VTV casus 3

5.0(1)
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/79

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

80 Terms

1
New cards

Hartspiercellen

Cellen die het hart spierweefsel vormen en verantwoordelijk zijn voor de contractie en pompfunctie.

2
New cards

Automatie

Het vermogen van hartspiercellen om samen te trekken zonder externe zenuwprikkels.

3
New cards

Voordurende contractie

Eigenschap van hartspiercellen die hun langdurige samentrekking mogelijk maakt zonder vermoeidheid.

4
New cards

Elektrische geleiding

Het proces waarbij hartspiercellen elektrische impulsen snel en effectief kunnen geleiden.

5
New cards

Bradycardie

Aandoening met een abnormaal trage hartslag, wat kan leiden tot symptomen zoals vermoeidheid en duizeligheid.

6
New cards

Hartblok

Verstoring in de elektrische geleiding tussen de boezems en kamers van het hart.

7
New cards

AV-blok

Atrioventriculaire blokkade waarbij elektrische signalen van het hart verstoord zijn.

8
New cards

Sick Sinus Syndroom

Aandoening waarbij de sinusknop niet goed functioneert, wat kan leiden tot bradycardie.

9
New cards

Preventieve toepassing

Het gebruik van pacemakers bij patiënten met een verhoogd risico op hartritmestoornissen.

10
New cards

Redenen voor een pacemaker

  • bradycardie

  • hartblok

  • atrioventriculair blok

  • sick sinus syndroom

  • preventieve toepassing

11
New cards

Tijdelijke pacemaker

Een hulpmiddel om de hartslag te reguleren tijdens tijdelijke situaties.

12
New cards

Plaatsingsprocedure van een tijdelijke pacemaker

Procedure die omvat voorbereiding, toegang, positionering, verbinding en monitoring.

13
New cards

Enkele Kamer Pacemaker

Type pacemaker dat één hartkamer stimuleert, meestal de rechterventrikel.

14
New cards

Dubbele Kamer Pacemaker

Type pacemaker dat zowel de boezems als de kamers van het hart stimuleert.

15
New cards

Biventriculaire Pacemaker

Pacemaker die beide hartkamers stimuleert, vaak gebruikt bij hartfalen.

16
New cards

AAI

Enkele kamer pacemaker die de atria stimuleert.

17
New cards

VVI

Enkele kamer pacemaker die de ventrikels stimuleert.

18
New cards

DDD

Dubbele kamer pacemaker die zowel de boezems als de kamers stimuleert.

19
New cards

BIV-XXX

Biventriculaire pacemaker die beide ventrikels stimuleert.

20
New cards

Bloedingen

Verlies van bloed dat kan leiden tot verlaagde bloeddruk en weefselperfusie. gevaarlijke hemodynamische instabiliteit kan ontstaan

21
New cards

Shock

Levensbedreigende toestand door onvoldoende bloedstroom naar organen. verschillende oorzaken met multi-orgaanfalen als gevolg

22
New cards

Pompfalen

Situatie waarbij het hart niet effectief kan pompen. wat zorgt voor verminderde hartoutput en slechte weefseldoorbloeding

23
New cards

Ischemie

Verminderde bloedtoevoer naar een deel van het lichaam. gevolg necrose door zuurstoftekort

24
New cards

Trombose

Vorming van een bloedstolsel in een bloedvat. locatie van trombus zorgt voor ernst

25
New cards

Embolie

Blokkade van een bloedvat door een embolus.

26
New cards

Veranderde Hartslag

De reactie van het hart met een verhoogde hartslag bij shock.

27
New cards

Verminderde Bloeddruk

Daling van de bloeddruk door verlies van bloedvolume.

28
New cards

Koude en Klamme Huid

Symptoom van shock door verminderde bloeddoorstroming naar de huid.

29
New cards

Verhoogde Ademhalingsfrequentie

Toename van de ademhalingsfrequentie bij verminderde zuurstoftoevoer.

30
New cards

Kortademigheid

Ademhalingsproblemen, vaak bij inspanning of in rust.

31
New cards

Vermoeidheid

Gevoel van uitputting zelfs bij dagelijkse activiteiten.

32
New cards

Oedeem

Zwelling door vochtretentie, vaak in de benen.

33
New cards

Medicatie voor hartfalen

Diuretica, ACE-remmers en beta-blokkers.

34
New cards

Dieetveranderingen

Aanpassing van zoutinname om vochtretentie te verminderen.

35
New cards

Basislevensondersteuning (BLS)

Set van medische technieken om levens te redden in noodgevallen.

36
New cards

Herkennen van een noodsituatie

Herkennen van symptomen zoals bewusteloosheid of geen ademhaling.

37
New cards

Hartcompressies

Efficiënte compressies op het borstbeen tijdens reanimatie.

38
New cards

Artificiale ademhaling

Beademingstechniek na hartcompressies.

39
New cards

Gebruik van een AED

Automatische externe defibrillator voor hartritmestoornissen.

40
New cards

Compressies tot beademingen verhouding (30:2)

Verhouding van compressies tot beademingen bij volwassenen.

41
New cards

Zuurstofballon bij kinderen

Instrument voor beademing bij reanimatie van kinderen.

42
New cards

Diepe veneuze trombose (DVT)

Een aandoening gekenmerkt door bloedstolsels in diepe venen.

43
New cards

Zwemmen of pijn in het aangedane been

Symptoom van DVT door bloedophoping.

44
New cards

Risicofactoren voor DVT

Langdurige immobilisatie, overgewicht, roken, en hormonale therapieën.

45
New cards

46
New cards

Nierfunctie bij shock

Afname van urineproductie door verminderde bloeddoorstroming naar de nieren.

