Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 8

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/73

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards over vernieuwing in de landbouw, industrialisatie, en de ontwikkeling van de verzorgingsstaat in Nederland na de Tweede Wereldoorlog, evenals immigratie, integratie, en politieke verschuivingen.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

74 Terms

1
New cards

Wat waren de drie hoofdkenmerken van de vernieuwing in de landbouw na de bevrijding in 1945?

Machines vervingen handarbeid, boeren richtten zich op één soort product, en kleine bedrijven groeiden uit tot grotere landbouwbedrijven.

2
New cards

Wat was de industrialisatiepolitiek die de overheid vanaf 1949 voerde?

Het stimuleren van de industrie door subsidies en belastingvoordelen aan ondernemers.

3
New cards

Wat was de geleide loonpolitiek en waarom werd deze gevoerd?

Lonen werden bewust laag gehouden om Nederlandse producten goedkoop te houden en de export te stimuleren.

4
New cards

Welke factoren droegen bij aan de toenemende welvaart in Nederland begin jaren '60?

De ontdekking van aardgas bij Slochteren en de afschaffing van de geleide loonpolitiek.

5
New cards

Welke twee belangrijke wetten werden ingevoerd als onderdeel van de opbouw van de verzorgingsstaat?

AOW (1957) en de Bijstandswet (1963).

6
New cards

Wat veroorzaakte de eerste oliecrisis in 1973?

Arabische landen weigerden olie te leveren aan Nederland vanwege de steun aan Israël.

7
New cards

Wat was het poldermodel en wanneer begon dit?

Overheid, werkgevers en werknemers gingen samen overleggen om hervormingen door te voeren.

8
New cards

Wat waren de redenen voor banenverlies in de industrie vanaf 1970?

Sluiting van Limburgse mijnen, concurrentie uit lagelonenlanden, en automatisering/robotisering.

9
New cards

Naar welke sectoren verschoof de Nederlandse economie vanaf 1970?

Handel en transport, en kennisdiensten.

10
New cards

Waarom emigreerden veel Nederlanders na WOII naar landen als Canada, Australië en Nieuw-Zeeland?

Gebrek aan ruimte en werk, en angst voor het communisme.

11
New cards

Wie waren de eerste groepen immigranten die na WOII naar Nederland kwamen?

Repatrianten uit Indonesië en Molukkers.

12
New cards

Hoe reageerde Nederland op het arbeidstekort in de jaren '50?

Ze haalden gastarbeiders uit Zuid-Europa, Turkije en Marokko om in de industrie te werken.

13
New cards

Hoe veranderde de samenstelling van de Nederlandse bevolking vanaf de jaren '70?

Door gezinshereniging en de komst van Surinamers.

14
New cards

Welke problemen ontstonden in de multiculturele samenleving?

Arme stadswijken, criminaliteit en sociale segregatie.

15
New cards

Welke oplossingen zocht de regering in de 21e eeuw voor de problemen in de multiculturele samenleving?

Strengere integratieregels en minder nieuwe immigranten.

16
New cards

Wat wordt bedoeld met verzuiling?

Sterke sociale groepen gebaseerd op geloof en politiek.

17
New cards

Welke factoren leidden tot de ontzuiling in de jaren zestig?

De economische groei en de opbouw van de verzorgingsstaat.

18
New cards

Wat was het doel van het kabinet-Den Uyl?

Een kabinet dat streefde naar eerlijkere verdeling van kennis, macht en inkomen.

19
New cards

Welke maatregelen namen de paarse kabinetten onder leiding van Wim Kok?

Versobering van de verzorgingsstaat, privatisering van bedrijven, en meer marktwerking.

20
New cards

Wat waren de belangrijkste standpunten van Pim Fortuyn?

Hij stelde dat de multiculturele samenleving was mislukt en bekritiseerde de islam.

21
New cards

Wie ging verder dan Pim Fortuyn in de kritiek op immigratie en de islam?

Geert Wilders en zijn PVV.

22
New cards

Waarom is er kritiek op de Europese Unie?

Veel regels waar mensen zich aan storen en onmacht bij economische problemen en de vluchtelingencrisis.

23
New cards

Wat was het doel van de Provo-beweging?

Ze wilden autoriteiten ontmaskeren en laten zien dat de burger saai en verslaafd aan consumptie was.

24
New cards

Wat waren de belangrijkste doelen van de feministische groep Dolle Mina?

Gelijke kansen voor meisjes en jongens en emancipatie van vrouwen én mannen.

25
New cards

Welke invloed had de anticonceptiepil op de positie van vrouwen?

Meer controle over hun seksualiteit en moederschap.

26
New cards

Hoe zag de Nederlandse koloniale rijk in de Indische archipel eruit?

Lokale vorsten mochten blijven, maar de Nederlandse bestuurders hadden de echte macht. Boeren moesten producten verbouwen voor export, terwijl Nederlanders plantages, mijnen en spoorwegen aanlegden.

27
New cards

Wat gebeurde er op 17 augustus 1945?

Soekarno riep de Indonesische onafhankelijkheid uit.

28
New cards

Waarom kwamen Molukse KNIL-soldaten in 1951 naar Nederland?

De Molukse KNIL’ers waren bang voor wraak en werden tijdelijk naar Nederland gebracht.

29
New cards

Welke acties voerden Molukse jongeren uit in Nederland in de jaren '60 en '70?

Brandstichting Indonesische ambassade, bezetting ambassadeurswoning, treinkaping en bezetting van een school.

30
New cards

Wat is de betekenis van 'Wederopbouw'?

Herstel van Nederland na WOII.

31
New cards

Wat is de betekenis van 'Marshallplan'?

