History and Methods, theme 3

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/25

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Mind-Body Probleem

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

26 Terms

1
New cards

Ontologie

Wat is de werkelijkheid?

2
New cards

Epistemologie

Hoe wordt ervaring gegenereerd binnen deze werkelijkheid, focus op aard, oorsprong en grenzen ban kennis.

3
New cards

Rationalisme

De ultieme bepaler van waarheid is ‘de rede’, en wanneer de zintuigen in strijd waren met de rede, had de rede de overhand.

4
New cards

Empirisme

Theorieën baseren op basis van observaties, psychologische benadering.

5
New cards

De vier proposities die het Mind-Body probleem formuleerde door Keith Campbell:

  1. De geest is een non-fysiek ding;

  2. Het lichaam is een fysiek ding;

  3. De geest en het lichaam interacteren;

  4. Fysieke en non-fysieke dingen kunnen niet interacteren.

6
New cards

René Descartes …

In 1641 besprak hij al de interactie tussen geest en lichaam. Hij ontwikkelde het interactionisme of interactionistisch substandiedualsime.

Descartes was van mening dat mentale entiteiten zoals de geest geen ruimtelijke eigenschappen hebben (zoals hoogte, diepte of lengte) en dus niet fysiek zijn.

Hij beargumenteerde dat het brein fysieke eigenschappen heeft en ruimte inneemt, maar de geest niet. Hij zag het lichaam dus wel als fysiek.

7
New cards

Interactionisme of interactionistisch substantiedualisme

Ontwikkeld door Descartes, waarbij de visie was dat de geest en het lichaam verschillende substanties zijn die onafhankelijk van elkaar kunnen bestaan.

8
New cards

Property dualisme

Dit is een alternatief voor substantiedualisme. Bij het property dualisme gaat het niet over twee substanties die invloed op elkaar hebben, maar over één substantie met twee eigenschappen (fysiek en non-fysiek). Het gaat hierbij dus niet om het dualisme van dingen, maar het dualisme van eigenschappen (properties) van die dingen.

9
New cards

Fysicalisme

Dit is een versie van property dualisme. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de geest een fysiek ding is. Het is het deel van de hersenen dat relevant is voor causale interactie. Mentale eigenschappen zijn gegrond in de fysieke geest, maar zijn niet te reduceren tot fysieke eigenschappen. Wel zijn ze afhankelijk van het fysieke, als het fysieke brein wordt beschadigd, zullen ook de mentale eigenschappen worden aangetast.

10
New cards

Parallellisme

Dit is weer een andere versie van property dualisme. Hierbij worden geest en lichaam als verschillend gezien en wordt geloofd dat deze niet interacteren. In plaats van interactie tussen geest en lichaam is er sprake van correlatie tussen wat er gebeurt in het lichaam en in de geest.

11
New cards

Occasionalisme

Hierbij wordt beargumenteerd dat fysieke gebeurtenissen in het lichaam de gelegenheid voor God zijn om in de geest te handelen en andersom.

Het occasionalisme had kritiek op het parallellisme.

12
New cards

Epifenomenalisme

Volgens het epifenomenalisme zijn mentale gebeurtenissen en de geest ‘epifenomenen’. Epi betekent ‘als toevoeging aan’. Epifenomenen zijn dus dingen die verschijnen als toevoeging aan basisfenomenen. Deze basisfenomenen zijn fysieke verschijnselen/gebeurtenissen waar mentale fenomenen mee gepaard gaan

Volgens het epifenomenalisme veroorzaken fysieke gebeurtenissen mentale gebeurtenissen, maar mentale gebeurtenissen veroorzaken niet fysieke gebeurtenissen.

13
New cards

Emergentisme

Volgens het emergentisme is het fysieke dominante en het mentale een bijproduct. De relatie tussen mentaal en fysiek is nauwer in deze visie dan bij het epifenomenalisme. Bij deze visie wordt er zowel ontkend als bevestigd dat de geest non-fysiek is. De geest is fysiek, omdat het echt wordt gestuurd door structuren vanuit waar het is ‘opgedoken’. De geest is non-fysiek, omdat het is ‘opgedoken’ uit het fysieke.

Emergentisme is een vorm van fysicalisme, en wil het bestaan van het non-fysieke ontkennen in een verdunde vorm.

14
New cards

Behavioristisch perspectief

Volgens het behavioristisch perspectief gaan mentale gebeurtenissen om gedrag. Binnen dit perspectief zijn verschillende levels.

