Frans in 2500 woorden - 2.5

opgeven, verlaten

abandonner

begeleiden

accompagner

een activiteit

une activité

dichterbij komen

s'approcher de

een boom

un arbre

stoppen, ophouden met

cesser

een maatschappij, een gezelschap

une compagnie

een beker

une coupe

snijden, knippen

couper

zich snijden

se couper

een dame

une dame

tweede

deuxième

een toegang

une entrée

een schouder

une épaule

een zomer

un été

gemakkelijk, eenvoudig

facile

erg, ernstig

grave

acht

huit

niet weten, negeren

ignorer

opleggen

imposer

gerechtvaardigd zijn

s'imposer

binnen-, binnenlands

intérieur

een taal, een tong

une langue

behouden, onderhouden

maintenir

zich handhaven

se maintenir

een wedstrijd, een match

un match

een woensdag

un mercredi

een inzet

une mise

een schaduw

une ombre

een pagina, een bladzijde

une page

een doorgang

un passage

plaatsen

placer

zich plaatsen

se placer

een job

un poste

de post, het postkantoor

la poste

een aanwezigheid

une présence

een gevangenis

une prison

terugbrengen

ramener

zich weer aansluiten bij

rejoindre

een ontmoeting, een samenkomst, een wedstrijd

une rencontre

vertegenwoordigen

représenter

wakker maken

réveiller

wakker worden

se réveiller

dromen (van)

rêver (de)

een risico

un risque

wagen, het risico lopen

risquer

een seconde

une seconde

een teken

un signe

ondertekenen

signer

een glimlach

un sourire

een schilderij, een bord

un tableau

uitstrekken, aanreiken

tendre

een stuk land, een terrein

un terrain

vroeg

tôt

oversteken, doormaken

traverser

een bezoek

une visite