Amerikaanse geldhulp aan West-Europa (incl. Nederland).

32
New cards

Wat is de betekenis van 'Babyboom'?

Snelle bevolkingsgroei na WOII.

33
New cards

Wat is de betekenis van 'Mechanisering'?

Machines vervangen mensen in de landbouw.

34
New cards

Wat is de betekenis van 'Specialisatie'?

Boeren richten zich op één product (bijv. melk of aardappels).

35
New cards

Wat is de betekenis van 'Schaalvergroting'?

Kleine bedrijven worden grote landbouwbedrijven.

36
New cards

Wat is de betekenis van 'Industrialisatiepolitiek'?

Overheid stimuleert fabrieksbouw met subsidies.

37
New cards

Wat is de betekenis van 'Geleide loonpolitiek'?

Overheid bepaalt lonen om export goedkoop te houden.

38
New cards

Wat is de betekenis van 'Verzorgingsstaat'?

Staat zorgt voor inkomen, zorg en huisvesting van burgers.

39
New cards

Wat is de betekenis van 'Consumptiemaatschappij'?

Mensen kopen meer spullen en apparaten.

40
New cards

Wat is de betekenis van 'Oliecrisis'?

Tekort aan olie → hogere prijzen, economische stagnatie.

41
New cards

Wat is de betekenis van 'Poldermodel'?

Samenwerking tussen overheid, werkgevers en vakbonden.

42
New cards

Wat is de betekenis van 'Globalisering'?

Wereld wordt economisch en cultureel meer verbonden.

43
New cards

Wat is de betekenis van 'Automatisering'?

Machines vervangen arbeid in fabrieken.

44
New cards

Wat is de betekenis van 'Robotisering'?

Robots doen werk dat eerst door mensen werd gedaan.

45
New cards

Wat is de betekenis van 'Kennisdiensten'?

Werk in bv. onderwijs, ICT, verzekeringen of banken.

46
New cards

Wat is de betekenis van 'Emigratie'?

Mensen vertrekken uit Nederland.

47
New cards

Wat is de betekenis van 'Immigratie'?

Mensen komen naar Nederland.

48
New cards

Wat is de betekenis van 'Repatrianten'?

Nederlanders (vaak Indisch) die terugkeerden uit Indonesië.

49
New cards

Wat is de betekenis van 'Gastarbeiders'?

Buitenlanders (Turken, Marokkanen) die kwamen werken in NL.

50
New cards

Wat is de betekenis van 'Gezinshereniging'?

Immigranten halen hun familie naar Nederland.

51
New cards

Wat is de betekenis van 'Multiculturele samenleving'?

Samenleving met meerdere culturen.

52
New cards

Wat is de betekenis van 'Integratie'?

Meedoen aan de Nederlandse samenleving met behoud eigen cultuur.

53
New cards

Wat is de betekenis van 'Verzuiling'?

Bevolking verdeeld in groepen op basis van geloof/politiek.

54
New cards

Wat is de betekenis van 'Ontzuiling'?

Afname invloed van zuilen zoals kerk of vakbond.

55
New cards

Wat is de betekenis van 'Polarisatie'?

Politieke tegenstellingen worden groter.

56
New cards

Wat is de betekenis van 'Privatisering'?

Overheid verkoopt bedrijven aan particuliere sector.

57
New cards

Wat is de betekenis van 'Marktwerking'?

Bedrijven concurreren op vrije markt voor betere kwaliteit/prijs.

58
New cards

Wat is de betekenis van 'Populisme'?

Politieke stijl die zegt op te komen voor 'gewone mensen'.

59
New cards

Wat is de betekenis van 'Brexit'?

Britse vertrek uit de EU.

60
New cards

Wat is de betekenis van 'Jongerencultuur'?

Eigen stijl, muziek, gedrag en kritiek van jongeren in jaren ‘60.

61
New cards

Wat is de betekenis van 'Feminisme'?

Beweging voor gelijke rechten voor vrouwen en mannen.

62
New cards

Wat is de betekenis van 'Individualisering'?

Mensen maken eigen keuzes, minder groepsdruk.

63
New cards

Wat is de betekenis van 'Bersiap'?

Gewelddadige periode direct na Japanse overgave in Indonesië.

64
New cards

Wat is de betekenis van 'RMS'?

Republiek der Zuid-Molukken, uitgeroepen op Ambon in 1950.

65
New cards

Wie was Willem Drees?

Premier na WOII, vader van de verzorgingsstaat, zuinig en sociaal.

66
New cards

Wie was Ruud Lubbers?

Premier (CDA, 1982–1994), hervormde economie met poldermodel.

67
New cards

Wie was Wim Kok?

Premier tijdens paarse kabinetten (PvdA), modern beleid en hervormingen.

68
New cards

Wie was Pim Fortuyn?

Populistische politicus, kritisch op islam en immigratie, vermoord in 2002.

69
New cards

Wie is Geert Wilders?

Leider PVV, tegen islam, EU en immigratie.

70
New cards

Wie was Soekarno?

Leider Indonesische onafhankelijkheid, riep Republiek uit op 17 augustus 1945.

71
New cards

Wie was Mohammad Hatta?

Medestrijder van Soekarno, volgde geweldloze lijn van Gandhi.

72
New cards

Wie was Gandhi?

Leidsman in India, bekend om geweldloos verzet tegen kolonialisme.

73
New cards

Wat was Dolle Mina?

Feministische actiegroep, streed vanaf 1969 voor gelijkheid m/v.

74
New cards

Wat was de Provo-beweging?

Jongeren die in de jaren ‘60 autoriteit uitdaagden met humor en actie.