Specialisatie in de biologie waarbij de relatie tussen soorten organismen onderling en hun omgeving bestudeerd wordt.
2
New cards
Biosfeer
Gedeelte van de aarde waar leven mogelijk is. (Alle ecosystemen bij elkaar).
3
New cards
Bioom
Gebieden met gelijkvormige ecosystemen).
4
New cards
Ecosysteem
Min of meer begrensd gebied waarin biotische en abiotische factoren en geheel vormen.
5
New cards
Levensgemeenschap
Alle populaties in een gebied.
6
New cards
Populatie
Alle individuen van een soort in een gebied.
7
New cards
Verspreidingspatroon
De manier waarop organismen zie verspreiden over een gebied.
8
New cards
Groepsverspreiding
Organismen die in groepen bij elkaar blijven.
9
New cards
Regelmatige verspreiding
Organismen die op gelijke afstand van elkaar zich verspreiden zoals in kolonies .
10
New cards
Toevallige verspreiding
Verspreiding van organismen op willekeurige plaatsen.
11
New cards
Geboortecijfer
Het aantal organismen dat binnen een populatie sterft.
12
New cards
Sterftecijfer
Het aantal organismen dat binnen een populatie geboren wordt.
13
New cards
Immigratie
Het aantal organismen in een populatie dat uit een gebied wegtrekt.
14
New cards
Emigratie
Het aantal organismen van een bepaalde soort dat naar een bepaald gebied toekomt.
15
New cards
Exponentiële groei
Groei van een populatie waarbij er sprake is van een constante verdubbeling per tijdseenheid.
16
New cards
Beperkende factor
Een omgevingsfactor die groei van een populatie remt.
17
New cards
Biotoop
Natuurlijke leefomgeving van een plant of dier met specifieke kenmerken. Alle abiotische factoren in een gebied.
18
New cards
Habitat (woonplaats)
Gebied binnen een biotoop, waar een bepaald organisme voorkomt, doordat biotische en abiotische factoren voldoen aan de eisen van dat organisme om te kunnen overleven.
19
New cards
Niche (adres/beroep)
De functie ven een soort in een ecosysteem (Rol die het organisme speelt in de habitat).
20
New cards
Individu
Organisme van een bepaalde soort.
21
New cards
Orgaanstelsel
Groep samenwerkende organen.
22
New cards
Weefsel
Groep cellen met dezelfde bouw en functie.
23
New cards
Cel
De kleinste eenheid binnen een organisme die alle genetische informatie van dat organisme bevat.
24
New cards
Organel
Onderdeel van een cel met een bepaalde functie.
25
New cards
Molecuul
Kleinste deel van een stof met de stofeigenschappen.
26
New cards
Leefomgeving
Het totaal van biotische en abiotische factoren in een gebied.
27
New cards
Abiotische factoren
Invloeden van de levenloze natuur op de levende natuur.
28
New cards
Biotische factoren
Invloeden van de levende natuur op de levende natuur.
29
New cards
Vegetatiegordel
Plantensoorten in verschillende klimaatgebieden afhankelijk van temperatuur en neerslag.
30
New cards
Tolerantiegrenzen
De maximale en minimale waarden van een bepaalde omgevingsfactor waarbij een organisme nog kan overleven .
31
New cards
Minima
De minimale waarde van een bepaalde omgevingsfactor waarbij een organisme nog kan overleven.
32
New cards
Maxima
De maximale waarde van een bepaalde omgevingsfactor waarbij een organisme nog kan overleven.
33
New cards
Tolerantiegebied
De waarden tussen het minimum en maximum van een bepaalde omgevingsfactor.
34
New cards
Loofboom
Boom met blaadjes (loof).
35
New cards
Naaldboom
Boom met naalden.
36
New cards
Microklimaat
De plaatselijke waarden van de omgevingsfactoren.
37
New cards
Brakwater
kustgebieden waar het zoete water uit de rivieren gemengd wordt met het zoute zeewater.
38
New cards
Kustzone
Het zeegebied vlakbij het land, waar de zee niet dieper is dan 20 meter.
39
New cards
Drasland
Gebieden langs rivieren die bij veel regenval en smeltwater onder water komen te staan en vaak nat blijven.
40
New cards
Soort
Organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
41
New cards
geslachtsaanduiding
Eerste deel van de wetenschappelijke naam van een soort.
42
New cards
soortaanduiding
Tweede deel van de wetenschappelijke naam van een soort.
43
New cards
Verspreidingsgebied
Het gebied waar een soort van nature voorkomt.
44
New cards
Biodiversiteit
Het aantal soorten in een bepaald gebied.
