Zenuwstelsel
Het systeem dat alle functies van het lichaam aanstuurt, inclusief beweging, denken, ademhaling en emoties.
Centraal zenuwstelsel (CZS)
Bestaat uit de hersenen en ruggenmerg, verantwoordelijk voor de verwerking van informatie.
Perifeer zenuwstelsel (PZS)
Alle zenuwen buiten het CZS, die informatie doorgeven.
Afferent (sensorisch)
Brengt informatie van zintuigen naar de hersenen.
Efferent (motorisch)
Stuurt signalen van de hersenen naar spieren en organen.
Neuronen
Zenuwcellen die als communicatiespecialisten fungeren in de hersenen.
Dendrieten
Structuren die signalen van andere neuronen ontvangen.
Soma (cellichaam)
Bevat de celkern en verwerkt signalen in neuronen.
Axon
Stuurt elektrische signalen door van het neuron.
Synaps
De ruimte waar neuronen chemisch communiceren.
Astrocyten
Gliacellen die de chemische omgeving in de hersenen regelen.
Oligodendrocyten
Gliacellen die myeline aanmaken voor snelle signaaloverdracht.
Microglia
Gliacellen die fungeren als het immuunsysteem van de hersenen.
Rustpotentiaal (-70mV)
De toestand van een neuron in rust.
Depolarisatie
Het proces waarbij positieve ionen naar binnen stromen en de spanning verhogen.
Actiepotentiaal (+30mV)
De toestand waarin de cel een elektrisch signaal 'vuurt'.
Repolarisatie
De fase waarin de cel terugkeert naar de ruststand.
Hyperpolarisatie
Een tijdelijke extra negatieve lading van de cel.
Neurotransmitters
Chemische boodschappers die communicatie tussen neuronen mogelijk maken.
Dopamine
Neurotransmitter die een rol speelt in motivatie en beloning.
Serotonine
Neurotransmitter die de stemming en slaap reguleert.
GABA
Neurotransmitter die overactieve hersenactiviteit remt.
Glutamaat
Neurotransmitter die leren en geheugen stimuleert.
Verslaving
Ontstaat wanneer het beloningssysteem te veel wordt geactiveerd.
Cravings
Sterk verlangen naar een stof.
Tolerantie
Meer van een stof nodig hebben om hetzelfde effect te krijgen.
Stimulerende middelen
Drugs zoals cocaĂŻne en amfetamine die dopamine verhogen.
Verdovende middelen
Drugs zoals alcohol en heroĂŻne die GABA remmen.
Mediaal
Term die 'in het midden' betekent.
Lateraal
Term die 'aan de zijkant' betekent.
Rostraal
Term die 'richting de neus' betekent.
Caudaal
Term die 'richting het achterhoofd' betekent.
Cortex (hersenschors)
De buitenste laag van de hersenen, verantwoordelijk voor denken en waarnemen.
Hersenvliezen
Drie vliezen die de hersenen beschermen.
Cerebrospinale vloeistof
Vloeistof die helpt de hersenen te beschermen.