1/59
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
la violence
het geweld
violent
gewelddadig
le/la victime
het slachtoffer
le suicide
de zelfmoord
mourir
sterven, stierf, is gestorven
décéder
overlijden, overleed, heeft overleefd
le meurtre
de moord
assassiner
vermoorden
tuer
doden = ombrengen
le/la meutrier(ère)
de moordenaar(es)
la maltraitance
de mishandeling
l'enlèvement, le kidnapping
de ontvoering
enlever, kidnapper
ontvoeren, ontvoerde, heeft ontvoerd
le/la ravisseur(euse)
de ontvoerd(st)er
le rançon
het losgeld
les coups et blessures
slagen en verwondingen
(in)volontairement
(on)opzettelijk
détourner de l'argent
geld verduisteren, verduisterde, heeft verduisterd
le piratage informatique
de computerpiraterij
la prise d'otage
de gijzeling = de gijzelingsactie
l'otage
de gijzelaar(ster) = de gegijzelde
le/la preneur(euse) d'otage, le/la ravisseur(euse), le/la kidnappeur(euse)
de gegijzelnem(st)er
l'attentat
de aanslag
le viol
de verkrachting
le vol
de diefstal
le vol à main armée
de gewapende diefstal
le/la voleur(euse)
de dief/dievegge
le butin
de buit
le cambriolage
de inbraak
le/la cambrioleur(euse)
de inbrek(st)er
cambrioler
inbreken, brak in, heeft ingebroken
le braquage, le hold-up
de overval
menacer aan
iemand bedreigen, bedreigde, heeft bedreigd
menacer de faire
dreigen, dreigde, heeft gedreigd
la délinquence juvénile
de jeugdcriminaliteit
mineur
minderjarig
le/la mineur
de minderjarige
la guerre
de oorlog
le/la partisan(ne)
de aangang(st)er
l'extrémisme
het extremisme
le vandalisme
het vandalisme
le vandale
de vandaal
trafiquer de la drogue
drugs dealen, dealde, heeft gedeald
le/la traffiquant de drogue
de drug handelaar = de dealer
le trafic de drogue
de drughandel
le drogué/toxicomane
de drugverslaafde
l'ivresse
de dronkenschap
être ivre
dronken zijn
la corruption
de corruptie
corrompre
omkopen, kockt op, heeft omgekockt
le pot-de-vin
het smeergeld
blanchir de l'argent noir
zwart geld witwassen
travailler au noir
in het zwart werken
faire du chantage
chantage plegen
le profit, le bénéfice
de winst
les impôts
de belastingen
faire de la fraude fiscale
belastingen ontduiken, ontdook, heeft ontdoken
tromper, escroquer
oplichten, lichtte op, heeft opgelicht
l'escroc
de oplich(s)ter
escroquerie
de oplichting