45
New cards
Genetische biodiversiteit
De variatie van erfelijke eigenschappen binnen een populatie of soort.
46
New cards
Populatiedichtheid
Het aantal individuen van een soort in een bepaald gebied per oppervlakte of inhoud.
47
New cards
kwadrantmethode
Een deel van een groter oppervlak tellen en vermenigvuldigen tot het totale oppervlak.
48
New cards
Vang en terugvangmethode
Organismen vangen en gedeeltelijk terug vangen waardoor een verhouding berekend kan worden.
49
New cards
Determineren
Het opzoeken van de naam van een organisme m.b.v. determinatie tabellen of zoekkaarten,. waarin kenmerken van het organismen staan.
50
New cards
Producent
Organisme dat uit anorganische stof organische stof kan maken. (zelf zijn eigen voedsel maakt).
51
New cards
Consument
Organisme dat organische stof opeet om in leven te blijven. (andere organismen eet).
52
New cards
Reducent
Organismen die organische stoffen omzetten in anorganische stoffen.
53
New cards
Afvaleters
Consumenten die van afval van organismen leven
54
New cards
Anorganische stof
Stoffen die niet door organismen zijn gemaakt.
55
New cards
Organische stof
Stoffen die door organismen zijn gemaakt.
56
New cards
Autotroof
Organismen die zelf hun voedsel kunnen maken uit anorganische stoffen.
57
New cards
Heterotroof
Organismen die organische stoffen eten om in leven te blijven. (andere organismen).
58
New cards
Biomassa
De totale hoeveelheid organische stof (energierijke stof).
59
New cards
Herbivoor
Planteneter
60
New cards
Omnivoor
Alleseter
61
New cards
Carnivoor
vleeseter
62
New cards
Voedselketen
Een reeks van organismen waarbij de ene soort als voedsel dient voor de volgende soort
63
New cards
Voedselweb
Een aantal Voedselketens door elkaar die samenhang vertonen (alle voedselrelaties in de levensgemeenschap)
64
New cards
Voedselpiramide van biomassa
Een figuur waarin de hoeveelheden biomassa in een voedselketen weergegeven worden.
65
New cards
Voedselpiramide van aantallen
Een figuur waarin de hoeveelheden organismen in een voedselketen weergegeven worden.
66
New cards
Symbiose
Organismen van verschillende soorten leven intiem met elkaar samen.
67
New cards
Mutualisme
Vorm van symbiose: Beide soorten hebben voordeel.
68
New cards
Commensalisme
Vorm van symbiose: Eén soort heeft voordeel. De andere soort heeft geen voordeel, maar ook geen nadeel.
69
New cards
Parasitisme
Vorm van symbiose: Eén soort heeft voordeel, (parasiet) één soort heeft nadeel. (gastheer)
70
New cards
Parasiet
Organisme dat leeft ten koste van een ander organisme (zijn gastheer).
71
New cards
Gastheer
Organisme waarin of waarbij een ander organisme langdurig leeft en bijvoorbeeld voedsel onttrekt.
72
New cards
Interspecifieke concurrentie
Concurrentie tussen verschillende soorten
73
New cards
Intraspecifieke concurrentie
Concurrentie binnen organismen van dezelfde soort.
74
New cards
Co-evolutie
Evolutie binnen een soort heeft invloed op de evolutie van een andere soort.
75
New cards
Natuurlijk evenwicht
Toestand in een ecosysteem waarbij populaties voor langere tijd stabiel blijven.
76
New cards
Draagkracht
Het maximale aantal individuen dat in een gebied kan voorkomen.
77
New cards
Pioniersecosysteem
Ecosysteem met pioniersplanten die weinig eisen stellen aan de omgeving. Eenvoudig voedselweb.
78
New cards
Climaxecosysteem
Stabiel ecosysteem met veel soorten en ingewikkeld voedselweb.
79
New cards
Successie
Ontwikkeling van een pioniersecosysteem naar een climaxecosysteem.
80
New cards
Primaire productie
Alle energie die planten omzetten in biomassa (organische stof)
81
New cards
Accumulatie
Ophoping van gifstoffen in voedselketens doordat deze gifstoffen niet biologisch afbreekbaar zijn
82
New cards
Resistentie
Het onvatbaar worden van bepaalde plaagorganismen voor bepaalde gifstoffen
83
New cards
Biologische bestrijding
Het bestrijden van plaagorganismen door middel van hun natuurlijke vijanden.
84
New cards
Koolstofkringloop
De cyclus die het atoom koolstof maakt vanuit de lucht door de voedselketen en de reducenten weer terug naar de lucht.