Engels Voc 2

Flashcards for vocabulary related to job applications, employment, skills, and diversity.

To apply for

Solliciteren

An application

Een sollicitatie

An applicant, a candidate, a job seeker

Een sollicitant, kandidaat

An application form

Een sollicitatieformulier

An application letter

Een sollicitatiebrief

Curriculum Vitae (CV), a résumé (AM)

A summary of a job applicant's experience and skills.

A job interview

Een sollicitatiegesprek

An occupation, a profession

Een beroep

To hire, to recruit

Aanwerven

To Appoint

Aanstellen, benoemen

Recruitment

Aanwerving

To shortlist

In de voorselectie opnemen

A shortlist

Een voorselectie

To headhunt

Via een headhunters-bureau zoeken naar

A headhunter

Een headhunter

To assess

Beoordelen

Assessment

Evaluatie

(a) performance appraisal, a performance review

Functioneringsbeoordeling

a SWOT analysis (Strengths, Weaknesses, Opportunities, Threats)

een SWOT- analyse

A vacancy

Een vacature

Vacant

Vacant

A job ad, a job advertisement

Een vacaturebericht

A responsibility

Een verantwoordelijkheid

A referee

Een referentie, persoon die een referentie geeft

A reference

Een referentie, aanbeveling

A testimonial/ recommendation// a letter of recommendation

Een aanbevelingsbrief

A job description, a job profile

Een taakomschrijving

To qualify

Afstuderen

To qualify for

In aanmerking komen voor

A qualification

Een diploma, een kwaliteit

A degree

Een diploma

Qualified

Bevoegd

To advise

Raad geven

Advice

Advies

Best practices

Goede voorbeelden

An employment agency

Een tewerkstellingsbureau

To temp

Een tijdelijke functie invullen

A temporary worker, a temp

Een tijdelijke werkkracht

Job-sharing

Een duobaan bekleden

Seasonal work

Seizoensgebonden arbeid

The labour market

De arbeidsmarkt

To employ

Tewerkstellen, aanwerven

Employment

Tewerkstelling

An employer

Een werkgever

An employee

Een werknemer

The workforce

De groep van werknemers

A supervisor

Een chef, baas

An intern, a trainee, an apprentice

Een stagiair

An internship, a traineeship, an apprenticeship

Een stage

A probation period

Een proefperiode

On-the-job training

Opleiding op het werk

In-house training

Interne opleiding

Vocational training

Beroepsopleiding

Working conditions, the working environment

Arbeidsomstandigheden

Working hours

Werkuren

To do/work overtime

Overuren werken

Work-life balance

Evenwicht tussen werk en vrije tijd

An asset

Een troef, kwaliteit

A skill, an ability

Een vaardigheid

Skilled

Geschoold

Skilful, skillful

Vaardig

Unskilled

Ongeschoold

Proficient

Begaafd

Self-motivated

Uit zichzelf gemotiveerd

Computer-literate

Vaardig in het gebruik van een computer

Proactive

Proactief

Flexible

Flexibel

Flexibility

Flexibiliteit

Punctual

Stipt

A team player

Een teamspeler

A self-starter

Iemand met veel zin voor initiatief

Troubleshooting

Problemen oplossen

To procrastinate

Talmen, uitstellen

A procrastinator

Iemand die uitstelgedrag vertoont

Equity

Billijkheid; rechtvaardigheid

Inclusion

Inclusiviteit

Affirmative action, positive/reverse discrimination

Positieve discriminatie

an equal-oppurtunities programme

een gelijkekansenbeleid

to discriminate against

discrimineren

wage discrimination

loondiscriminatie

gender

geslacht

the gender pay gap

loonkloof op basis van geslacht

the glass ceiling

het glazen plafond

ag(e)ism

discriminatie op basis van leeftijd

bias

vooroordeel

a company

een onderneming, bedrijf

a corporation

een grote onderneming

corporate

bedrijfs-

an executive

een leidinggevend persoon, kaderlid

a CEO ( Chief Executive Officer)

algemeen directeur

a CFO ( Chief Financial Officer)

financieel directeur

to report to

rapporteren aan

staff, personnel

personeel

a subordinate

een medewerker

an entrepreneur

een ondernemer

entrepreneurship

ondernemerschap

Human Resources HR

de personeelsafdeling

a colleague, a co-worker

een collega

a white-collar worker

een bediende

a bleu-collar worker

een arbeider