* Overlevingsmodus, blijft kleine dingen bewaren/kleine projecten
* Getraumatiseerd
* Neurotisch, kan dingen niet loslaten
* Weinig vertrouwen in de medemens, moeilijk in staat tot liefde, Mala
* Tijdens de oorlog, hardwerkend en inventiever, hij bleef er met zijn koppie bij
* verdoofd, opportunistisch
* Hij stopt zijn gevoelens weg → @@sublimatie@@