C'est parti 5, Défi 2 Mission 1: p.144-145

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/52

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

53 Terms

1
New cards

le bénévolat

het vrijwilligerswerk

2
New cards

un bénévole, une bénévole

een vrijwilliger, vrijwilligster

3
New cards

une boule (de Noël)

een (kerst)bal

4
New cards

une buche de Noël

een kerststronk

5
New cards

une carte de voeux

een wenskaart

6
New cards

une célébration

een viering

7
New cards

une crèche (de Noël)

een kerststal

8
New cards

la dinde aux marrons

de kalkoen (gevuld met kastanjes)

9
New cards

un don

een gift

10
New cards

un duvet

een dekbed, een donzen slaapzak

11
New cards

une explosion

een explosie, een ontploffing

12
New cards

les fêtes (f) de fin d'année

de eindejaarsfeesten

13
New cards

une friandise

een snoepje, iets lekkers

14
New cards

une guirlande

een slinger

15
New cards

un hangar

een hangar

16
New cards

une hotte

een draagmand

17
New cards

une huitre

een oester

18
New cards

un jouet

een stuk speelgoed, een speeltje

19
New cards

un marché de Noël

een kerstmarkt

20
New cards

le lendemain

's anderendaags, de volgende dag

21
New cards

le parrainage

de sponsoring

22
New cards

le Père Noël, papa Noël

de kerstman

23
New cards

un repas en famille

een maaltijd met de familie

24
New cards

le réveillon de Noël

kerstavond

25
New cards

un rituel

een ritueel

26
New cards

les Rois (m) mages

de drie koningen

27
New cards

un sapin de Noël

een kerstboom

28
New cards

le saumon fumé

de gerookte zalm

29
New cards

un tas

een hoop

30
New cards

un voeu

een wens

31
New cards

sage

braaf, wijs

32
New cards

célébrer

vieren

33
New cards

croiser

kruisen, tegenkomen

34
New cards

déposer

zetten, (neer)leggen

35
New cards

distribuer

uitdelen

36
New cards

emballer

inpakken

37
New cards

fêter

vieren

38
New cards

se réunir

samenkomen

39
New cards

(se) souhaiter

(elkaar) toewensen

40
New cards

donner sa chemise

alles geven

41
New cards

être au courant de quelque chose

van iets op de hoogte zijn

42
New cards

Joyeux Noël!

Vrolijk kerstfeest!

43
New cards

Meilleurs vœux!

Beste wensen!

44
New cards

mettre son (petit) soulier

zijn schoentje zetten

45
New cards

ne pas compter son temps

hard werken

46
New cards

un malheur

een ramp, een ongeluk

47
New cards

disparaître

verdwijnen

48
New cards

(s')échapper à

verdwijnen, ontsnappen (aan)

49
New cards

haïr

haten, verafschuwen

50
New cards

reconstituer

reconstrueren, herstellen

51
New cards

s'engager

zich engageren

52
New cards

(se) ressembler

(ge)lijken op elkaar

53
New cards

comme si + imparfait / + plus-que-parfait

alsof