OZV casus 3

5.0(1)
studied byStudied by 2 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/54

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

55 Terms

1
New cards

Demografische gegevens

Informatie over de kenmerken van de bevolking in een bepaald gebied, zoals leeftijd, geslacht, ziekte, opleidingsniveau, werk en inkomen.

2
New cards

Primaire bron

Een originele informatiebron die direct afkomstig is van de bron of het onderwerp, zonder externe interpretaties.

3
New cards

Betrouwbare bronnen

Informatiebronnen die voldoen aan criteria zoals de auteur, het type bron, publicatiedatum en herkomst.

4
New cards

Validiteit

De mate waarin een maatregel daadwerkelijk meet wat deze bedoeld is te meten, zoals het gebruik van een meetlint voor het meten van stress.

5
New cards

Betrouwbaarheid

De consistentie van een meting; een betrouwbaar meetinstrument levert steeds dezelfde resultaten op.

6
New cards

Herhaalbaarheid

De mate waarin een onderzoek consistent dezelfde resultaten oplevert bij herhaling, wat de betrouwbaarheid ervan bevestigt.

7
New cards

Kritisch evalueren van onderzoeksopzet

Het beoordelen van de onderzoeksopzet en gebruikte meetinstrumenten om de validiteit van de resultaten te garanderen.

8
New cards

WMO

De Wet Medischwetenschappelijk Onderzoek reguleert ethische normen en voorwaarden voor wetenschappelijk onderzoek op mensen.

9
New cards

Medisch ethische toetsingscommissie

Een commissie die de ethische aspecten van medisch onderzoek beoordeelt om de rechten en het welzijn van proefpersonen te waarborgen.

10
New cards

AVG

De Algemene Verordening Gegevensbescherming, een Europese regelgeving ter bescherming van persoonsgegevens.

11
New cards

Prevalentie

Het totale aantal gevallen van een bepaalde aandoening binnen een populatie op een bepaald moment, vaak uitgedrukt als percentage.

12
New cards

Incidentie

Het aantal nieuwe gevallen van een bepaalde aandoening binnen een populatie gedurende een specifieke tijdsperiode, vaak uitgedrukt per 1.000 of 100.000 inwoners.

13
New cards

Kwetsbare proefpersonen

Mensen die vanwege hun situatie of toestand extra bescherming nodig hebben in medisch onderzoek.

14
New cards

Ethiek in onderzoek

De principes en richtlijnen die zorgen voor de morele integriteit in wetenschappelijk onderzoek.

15
New cards

Kwantitatief onderzoek

Onderzoek dat gericht is op het verzamelen en analyseren van numerieke gegevens.

16
New cards

Dataverzameling

Methoden zoals gestructureerde interviews, vragenlijsten, gesloten metingen en enquêtes om gegevens te verzamelen.

17
New cards

Observationeel onderzoek

Onderzoek waarbij geen interventies worden uitgevoerd, maar puur wordt geobserveerd en gegevens verzameld.

18
New cards

Interventie-onderzoek

Onderzoek waarbij een interventie of behandeling wordt uitgevoerd, en het resultaat of effect hiervan wordt gemeten.

19
New cards

Prospectief onderzoek

Onderzoek dat gegevens verzamelt vanaf het moment van onderzoek en deelnemers in de toekomst volgt.

20
New cards

Retrospectief onderzoek

Onderzoek waarbij gegevens uit het verleden worden gebruikt om de relatie tussen blootstelling en uitkomst te onderzoeken.

21
New cards

Cohortonderzoek

Een type observationeel onderzoek waarbij een groep mensen met een gedeeld kenmerk in de tijd wordt gevolgd voor het bestuderen van uitkomsten.

22
New cards

Case-control studie

Een observational study die mensen met een specifieke uitkomst vergelijkt met mensen zonder die uitkomst om risicofactoren vast te stellen.

23
New cards

Cross-sectioneel onderzoek

Onderzoek dat op een bepaald moment gegevens verzamelt om een momentopname van een populatie te creëren.

24
New cards

RCT (Randomized Controlled Trial)

Een experimentele studie waarbij deelnemers willekeurig worden toegewezen aan een interventiegroep of controlegroep.

25
New cards

Quasi-experimentele studies

Studies die een interventie toepassen zonder volledige randomisatie, wat leidt tot minder controle over verstorende factoren.

26
New cards

Prospectieve onderzoeken

Studies waarbij gegevens worden verzameld vanaf het begin van het onderzoek en deelnemers in de toekomst worden gevolgd.