15
New cards

De verschillende levels binnen het behavioristisch perspectief:

  • De extreemste variant: Het bestaan van de geest en mentale gebeurtenissen wordt volledig ontkent, volgens deze behavioristen is er alleen gedrag;

  • De iets redelijkere variant: Beschrijft dat de geest en mentale gebeurtenissen wel bestaan, maar dat we deze niet moeten bestuderen, omdat ze niet direct te observeren zijn. In plaats daarvan moeten we het bestaan van de geest afleiden uit het externe gedrag van mensen;

  • De nog redelijkere variant: Beschrijft dat de geest niet interessant of belangrijk is en dat we de studie ernaar moeten vervangen door de studie naar het gedrag;

  • De laatste vorm: Beschrijft dat de geest gelijk staat aan gedrag in de zin dat elke propositie over de geest ‘vertaald’ kan worden in een propositie over gedrag. Zo kan de uitspraak ‘ik ben moe’ worden vertaald naar gedrag dat te observeren is, zoals ogen die sluiten.

16
New cards

Inverted spectrum

Het feit dat er bij het behavioristisch perspectief geen rekening wordt gehouden met het feit dat het gedrag van iemand niet overeen hoeft te komen met de innerlijke ervaringen van die persoon. Dit is ook wel het inverted spectrum.

17
New cards

Waarom verloor behaviorisme populariteit?

Het behaviorisme verloor populariteit toen er meer focus kwam voor de neurologische causale uitleg van gedrag, waarbij is gebleken dat innerlijke gebeurtenissen in de hersenen gedrag kunnen verklaren.

18
New cards

De identiteitstheorie

De identiteitstheorie werd, door de ontwikkelingen in neurologische causaliteit, rond 1950 bedacht door Amerikaanse en Australische filosofen. Zij beargumenteerden dat de verklaring voor wat mensen doen en ervaren, in de hersenen ligt. Elke mentale gebeurtenis is volgens deze filosofen een fysiologische gebeurtenis die plaatsvindt in het zenuwstelsel.

19
New cards

Centrale-staat materialisme

Dit houdt in dat de geest deel uitmaakt van het centrale zenuwstelsel. Dit contrasteert met het perifere-staat materialisme dat de behavioristen aanhielden.

20
New cards

Waaruit wordt onderscheidt gemaakt bij het centrale-staat materialisme?

  • Type

  • Token

21
New cards

Type

Een type is een algemene categorie, zoals pijn. Hierbij wordt de gedachte gevolgd dat een type mentale staat identiek is aan een type staat van de hersenen. De mentale staat van pijn komt altijd overeen met bepaalde activiteit in de hersenen, dus pijn is zowel een mentale staat als een fysieke staat.

22
New cards

Token

Een token is specifieker, zoals pijn die iemand op een bepaalde moment ervaart. Volgens deze gedachte is een specifiek geval van een mentale staat identiek aan een specifiek geval van een staat van de hersenen. Iemands pijn op dit moment komt dus overeen met bepaalde activiteit in de hersenen op datzelfde moment. Een individuele ervaring hoeft volgens deze gedachte niet altijd dezelfde activiteit in de hersenen te triggeren. Verschillende ervaringen van pijn zijn tokens van pijn in het algemeen, maar de bijbehorende hersenactiviteiten hoeven niet allemaal hetzelfde type te zijn.

23
New cards

Eliminativisme

Volgens het eliminativisme is er niet een ding zoals ‘het mentale’, maar zijn er wel mentale beschrijvingen en concepten. Volgens fit perspectief kunnen deze mentale concepten niet worden teruggebracht tot wetenschappelijk fysiologische concepten. Binnen een neurowetenschap is er volgens aanhangers van dit perspectief geen behoefte en ruimte voor deze mentale concepten.

24
New cards

Idealisme

Volgens het idealisme is alles wat bestaat mentaal of afhankelijk van het mentale. De realiteit is non-fysiek. Deze visie staat recht tegenover de visie van het fysicalisme. Hierbij wordt de tweede propositie ontkent, het lichaam is niet fysiek want niks is fysiek.

25
New cards

Fenomenalisme

Dit is een vorm van het idealisme. Hierbij wordt gesteld dat objecten bundels van mogelijke zintuigelijke ervaringen (ofwel fenomenen) zijn. Het lichaam is dus ook een structuur van mentale gebeurtenissen.

Wat normaal als fysiek wordt gezien, wordt hier gezien als een constructie in de geest. Hierdoor kunnen de geest en het lichaam dus interacteren.

26
New cards

Dubbele aspecttheorie

‘één substantie met twee aspecten (extensie en gedachten), ontkenning dat geest en lichaam interacteren.

Volgens de dubbele aspecttheorie van Spinoza bestaat er één oneindige substantie, of ‘echt’ ding, in het universum: God of de natuur. Voor hem vielen deze samen.

Deze ene substantie heeft meerdere attributen, waarvan wij als mensen toegang hebben tot twee complementaire aspecten die worden gezien. Deze twee complementaire aspecten zijn:

  • Extensie / lineaire dimensie

  • de gedachten

(mensen kunnen op dezelfde manier gezien worden. De extensie/lineaire dimensie is het lichaam en de gedachten zijn de geest.