ongewenst is
New cards
48
tabula rasa
schone lei
New cards
49
gerenommeerde
befaamde
New cards
50
legitiem, legitimeren
gerechtvaardigd
New cards
51
consensus
overeenstemming
New cards
52
gecompileerd, compilatie
samengebundeld
New cards
53
arbitrair
willekeurig
New cards
54
geïmplementeerd, implementeren
gerealiseerd
New cards
55
relevantie
belang, bruikbaarheid
New cards
56
persona non grata
ongewenst persoon
New cards
57
aha-erlebnis
plotselinge ervaring van een oplossing
New cards
58
heimat
thuisland
New cards
59
kritisch
oordelend, nauwletten onderzoekend of betrekking hebbend op de kritiek
New cards
60
kostbaar
waardevol
New cards
61
kostelijk
voortreffelijk, uitstekend, zeer nuttig
New cards
62
erkent
inzien en aanvaarden/toegeven
New cards
63
herkennen
door horen of zien weer weten wie iemand is of wat iets is
New cards
64
bekend
beroemd zijn, geïdentificeerd zijn, niet nieuws zijn, geweten zijn
New cards
65
gekend
weten wie of wat iemand of iets is
New cards
66
rudimentair
elementair
New cards
67
ambivalent
tegenstrijdig
New cards
68
demagoog
iemand die met slogans en valse leuzen de volksmassa opruide de
New cards
69
deontologie
ethische waarden
New cards
70
desastreus
rampzalig
New cards
71
destructief
vernielzuchtig
New cards
72
doctrine
verzameling van dogma’s
New cards
73
dystopie
samenleving met louter negatieve eigenschappen
New cards
74
ergonomisch/ergonomie
een zo efficiënt mogelijke arbeid mogelijk maken
New cards
75
etnisch(e) (minderheden)
bevolkingsgroepen die een minderheid vormen
New cards
76
poneren
beweren
New cards
77
rehabiliteren/ rehabilitatie
eerherstel
New cards
78
verzengende hitte
verschroeiend
New cards
79
in de bres springen
iemand verdedigen
New cards
80
gewiekste kerel
slim maar pejoratief
New cards
81
ongelikte beer
lomp, onbeschoft
New cards
82
heetgebakerd mannetje
driftig
New cards
83
baarlijke duivel in persoon zijn
zich in zijn ware gestalte tonen
New cards
84
schoorvoetend
aarzelend
New cards
85
niet zuiver op de graat
ontbetrouw zijn, niet helemaal eerlijk
New cards
86
schroom
aarzeling, schaamte
New cards
87
prangend
drukkend, dringend
New cards
88
tarten
iets doen of zeggen om reactie uit te lokken
New cards
89
waden
door ondiep water lopen
New cards
90
van twee walletjes eten
van verschillende kanten voordeel behalen
New cards
91
gestolen goed, gedijt niet
onrechtvaardig verkregen goed brengt ongeluk
New cards
92
iemand naar de kroon steken
iemand of iets dreigen te overtreffen
New cards
93
dotatie
de jaarlijkse overheidssubsidie
New cards
94
concessie
vergunning
New cards
95
clandestien
heimelijke
New cards
96
gesofistikeerd
verfijnd
New cards
97
referendum
de volksstemming
New cards
98
summum
toppunt
New cards
99
conditioneren
'(gedrag of gewoonten) aanleren door gebruik van beloning en straf'
New cards
100
devoot
met grote eerbied en toewijding
New cards
Load more