27
New cards

Retrospectieve onderzoeken

Studies die zich richten op het analyseren van gegevens uit het verleden om verbanden tussen blootstellingen en uitkomsten te onderzoeken.

28
New cards

Bias

Vertekeningen die de resultaten van een studie kunnen beïnvloeden door systematische fouten.

29
New cards

Informatiebias

Fouten die ontstaan door onnauwkeurigheden bij het meten van uitkomsten of blootstellingen.

30
New cards

Confounding

Een effect van een derde variabele die de relatie tussen een blootstelling en de uitkomst verstoort.

31
New cards

Selectie bias

Door systematische verschillen in kenmerken van de groepen die worden vergeleken kan de generaliseerbaarheid van de resultaten worden aangetast.

32
New cards

Soorten onderzoeken obseravtioneel

  • cohort

  • case-control

    • cross-sectionele

33
New cards

Soorten onderzoeken interventie

  • RCT

    • quasi-experimentele studie

34
New cards

soorten onderzoek prospectief

  • cohort

    • prospectieve onderzoeken

35
New cards

soorten onderzoek retrospectief

  • case-control

  • retrospectieve onderzoeken

36
New cards

Generaliseerbaarheid (externe validiteit)

De mate waarin onderzoeksresultaten toepasbaar zijn op andere populaties of situaties, met inachtneming van kenmerken, setting, omstandigheden en de uitvoering van het onderzoek.

37
New cards

Effectgrootte

Het verschil in uitkomst tussen de groepen die de interventie en controle hebben gekregen, wat de sterkte van het effect van een behandeling of interventie aangeeft.

38
New cards

ARR (Absolute Risico Reductie)

Het verschil in risicopercentage tussen de interventiegroep en de controlegroep, dat de afname van risico door de interventie aangeeft.

39
New cards

RRR (Relatieve Risico Reductie)

De percentage vermindering van risico tussen de interventie- en controlegroep, wat de effectiviteit van de interventie laat zien.

40
New cards

NNT (Number Needed to Treat)

Het aantal patiënten dat behandeld moet worden om één extra positief resultaat te behalen.

41
New cards

RR (Relatief Risico)

De verhouding van het risico op een specifieke uitkomst in de interventiegroep in vergelijking met de controlegroep.

42
New cards

OR (Odds Ratio)

De verhouding van de kans op een specifieke uitkomst in de interventiegroep ten opzichte van de controlegroep.

43
New cards

Betrouwbaarheidsinterval (BI)

Een schatting die aangeeft binnen welk bereik de werkelijke effectgrootte met een bepaalde waarschijnlijkheid (zoals 95%) ligt.

44
New cards

P-waarde

Een maat voor de kans dat de geobserveerde resultaten door toeval zijn ontstaan; doorgaans, P<0,05 duidt op statistische significantie.

45
New cards

Klinische relevantie

De mate waarin de gezondheidseffecten van een interventie van belang zijn voor de patiënt, los van de statistische significantie.

46
New cards

Validiteit

De mate waarin een studie meet wat het beoogt te meten, wat belangrijk is voor de betrouwbaarheid van de resultaten.

47
New cards

Methodische kwaliteit

De strengheid en de structuur van een onderzoeksmethode die de geloofwaardigheid van de resultaten beïnvloedt.

48
New cards

Beoordelen van literatuur

Het proces waarbij wetenschappelijke studies worden geanalyseerd op hun validiteit, methodologische kwaliteit en relevantie van bevindingen.

49
New cards

Belang en relevantie van bevindingen

De impact van de onderzoeksresultaten in de echte wereld en hun toepassingen binnen de specifieke context van de praktijk.

50
New cards

Toepasbaar voor eigen context

De mate waarin de bevindingen van een studie direct toepasbaar zijn of relevante inzichten bieden voor eigen praktijk.

51
New cards

Sterke en zwakke punten van een studie

Aspecten van een studie die de kwaliteit en betrouwbaarheid van de resultaten kunnen versterken of verzwakken, zoals steekproefgrootte en methodologie.

52
New cards

Wat is het doel van het onderzoek?

De specifieke vraag of hypothese die de basis vormt voor een studie en die leidt tot de keuze van methoden en analyses.

53
New cards

Hoe is het onderzocht?

De beschrijving van de methoden, technieken en procedures die zijn gebruikt om de onderzoeksdoelen te bereiken.

54
New cards

Wat werd er gevonden?

De belangrijkste resultaten en conclusies die uit de studie naar voren zijn gekomen.

55
New cards

Wat heb ik er aan in de praktijk?

De praktische implicaties van de onderzoeksresultaten voor zorgverleners of andere professionals in het veld.