Thema 12 Voeding en vertering

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/76

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

77 Terms

1
New cards

Conserveermiddel

Stof die een voedingsmiddel langer houdbaar maakt

2
New cards

Conserveren

Voedsel langer houdbaar maken

3
New cards

Enzym

Eiwit dat reacties versnelt zonder zelf te worden verbruikt

4
New cards

Enzymactiviteit

Snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt

5
New cards

Optimumkromme

Diagram van de enzymactiviteit met een minimum, een optimum en een maximum

6
New cards

Optimumtemperatuur

Temperatuur waarbij de enzymactiviteit optimaal (het snelst) is

7
New cards

Pasteuriseren

Een product gedurende korte tijd verhitten tot 72C

8
New cards

pH

Zuurgraad; een lage pH betekent een hoge zuurgraad

9
New cards

Steriliseren

Een product verhitten tot 130-140 graden

10
New cards

Voedselinfectie

Besmetting door ziekmakende bacteriën of schimmels in het voedsel

11
New cards

Voedselvergiftiging

Vergiftiging door giftige stoffen in het voedsel, die vrijkomen bij de afbraak door bacteriën en schimmels

12
New cards

Zuurgraad

Geeft aan of een stofzuur (pH <7). Neutraal (pH = 7) of basisch (pH > 7) is

13
New cards

Beschermende stof

Stof die helpt om ziekten te voorkomen (mineralen en vitaminen)

14
New cards

Bouwstof

Stof die wordt gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (voor opbouw en herstel)

15
New cards

Brandstof

Stof die wordt gebruikt bij de verbranding (vooral glucose)

16
New cards

Eiwitten

Voedingsstoffen die vooral worden gebruikt als bouwstof, soms als brandstof

17
New cards

Koolhydraten

Voedingsstoffen die worden gebruikt als brandstof, bouwstof en reservestof(glucose, zetmeel, cellulose)

18
New cards

Mineralen

Voedingsstoffen die worden gebruikt als bouwstof en beschermende stof(zouten en ijzer)

19
New cards

Onverzadigd vet

Zit vooral in plantaardige producten(noten, avocado) en vis; verkleint het risico op hart- en vaatziekten; dient vooral als bouwstof

20
New cards

Reservestof

Stof die wordt opgeslagen voor later

21
New cards

Verzadigd vet

Zit vooral in dierlijke producten en snacks. Verhoogd het risico op hart- en vaatziekten; dient vooral als brandstof

22
New cards

Vetten

Voedingsstoffen die vooral worden gebruikt als brandstof, die kan worden opgeslagen als reservestof

23
New cards

Vitaminen

Voedingsstoffen die dienen als beschermende stof; worden aangeduid met een letter en soms een nummer

24
New cards

Voedingsmiddel

Product dat je eet en/of drinkt

25
New cards

Voedingsstof

Bruikbaar bestanddeel van voedingsmiddelen (eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen)

26
New cards

Voedingsvezel

Plantaardige stof die mensen niet kunnen verteren; bevorderd de darmbewegingen en de stoelgang

27
New cards

Water

Voedingsstof die wordt gebruikt als bouwstof

28
New cards

Energieverbruik

Hoeveelheid energie die wordt verbruikt voor stofwisseling en lichamelijke activiteit samen

29
New cards

Grondstofwisseling

Energie die nodig is voor de stofwisseling van een lichaam in rust

30
New cards

Ondergewicht

Wanneer een persoon minder weegt dan gezond is

31
New cards

Ondervoeding

Tekort aan bepaalde voedingsstoffen

32
New cards

Overgewicht

Wanneer een persoon meer weegt dan gezond is

33
New cards

Overvoeding

Meer eten dan het lichaam nodig heeft aan energie

34
New cards

Schijf van Vijf

Hulpmiddel om alle voedingsstoffen via voeding binnen te krijgen die per dag nodig zijn

35
New cards

Vermageren

Wanneer een persoon lichaamsgewicht

36
New cards

Darmperistaltiek

Het afwisselend samentrekken van kring- en lengtespieren

37
New cards

Vertering

Het afbreken van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen kunnen in verteringsproducten die wel door de darmwand heen kunnen en in het bloed kunnen worden opgenomen

