H6: de kwalitatieve steekproef

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/31

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

32 Terms

1
New cards

Steekproefkader

De bron waaruit je de onderzoekseenheden van je populatie selecteert.

2
New cards

Steekproeftrekking

  • Nodig, omdat het vaak onmogelijk, overbodig of onhaalbaar is om de hele populatie te bestuderen

  • Belangrijk: de logica achter steekproefkeuze toe te lichten, zodat de resultaten niet verkeerd begrepen worden, zonder kan de generaliseerbaarheid van de resultaten in twijfel getrokken worden

  • Goede steekproef = haalbare steekproef (representatief voor de hele populatie die je wilt bestuderen)

3
New cards

De anatomie van de steekproef (belangrijke elementen)

  • Universum

  • Populatie

  • Steekproef

  • Kader

  • Procedureel verlies

4
New cards

Universum

Het totale aantal mensen of elementen die via de steekproef vertegenwoordigd moeten worden

5
New cards

Populatie

De specifieke groep mensen of elementen waaruit je de steekproef trekt

6
New cards

Steekproef

De representatieve subset van de populatie die daadwerkelijk wordt onderzocht

7
New cards

Kader

De lijst of methode waarmee leden van de populatie geselecteerd kunnen worden voor de steekproef

8
New cards

Procedureel verlies

Het verlies van respondenten tijdens het dataverzamelingsproces, bv door afhaken van deelnemers

9
New cards

Soorten steekproeftrekking

  1. Random sampling (willekeurig steekproef)

  2. Purposive sampling (doelgerichte steekproef)

10
New cards

Random sampling

  • Elke eenheid heeft een gekende en gelijke kans hebben om geselecteerd te worden

  • Een gedetailleerde lijst van de populatie is nodig

  • Gericht voor generaliseerbaarheid naar de gehele populatie

  • Vaker bij kwantitatief onderzoek (zoals enquêtes)

11
New cards

Doelgerichte steekproef (purposive sampling)

  • Niet willekeurig, maar doelgericht geselecteerd

  • Gebruikt in kwalitatief onderzoek om een fenomeen te begrijpen

  • Steekproefeenheden worden gekozen obv relevantie voor de onderzoeksvraag

  • Specifieke criteria bepalen welke eenheden belangrijk zijn

12
New cards

2 criteria van doelgerichte steekproef

  1. Alle relevante aspecten van het onderwerp afdekken: het moet representatief zijn voor de verschillende facetten van het bestudeerde fenomeen

  2. Binnen criteria moet voldoende variatie zijn om thema te exploreren: dit zorgt voor geen te eenzijdige steekproef en een breed scala aan ervaringen en perspectieven die opgenomen kunnen worden

13
New cards

Onderzoekspopulatie

Het grotere geheel dat in het steekproef bestudeerd wordt.

14
New cards

Geen selectie (comprehensive sampling of volledige steekproef)

Alle mogelijke cases in je populatie worden betrokken. Het is een goede keuze als je geen specifieke steekproef wil trekken, maar in plaats daarvan alle gegevens van de populatie wilt gebruiken voor een vollediger en representatiever resultaat.

15
New cards

Wanneer is geen selectie een goede vorm van selectie?

  • Als je het volledige beeld van een fenomeen wilt begrijpen, bv wanneer de populatie klein en goed gedefinieerd is

  • Als er geen belangrijke selectiecriteria zijn en je wilt alle mogelijke cases meenemen omdat ze relevant zijn voor je onderzoeksvraag

16
New cards

Typische cases (purposive sampling)

  • Selecteert normale of frequente gevallen die representatief zijn voor het fenomeen

  • Baseert zich op generalistische studies om te bepalen wat typisch is

  • Vb: onderzoek naar shopgedrag bij een gemiddeld gezin

17
New cards

Heterogeniteit of maximale variatie (purposive sampling)

  • Steekproef bestaat uit verschillende gevallen met diverse kenmerken

  • Geschikt om variatie te begrijpen en bredere inzichten te krijgen

18
New cards

Homogeniteit of geen variatie (purposive sampling)

  • Steekproef bestaat uit vergelijkbare gevallen die dezelfde kenmerken delen

  • Geschikt als je diepgaande inzichten wilt krijgen in een specifieke kenmerk of ervaring

19
New cards

Kritische case (purposive sampling)

  • Selecteert cases waar het fenomeen zeer duidelijk zichtbaar is

  • “If it happens here, it’ll happen anywhere” principe

  • Vb: onderzoek naar discriminatie in een bedrijf bekend om goede diversiteitspraktijken

20
New cards

Bevestigende (confirming) case

  • Steekproef die gevallen bevat die de bestaande theorie of hypothese bevestigen

  • Het ondersteunt de validiteit van je bevindingen door de theorie te versterken

  • Vb: blogposts van vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen die gezondheidsadvies geven en overeenkomen met de veronderstellingen van je onderzoek.

