Kaarten: Mots et contexte 7 | Quizlet (copy)

vrije tijd, vrijetijdsbesteding

vrije tijd, vrijetijdsbesteding

Les loisirs

hier: vermindering

La réduction

koopkracht

Le pouvoir d'achat

diversificatie, verscheidenheid

La diversification

hand-, handenarbeid verrichtend

Manuel, manuelle

besteden (aan), wijden (aan)

Consacrer

vrije tijd

Le temps libre

ontspanning

La détente

zich verder bekwamen, zich bijscholen

Se perfectionner

inleiding, eerste kennismaking

L'initiation (f)

inkomen

Les revenus

opleiding, opvoeding

L'éducation

tegenwicht

un contrepoids

zittend

Sédentaire

plezier

Le plaisir

fit blijven

Rester en forme

goed in zijn vel zitten

Se sentir bien dans sa peau

competitie, wedstrijd

La compétition

groeps-, team-

Collectif, collective

rugby

Le rugby

individueel

Individuel, individuelle

gymnastiek, (het) turnen

La gymnastique

fiets, hier : (het) fietsen

La bicyclette

iemand/iets achter zich laten

Prendre le pas sur qn/qc

ploeg, team

Une équipe

(een sport) beoefenen

Pratiquer (un sport)

sportvereniging

Une association sportive

verenigen, omvatten

Regrouper

lid van een sportvereniging

Un licencié, une licenciée

petanque

La pétanque

alpinisme, (het) bergbeklimmen

L'alpinisme

wintersporten

Les sports d'hiver

(het) (alpine)skiën, (het) langlaufen

Le ski alpin/de fond

watersporten

Les sports nautiques

zwemsport, (het) zwemmen

La natation

zeil; hier : zeilsport, (het) zeilen

La voile

(wind)surfplank; hier : (het) windsurfen

La planche à voile

aanhanger, fan

Un, une adepte

(trek)tocht ; hier : (het) maken van lange voettochten

Une randonnée

(het) toerfietsen, fietsvakantie

Le cyclotourisme

jacht

La chasse

(het) vissen

La pêche

favoriet, lievelings-

Favori, favorite

mountainbike (MTT/ATB) ; hier : het mountainbiken

Le vélo tout terrain (VTT)

paragliding

Le parapente

alle sporten waarbij men over water, sneeuw, ijs of verharde ondergrond glijdt of rolt

Un sport de glisse

rollerskates, skeelers

Les rollers

welzijn

Le bien-être

evenwicht, balans

L'équilibre

bibliobus

Un bibliobus

ontspanning, verstrooiing

Une distraction

voorliefde

Le goût

zich verspreiden

Se répandre

publiek

Le public

trouw

Fidèle

toneelzaal, bioscoop(zaal)

Une salle de spectacle

kunst-, kunstzinnig

Artistique

zich wenden tot

Se tourner vers

opleidingsniveau, ontwikkelingsniveau

Le niveau d'instruction

computer

Un ordinateur

invloed, impact

Un impact

toenemen, groeien

Croître

dagelijks

Quotidien, quotidienne

zich vermaken, zich ontspannen

Se divertir

downloaden

Télécharger

uitvoeren, doen

Effectuer

vrijetijdsbesteding, hobby

Une activité de loisirs

digitaal

Numérique

aanhanger, beoefenaar

Un, une adepte

videospel(letje)

Un jeu vidéo ; des jeux vidéo

(het) klussen, (het) doe-het-zelven

Le bricolage

(het) tuinieren

Le jardinage

verbetering

Une amélioration

leefklimaat

Le cadre de vie

hier : bezigheid

Une occupation

statusverhogend, waarmee men waardering oogst

Valorisant

nuttig

Utile

tuinier(ster)

Un jardinier, une jardinière

stedelijk

Urbain, urbaine

hier : veranderen van omgeving

Se dépayser

ontsnappen aan iets, iets ontvluchten

Echapper à qc

betaald verlof, vakantie met behoud van salaris

Les congés payés

verhoging, verbetering

L'élévation

levensstandaard

Le niveau de vie

zich iets veroorloven

S'offrir qc

verlenen, toekennen

Accorder

werknemen/-neemster

Un salarié, une salariée

arbeidstijdverkorting (ATV)

La réduction du temps de travail (RTT)

verlengen

Prolonger

hier : er tussenuit gaan

S'évader

brug, hier : vrije dag

Un pont

feestdag

Un jour férié

weekend

La fin de semaine

stedeling

Un citadin, une citadine

zich ontspannen

Se détendre

platteland

La campagne

tweede huis, buitenverblijf

Une résidence secondaire

recreatiepark

Un parc de loisirs

bestemming

Un but d'excursion

plaats, plek

Un site