1/20
Flashcards ter voorbereiding op de kennisoverdracht en toets van de Minor Acute Zorg.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
ABCDE methodiek
Een methodiek voor acute zorg waarbij aandacht wordt besteed aan de ademweg, ademhaling, circulatie, bewustzijn en omgeving.
Klinisch redeneren
Het proces van het maken van een zorgdiagnose op basis van een feitelijke onderbouw.
Anamnese
De verzameling van informatie over de patiënt, inclusief medische geschiedenis en symptomen.
Intubatie
Het inbrengen van een buis in de luchtpijp om de luchtweg open te houden.
Hemodynamische stabiliteit
De toestand waarbij de bloedcirculatie en bloeddruk in balans zijn.
CVA
Cerebrovasculair accident, een acute verstoring van de bloedtoevoer naar de hersenen.
Shock
Een levensbedreigende aandoening waarbij er onvoldoende circulerend volume is.
Hypoxie
Een tekort aan zuurstof in de weefsels.
Encefalitis
Ontsteking van de hersenen, vaak veroorzaakt door een infectie.
Verpleegkundige interventies
Acties die verpleegkundigen ondernemen om de zorg voor patiënten te verbeteren.
Astma cardiale
Dyspnoe veroorzaakt door een hartprobleem, vaak geassocieerd met hartfalen.
Opnamecriteria
Criteria die bepalen of een patiënt in het ziekenhuis moet worden opgenomen voor behandeling.
Patiëntenrouting
De loop die een patiënt volgt binnen de zorg, van opname tot ontslag.
ABCDE observeermethoden
De specifieke observaties die gemaakt worden voor elk onderdeel van de ABCDE-methode.
Medicatiegroepen
Categorizatie van medicijnen op basis van hun werking, zoals pijnstilling en antibiotica.
Neurogene shock
Shock veroorzaakt door een verlies van sympathische vasomotorische tonus.
ECG
Electrocardiogram, een registratie van de elektrische activiteit van het hart.
Tachycardie
Een abnormaal hoge hartslag, meestal meer dan 100 slagen per minuut.
D-dimeer
Een bloedtest die kan wijzen op de aanwezigheid van een bloedstolsel.