l’oreille
het oor
les cheveux
de haren
le cou
de nek
le bras
de arm
la main
de hand
le ventre
de buik
le genou
de knie
le pied
de voet
l’oeil
het oog
la bouche
de mond
le nez
de neus
la santé mentale
de mentale gezondheid
prendre soin de
zorg dragen voor
la priorité
de prioriteit
prioritaire
prioritair, wat voorrang krijgt
prioriser
voorkeur geven aan
prendre conscience de
beseffen, zich bewust worden van
la pensée
de gedachte
la respiration
de ademhaling
la détente
de ontspanning, de rust
se détendre
zich ontspannen
détendu(e)
ontspannen
suffisamment
voldoende
insuffisamment
onvoldoende
ressentir le besoin de
de behoefte voelen om
relaxant(e)
ontspannend
relaxer
relaxen
la relaxation
het relaxen
le courage
de moed
encourager
aanmoedigen
courageux, -se
moedig
le courage
de moed
la force
de kracht, de sterkte
la faiblesse
de zwakheid
faiblir
verzwakken
faible
zwak
la méditation
de meditatie
améliorer
verbeteren
avoir confiance en soi/en quelqu’un
vertrouwen hebben in zichzelf/ in iemand anders
avoir une conversation
een gesprek voeren
la santé physique
de fysieke gezondheid
l’orteil
de teen
le cœur
het hart
le coude
de elleboog
le poumon
de long
la gorge
de keel
aveugle
blind
sourd(e)
doof
s’exercer
oefenen, trainen
l’alimentation
de voeding
réduire
verminderen
enrichir
verrijken
faire face à
aanpakken, het hoofd bieden aan
l’équilibre
het evenwicht, de balans
le concours
de wedstrijd
l’équipe
het team
le gagnant, la gagnante
de winnaar, de winnares
participer à
deelnemen aan
être en forme
in vorm zijn
pendant les cours
tijdens de lessen
pour travailler plus efficacement
om efficiënter te werken
pour améliorer mon français
om mijn Frans te verbeteren
pour obtenir de meilleurs résultats
om betere resultaten te halen
pour élargir mes connaissances
om mijn kennis te vergroten
pour avoir une bonne santé
om een goede gezondheid te hebben
je m'engage à
ik engageer me om
je promets de
ik beloof om
je vais commencer à
ik ga beginnen met
il me faudra
ik zal moeten
écouter les consignes
naar de opdrachten luisteren
faire attention
opletten
écouter les explications du prof
naar de uitleg van de leerkracht luisteren
participer positivement aux activités de classe
positief deelnemen aan de klasactiviteiten
être plus concentré
geconcentreerder zijn
prendre mon journal de classe
mijn klasagenda nemen
ranger ma chambre
mijn kamer opruimen
travailler à un rythme régulier
op regelmatig tijdstip werken
planifier mon travail
mijn werk plannen
mieux apprendre mes leçons
mijn lessen beter leren
étudier le vocabulaire nouveau
de nieuwe woordenschat studeren
réviser les conjugaisons des verbes
de vervoegingen van de werkwoorden herhalen
faire mes devoirs à temps
mijn taken op tijd maken
manger moins de sucreries
minder suikerrijke producten eten
faire plus de sport
meer aan sport doen
me coucher plus tôt
vroeger naar bed gaan
me lever plus tôt
vroeger opstaan
être toujours à temps
altijd op tijd zijn
économiser de l'argent
geld sparen
rester positif
positief blijven
faire du bruit
lawaai maken
déranger les autres
anderen storen
rêver tout le temps
de hele tijd dromen
jouer trop à l'ordinateur
te veel spelen op de computer
oublier mon livre dans mon casier
mijn boek vergeten in mijn locker