FRANS EXAMEN WOORDENSCHAT

l'étranger

het buitenland

l'indépendant

de zelfstandige

l'indépendante

de zelfstandige

le lendemain

de volgende dag

le projet

het project, het plan

le risque

het risico

le tour du monde

de wereldreis

la carrière

de carrière

la dispute

de ruzie

la gestion

het (bedrijfs)beheer

la haute école

de hogeschool

admirer

bewonderen

construire

bouwen

encourager

aanmoedigen

envisager

overwegen

étudier

studeren

impressionner

indruk maken op

manquer (à quelqu’un)

missen

oser

durven

postuler

solliciteren voor/naar

se débrouiller

zich uit de slag trekken

l’article

het artikel

le colis

het pakje

le délai de livraison

de leveringstermijn

le domicile

het thuisadres

le fournisseur

de leverancier

les frais (supplémentaires)

de (extra) kosten

l’ingrédient

het ingrediënt

le magasin

de winkel

le montant

het bedrag

le paiement

de betaling

le public cible

het doelpubliek

le service client

de klantendienst

la commande

de bestelling

la fraicheur

de versheid

la livraison

de levering

l’offre

de aanbieding

la publicité

de reclame

la qualité

de kwaliteit

la quantité

de hoeveelheid

la réclamation

de klacht

avantageux, avantageuse

voordelig

cassé(e)

kapot, gebroken

l’avantage

het voordeel

le dépliant

de folder

le désavantage

het nadeel

le rapport qualité-prix

de prijs-kwaliteitverhouding

le volume

het volume

la dimension

de afmeting

l’entreprise

het bedrijf

la hauteur

de hoogte

la largeur

de breedte

la longueur

de lengte

la matière

het materiaal

la réduction

de korting

la taille

de maat

imperméable

waterdicht

conseiller

aanraden

créer

creëren

recommander

aanraden

être compris

inbegrepen zijn

le courage

de moed

le souvenir

de herinnering

la rencontre

de ontmoeting

étonnant(e)

verbazend

extraordinaire

buitengewoon

horrible

verschrikkelijk

inoubliable

onvergetelijk

mémorable

gedenkwaardig

assister à

bijwonen

découvrir

ontdekken

remercier

bedanken

se rappeler

zich herinneren

se marier (avec)

trouwen (met)

atteindre son objectif

zijn doel bereiken

faire bonne / mauvaise impression

een goede/slechte indruk maken

faire la fête

feesten

faire un effort

een inspanning leveren

rendre visite à

bezoeken

endommagé(e)

beschadigd

gratuit(e)

gratis

préparé(e)

bereid, klaargemaakt

ajouter (au panier)

toevoegen (aan het winkelmandje)

constater

opmerken, vaststellen

coûter cher

veel kosten, duur zijn

échanger

wisselen, ruilen

recevoir

ontvangen

rembourser

terugbetalen

être de bonne / mauvaise qualité

van goede/slechte kwaliteit zijn

faire du shopping

shoppen

passer une commande

een bestelling plaatsen

à domicile

aan huis

bon marché

goedkoop

en ligne

online

malgré (+ substantif)

ondanks

carré(e)

vierkant

à pois

met stippen

rectangulaire

rechthoekig

à carreaux

geruit

rond(e)

rond