hechting
het intieme fysieke en emotionele contact tussen ouder/verzorger en kind, dat volgens sommigen in de periode direct na de geboorte plaats dient te vinden
inprenting
gedrag dat plaatsvindt tijdens een kritieke periode en waarbij een organisme zich hecht aan het eerste bewegende object dat het ziet
contactcomfort
bij aapjes dat ze liever bij moeder die van stof gemaakt is zijn, dan bij degene die eten verschaft
vreemdesituatieprocedure van Ainsworth
een aantal in scène gezette episoden die de kracht van de hechting tussen kind en zijn moeder illustreren
veilig hechtingspatroon
hechtingsstijl waarbij kinderen zich op hun gemak lijken te voelen als hun moeder aanwezig is en, ook al raken ze van streek als de moeder de ruimte verlaat, maar haar toe gaan als ze terugkeert
angstig-vermijdend hechtingspatroon
hechtingsstijl waarbij kinderen niet de nabijheid van hun moeder opzoeken en haar lijken te mijden als ze terugkeert na afwezigheid
angstig-ambivalent hechtingspatroon
hechtingsstijl waarbij kinderen een combinatie van positieve en negatieve reacties op hun moeder vertonen als ze terugkeert na afwezigheid
gedesorganiseerd-gedesoriënteerd hechtingspatroon
hechtingsstijl waarbij kinderen inconsistent en vaak tegenstrijdig gedrag vertonen
zelfdeterminatietheorie
theorie over menselijke motivatie uitgaande van de kerngedachte dat er drie natuurlijke basisbehoeften zijn die het functioneren, het welbevinden en de groei van mensen beïnvloeden: autonomie, verbondenheid en competentie
fusiform gyrus
een gespecialiseerde hersenstructuur die geaktiveerd wordt door gelaatstrekken van baby’s
wederzijds regulatiemodel
model waarin baby’s en ouders emotionele stemmingen aan elkaar leren communiceren en daar adequaat op leren reageren
wederzijdse socialisatie
proces waarbij het gedrag van baby’s nieuwe responsen van ouders en andere verzorgers oproept en vice versa
functioneel spel
spelvorm die bestaat uit eenvoudige, zich herhalende activiteiten
constructief spel
spelvorm waarbij kinderen objecten manipuleren om iets te produceren of te bouwen
solospel
spelvorm waarbij een kind alleen speelt, ogenschijnlijk zonder anderen op te merken
parallel spel
spelvorm waarbij kinderen naast elkaar met hetzelfde materiaal spelen zonder wezenlijke interactie
toekijkend spel
spelvorm waarbij kinderen alleen maar naar het spel van anderen kijken zonder zelf mee te doen
associatief spel
spelvorm waarbij twee of meer kinderen daadwerkelijk de interactie aangaan doordat ze speelgoed of materiaal uitwisselen of lenen, hoewel ze niet hetzelfde doen
coöperatief spel
spelvorm waarbij kinderen echt met elkaar spelen (ze wisselen elkaar af, doen spelletjes of bedenken wedstrijdjes)
theory of mind
de cognitieve vaardigheid om aan jezelf en aan anderen gedachten, gevoelens, ideeën en intenties toe te schrijven en op basis daarvan te anticiperen op het gedrag van anderen
autismespectrumstoornis
een ontwikkelingsstoornis, gekenmerkt door problemen in de sociale communicatie en de aanwezigheid van beperkt, repetitief gedrag
autoritaire opvoedingsstijl
manier van opvoeden die zich kenmerkt door controlerend, streng, star en koud gedrag, vaak straffen en het eisen van strikte gehoorzaamheid van kinderen
permissieve opvoedingsstijl
manier van opvoeden die zich kenmerkt door het stellen van weinig eisen en grenzen aan kinderen en tegelijkertijd een warme en verzorgende houding
autoritatieve opvoedingsstijl
een liefdevolle en emotioneel ondersteunende manier van opvoeden, die zich enerzijds kenmerkt door het hanteren van duidelijke en consistente regels en anderzijds door het uitleggen aan kinderen waarom zij zich op een bepaalde manier moeten gedragen
onverschillige opvoedingsstijl
manier van opvoeden die zich kenmerkt door het niet of nauwelijks tonen van belangstelling voor het kind en door ongeïnteresseerd, afwijzend en emotioneel afstandelijk gedrag
cultuursensitieve houding
je beseft dat een concept in iedere cultuur divers en veranderlijk is en dat er niet alleen tussen, maar ook binnen culturen verschillen bestaan
sociale competentie
het geheel van individuele sociale vaardigheden dat individuen in staat stelt om succesvol te functioneren in sociale omgevingen
aangeleerde hulpeloosheid
kinderen die de reden van hun impopulariteit niet begrijpen, kunnen het gevoel krijgen dat ze weinig of geen invloed op hun situatie kunnen uitoefenen
dominantiehiërarchie
de rangorde waarin de relatieve sociale macht van de leden van een groep tot uiting komt
restrictieve speelstijl
een speelstijl waarbij kinderen de interacties onderbreken op het moment dat zij het gevoel hebben dat hun status gevaar loopt
verbaal pesten
slachtoffers worden uitgescholden, bedreigd of belachelijk gemaakt vanwege lichamelijke of andere eigenschappen
fysiek pesten
echte agressie waarbij kinderen kunnen worden geslagen, geduwd of op ongepaste wijze worden aangeraakt
relationeel pesten
subtielere vorm, zoals wanneer kinderen opzettelijk worden uitgesloten van sociale aktiviteiten
cyberpesten
slachtoffers worden op het internet aangevallen worden, of waarbij kwaadaardige leugens of beeldmateriaal over hen wordt verspreid, bedoeld om hun reputatie te schaden
KiVa
een preventief schoolbreed antipestprogramma dat de kracht van de groep gebruikt om de sociale veiligheid op school te versterken en pestproblemen tegen te gaan