21
New cards

Negatieve (ontkennende) case

  • Steekproef die gevallen bevat die afwijken of de theorie uitdagen

  • Het versterkt de betrouwbaarheid door variatie en tegengestelde perspectieven te onderzoeken

  • Voorbeeld: blogposts van vrouwen zonder vruchtbaarheidsproblemen die gezondheidsadvies geven, maar toch belangrijke inzichten bieden

22
New cards

Sneeuwbalsteekproef

  • Deelnemers verwijzen door naar andere potentiële deelnemers die aan de criteria voldoene

  • Zeer effectief voor moeilijk bereikbare groepen

  • Vb: onderzoek naar druggebruikers, waarbij 1 gebruiker anderen kan aanbevelen

23
New cards

Extreme/afwijkende case sampling

  • Focus op uitzonderlijke successen of mislukkingen om diepere inzicht te krijgen

  • Vb: onderzoek naar mannen in een vluchtjuis voor mishandelde personen

24
New cards

Intensiteit sampling

  • Focus op situaties waarin het fenomeen sterk aanwezig is, naar niet zo extreem als bij extreem/afwijkende case sampling

  • Zoekt typische gevallen waarin het fenomeen duidelijk en intens naar voren komt

  • Vb: onderzoek naar duurzaamheid: mensen die zich sterk identificeren met duurzame levensstijl

25
New cards

Verschil tussen extreme en intensiteit sampling

Bij intensiteit zoek je niet naar de meest uitzonderlijke gevallen, maar naar cases waar het fenomeen goed zichtbaar is zonder extreem te zijn

26
New cards

Random doelgericht

  • Je hebt veel cases die voldoen aan je onderzoekscriteria

  • Binnen deze groep maak je een random (willekeurige) selectie (subselectie logica)

27
New cards

Gestratificeerd doelgericht

  • Eerst groepen afbakenen obv bepaalde criteria, dan selecteren binnen die groepen

  • Vb: eerst leeftijdsgroepen bepalen, dan binnen elke groep respondenten kiezen

28
New cards

Criterium gebaseerde selectie

  • Selectie obv fasering: je kiest eenheden in verschillende fases van een proces zitten

  • Let op: dit veronderstelt wel vergelijkbaarheid tussen cases

  • Vaak wordt gekeken naar “best practices” cases, maar dit heeft als risico dat je mislukte cases mist

29
New cards

Opportunistische steekproef

  • Gebruik maken van onverwachte kansen tijden het onderzoek

  • Niet puur uit gemak, maar weloverwogen gebruik van mogelijkheden

30
New cards

Pragmatisch sampling (convencience sampling)

  • Meer gestuurd door praktische overwegingen dan onderzoeksagenda

  • Meestal een toevallige kans of opportuniteit

  • Zwakke toepassing: gemakkelijkheidsoplossing => opportunistische steekproef

  • Sterke toepassing: kans optimaal benutten => purposive sampling

31
New cards

Theoretische steekproeftrekking (Grounded Theory - Glaser & Strauss)

  • Cyclisch proces van dataverzameling en analyse

  • Blijft doorgaan tot theoretische saturatie

  • Gebruikt vaak verschillende methoden: typische cases —> sneeuwbalsteekproef —> negatieve cases

32
New cards

Omvang van de steekproef

  • Theoretische saturatie is bereikt wanneer:

    1. Geen nieuwe relevante data over een categorie

    2. De categorie volledig is uitgewerkt, incl. alle dimensies en variaties

    3. Relaties tussen categorieën duidelijk en gevalideerd zijn

  • Factoren die invloed hebben op steekproefomvang:

    • Heterogeniteit van populatie: meer diversiteit = langer voor saturatie

    • Selectiecriteria: meer criteria = grotere steekproef

    • Subgroepen: benodigde verschillende groepen?

    • Dataverzamelingsmethode: één of meerdere methoden?

    • Budget: tijd en middelen