38
New cards

Verteringsklieren

Maken verteringssappen die vaak enzymen bevatten (speekselklieren, maagsapklieren, lever, alvleesklier en darmsapklieren)

39
New cards

Verteringssap

Kan voedingsstoffen verteren(speeksel en maagsap)

40
New cards

Alvleesklier

Produceert alvleessap

41
New cards

Alvleessap

Verteringssap dat bestaat ui verschillende enzymen die eiwitten, koolhydraten en vetten verteren

42
New cards

Anus

Kringspier die de uitgang van de endeldarm

43
New cards

Darmsap

Verteringssap dat bestaat uit verschillende enzymen die de vertering van eiwitten en koolhydraten afmaken

44
New cards

Dikke darm

Hier wordt een groot deel van het water aan de voedselbrij onttrokken; hierin leven ceel bacteriën die helpen bij de vertering

45
New cards

Dunne darm

Hier wordt darmsap afgegeven aan de voedselbrij en wordt water met opgeloste voedingsstoffen en verteringsproducten opgenomen

46
New cards

Emulgeren

Grote vetdruppels verdelen in kleine vetdruppeltjes

47
New cards

Endeldarm

Slaat ontlasting op totdat je aandrang krijgt om te poepen

48
New cards

Gal

Vloeistof die vetten emulgeert

49
New cards

Kiezen

Vermalen het voedsel in de mondholte

50
New cards

Lever

Produceert gal

51
New cards

Maag

Hier wordt voedsel gekneed en vermengd met maagsap

52
New cards

Maagportier

Kringspier die de uitgang van de maag afsluit

53
New cards

Maagsap

Verteringssap dat onder andere bestaat uit water, zoutzuur en een enzym dat eiwitten verteert

54
New cards

Maagsapklieren

Produceren maagsap

55
New cards

Maagzuur

Verteringssap dat zorgt voor een lage pH in de maag; doodt bacteriën

56
New cards

Mondholte

Hier wordt voedsel gekauwd en vermengd met speeksel

57
New cards

Slokdarm

Hier wordt voedsel voortgeduwd naar de maag

58
New cards

Speeksel

Slijmerig verteringssap dat o.a. bestaat uit water en een enzym dat zetmeel verteerd; doodt bacteriën

59
New cards

Speekselklieren

Produceren speeksel

60
New cards

Tanden

Delen het voedsel in kleine stukjes

61
New cards

Tong

Duwt gekauwd voedsel naar de keelholte

62
New cards

Twaalfvingerige darm

Hier worden gal en alvleessap afgegeven aan de voedselbrij

63
New cards

Verteringsenzymen

Breken voedingsstoffen af tot verteringsproducten die kunnen worden opgenomen in het bloed

64
New cards

Alleseter

Organisme dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel eet

65
New cards

Cement

Dun laagje dat het tandbeen van de wortel bedekt

66
New cards

Fluoride

Een behandeling met fluoride zorgt ervoor dat het glazuur sterker wordt, waardoor de tanden beter beschermd zijn tegen zuur

67
New cards

Glazuur

Harde stof die het tandbeen van de kroon bedekt

68
New cards

Knipkiezen

Scherpe kiezen; knippen voedsel in stukkken

69
New cards

Knobbelkiezen

Kiezen met een knobbelig oppervlak; malen voedsel fijn

70
New cards

Planteneter

Organisme dat plantaardig voedsel eet

71
New cards

Plooikiezen

Kiezen met harde richels van glazuur; malen voedsel fijn

72
New cards

Tandbederf

Aantasting van het gebit door tandplak

73
New cards

Tandbeen

Heet grootste deel waaruit tanden en kiezen bestaan; is bedekt met glazuur

74
New cards

Tanderosie

Aantasting van het gebit door zure voedingsstoffen

75
New cards

Tandplak

Dun laagje aanslag op tanden en kiezen; kan verkalken tot tandsteen

76
New cards

Vleeseter

Organisme dat dierlijk voedsel eet

77
New cards

Wortel

Hiermee zit de tand of kies bevestigd in de kaak