47
New cards

Hartfalen met Behoud van de Uitvoercapaciteit (HFpEF)

Type hartfalen met normale ejectiefractie maar slechte ontspanning.

48
New cards

Hartfalen met Verminderde Uitvoercapaciteit (HFrEF)

Type hartfalen gekarakteriseerd door een verlaagde ejectiefractie.

49
New cards

Lichamelijke reacties bij shock

  1. Verhoogde hartslag

  2. Verlaagde bloeddruk

  3. Koude en klamme huid

  4. Verhoogde ademhalingsfrequentie

  5. Kortademigheid

  6. Vermoeidheid

  7. Oedeem

50
New cards
51
New cards

Systolisch Hartfalen

Type hartfalen waarbij het hart niet efficiënt kan samentrekken, resulterend in verminderde hartoutput, kortademigheid en vermoeidheid.

52
New cards

Diastolisch Hartfalen

Hierbij kan het hart zich niet goed ontspannen, waardoor de kamers onvoldoende bloed kunnen opnemen, wat leidt tot ademhalingsproblemen en zwelling.

53
New cards

Acuut Hartfalen

Plotselinge verslechtering van de hartfunctie, vaak door een hartaanval, met ernstige symptomen die onmiddellijke medische aandacht vereisen.

54
New cards

Chronisch Hartfalen

Ontwikkelt geleidelijk, meestal door langdurige schade aan het hart; symptomen fluctueren en omvatten vermoeidheid, kortademigheid en zwelling.

55
New cards

Hartfalen met Behoud van de Uitvoercapaciteit (HFpEF)

Type hartfalen met normale ejectiefractie maar moeite met ontspanning, leidt tot diastolische disfunctie.

56
New cards

Hartfalen met Verminderde Uitvoercapaciteit (HFrEF)

Type hartfalen met verlaagde ejectiefractie, vaak veroorzaakt door ischemische hartziekte of andere aandoeningen.

57
New cards

Klachten bij hartfalen

Klachten kunnen variëren maar omvatten vaak: kortademigheid, vermoeidheid, zwelling, snel gewichtstoename, onregelmatige hartslag, verminderde inspanning tolerantie, hoesten of piepende ademhaling, en verlies van eetlust of misselijkheid.

58
New cards
59
New cards

Behandeling van hartfalen

Kan verschillende strategieën omvatten, afhankelijk van de ernst van de aandoening, zoals medicatie, dieetveranderingen, lichaamsbeweging en verdere procedures.

60
New cards

Medicatie voor hartfalen

Patiënten kunnen diuretica, ACE-remmers en beta-blokkers voorgeschreven krijgen voor het verlagen van de bloeddruk en het verbeteren van de hartfunctie.

61
New cards

Dieetveranderingen voor hartfalen

Beperking van zoutinname om vochtretentie te minimaliseren.

62
New cards

Lichaamsbeweging en hartfalen

Aangepaste oefenprogramma's helpen patiënten om hun conditie te verbeteren en symptomen te verlichten.

63
New cards

Verdere procedures bij hartfalen

In ernstige gevallen kunnen medische procedures zoals pacemakers of harttransplantaties overwogen worden.

64
New cards

Klachten bij diepte veneuze trombose (DVT)

Symptomen zijn zwelling, pijn in het aangedane been, verandering in huidkleur, warmtegevoel op de huid, en verminderde functie van het been.

65
New cards

Zwemmen of pijn in het aangedane been

Gevoel van zwaarheid of kloppende pijn in het aangedane been, vaak geassocieerd met DVT.

66
New cards

Veranderde huidkleur

De huid van het aangedane been kan bleek of blauwachtig van kleur worden door DVT.

67
New cards

Zwelling bij DVT

Zichtbare zwelling in het aangedane lidmaat door ophoping van bloed.

68
New cards

Warmte bij DVT

De huid kan warmer aanvoelen bij aanraking in vergelijking met het andere been.

69
New cards

Verminderde functie van het been

Pijn bij beweging van het aangedane been, wat de functionaliteit kan beperken.

70
New cards

Risicofactoren voor DVT

Langdurige immobilisatie, overgewicht, roken, hormonale therapieën, genetische aanleg, geschiedenis van DVT, en chirurgische ingrepen.

71
New cards

Langdurige immobilisatie

Kan optreden bij lange vliegreizen of bedlegerigheid, wat het risico op DVT verhoogt.

72
New cards

Effect van overgewicht op DVT

Obesitas verhoogt de druk in de benen, wat een risicofactor voor DVT is.

73
New cards

Roken en DVT

Roken kan de bloedvaten aantasten en de stolling verhogen, wat het risico op DVT vergroot.

74
New cards

Hormonale therapieën en DVT

Gebruik van anticonceptiepillen of hormoonvervangende therapie verhoogt het risico op trombose.

75
New cards

Genetische aanleg voor DVT

Bepaalde erfelijke aandoeningen kunnen het risico op trombose verhogen.

76
New cards

Interventies bij DVT

Beoordeling van risicofactoren, stimuleren van beweging, adequate vochtinname, voet- en beenoefeningen, heparine, en INR prikken.

77
New cards

Stimuleren van beweging bij DVT

Beperkte bedrust met stimulatie van beweging kan helpen bij de behandeling van DVT.

78
New cards

Adequate vochtinname bij DVT

Zou bij de behandeling van DVT moeten worden gewaarborgd.

79
New cards

Intravenous heparin

Een behandeling voor DVT om de bloedstolling te verminderen.

80
New cards

INR prikken voor DVT begeleiding

Regelmatig controleren van INR-niveau om de effectiviteit van anticoagulantia te beoordelen.