1/182
Vraag-en-antwoordflashcards in het Nederlands die de belangrijkste begrippen, structuren en pathologische concepten uit het college ‘Histologie van locomotorisch stelsel en huid’ samenvatten.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wat is de hoofdopbouw van bindweefsel?
Een extracellulaire matrix (vezels + grondsubstantie) en cellen afkomstig uit mesenchym.
Noem drie functies van bindweefsel.
Steun (kapsels, pezen, bot, kraakbeen), afweer (barrière, fagocyten) en voeding (bloedvaten, uitwisseling).
Welke cel is verantwoordelijk voor de productie van collageen en GAG’s in bindweefsel?
De fibroblast.
Hoe herken je een actieve fibroblast onder de lichtmicroscoop?
Grote euchromatische kern, veel cytoplasma.
Welk collageentype komt vooral in hyalien kraakbeen voor?
Collageen type II.
Welke vezel heeft een dwarsbandpatroon in de elektronenmicroscoop?
Collagene vezel.
Welke kleurstof gebruik je om elastische vezels zichtbaar te maken?
Orceïne (of Elastica von Gieson).
Wat zijn glycosaminoglycanen (GAG’s)?
Grote onvertakte polysacchariden uit herhalende disacchariden, basisch gekleurd met alciaanblauw.
Welke vorm van bindweefsel vult de ruimte tussen spiervezels en ondersteunt epitheel?
Losmazig bindweefsel.
Waar vind je geordend straf bindweefsel?
Peesweefsel en aponeurosen.
Noem twee plaatsen waar elastisch bindweefsel voorkomt.
Ligamentum flavum en wand van grote arteriën.
Wat is het kenmerkende weefsel van de navelstreng?
Mucoïd/gelatineus bindweefsel (gelei van Wharton).
Welke vezel domineert reticulair bindweefsel?
Collageen type III (reticulinevezels).
Wat is de belangrijkste functie van univacuolair vetweefsel?
Energiedepot.
Welke vetcel heeft veel mitochondriën en is betrokken bij thermogenese?
Plurivacuolaire (bruine) adipocyt.
Welke proteïne in bruin vetweefsel faciliteert warmteproductie?
UCP1 (thermogenine).
Wat gebeurt er bij obesitas ‘adult-onset’?
Hypertrofie van bestaande vetcellen zonder toename van celgetal.
Noem drie eigenschappen van kraakbeen.
Elastisch, drukvast, avasculair.
Waarom herstelt kraakbeen slecht bij volwassenen?
Het is avasculair; herstel kan enkel uit perichondrium en levert meestal bindweefsel op.
Wat is het verschil tussen interstitiële en appositionele chondrale groei?
Interstitiële groei door mitose binnenin, appositionele groei vanuit het perichondrium aan de buitenkant.
Waaruit bestaat de grondsubstantie van hyalien kraakbeen vooral?
Proteoglycanen met chondroïtinesulfaat, keratansulfaat en hyaluronzuur.
Welke kraakbeensoort bevat veel elastische vezels en komt voor in de oorschelp?
Elastisch kraakbeen.
Welke kraakbeensoort heeft collageen type I en geen perichondrium?
Vezelig kraakbeen (fibrocartilago).
Wat is osteo-arthrose?
Degeneratie van gewrichtskraakbeen met vorming van osteofyten.
Waaruit bestaat de anorganische fractie van botmatrix?
Hydroxy-apatietkristallen (calciumfosfaat).
Welke cel synthetiseert osteoïd?
De osteoblast.
Wat is de functie van osteoclasten?
Resorptie van verkalkte botmatrix en botremodellering.
Wat is een osteon?
De structurele eenheid van compact bot: concentrische lamellen rond een Havers-kanaal.
Noem twee eigenschappen van trabeculair bot.
Netwerk van trabeculae, voeding via diffusie vanuit merg, licht maar sterk.
Welke botvorming is typisch voor platte beenderen van de schedel?
Endesmale (intramembraneuze) ossificatie.
Welke vijf zones vind je in de epifysaire schijf (enchondrale ossificatie)?
Rustzone, proliferatiezone, zwellingszone, verkalkingszone, botvormingszone.
Wat is botremodellering?
Cyclische afbraak en aanmaak om bot aan te passen aan belasting.
Wat is de oorzaak van osteoporose?
Toegenomen botafbraak t.o.v. botaanmaak bij ouderdom.
Noem drie soorten spierweefsel.
Skelet-, hart- en glad spierweefsel.
Welk filamenteus eiwit bindt calcium in skeletspiercontractie?
Troponine C.
Wat is een sarcomeer?
De contractiele eenheid tussen twee Z-schijven in een myofibril.
Welke triade-structuur betrekt T-tubulus en SR?
T-tubulus tussen twee terminale cisterne van SR op overgang A-/I-band.
Wat is het verschil tussen type I en type II skeletspiervezels?
Type I: rood, veel mitochondriën, trage volhouders; Type II: wit, snel maar snel vermoeibaar.
Welke intermediaire filamenten verbinden sarcomeren in skeletspier?
Desmine en vimentine.
Noem drie kenmerken van glad spierweefsel.
Spoelvormige cellen met 1 kern, geen dwarsstreping, caveolae i.p.v. T-tubuli.
Welk calcium-bindend eiwit reguleert contractie in gladde spiercellen?
Calmoduline.
Wat is de basisstructuur van de huid van buiten naar binnen?
Epidermis, dermis, subcutis.
Welke vier hoofdlagen heeft de epidermis (dunne huid)?
Stratum basale, spinosum, granulosum, corneum.
Welke cel in stratum basale produceert melanine?
De melanocyt.
Wat is de functie van Langerhanscellen?
Antigeenpresentatie en immuunbewaking in de epidermis.
Welke structuur verbindt epitheelcellen met de lamina basalis?
Hemidesmosoom.
Wat vormt de waterbarrière van de huid?
Lamellaire granules (keratinosomen) in stratum granulosum.
Wat is het verschil tussen dikke en dunne huid?
Dikke huid (handpalm/voetzool) heeft stratum lucidum en geen haar; dunne huid wel haar.
Welke laag in de epidermis is mitotisch actief?
Stratum basale.
Noem twee lagen van de dermis.
Papillaire dermis (losmazig) en reticulaire dermis (dens onregelmatig).
Wat zijn de Lijnen van Langer?
Oriëntatie van collageenvezelbundels in de reticulaire dermis.
Welke omkapselde receptor detecteert fijne tast in vingertoppen?
Lichaampjes van Meissner.
Welke receptor detecteert diepe druk en vibratie?
Lichaampjes van Pacini.
Wat is de belangrijkste functie van de subcutis?
Vetopslag, thermische isolatie en beweeglijkheidslaag tussen huid en onderliggend weefsel.
Wat zijn de drie segmenten van een haarfollikel?
Onderste segment, isthmus, infundibulum.
Welke spier doet kippenvel ontstaan?
m. arrector pili (haarspiertje, glad spierweefsel).
Welke klier scheidt holocrien talg af?
Sebum- of talgklier.
Wat is het verschil tussen eccriene en ‘apocriene’ zweetklieren?
Eccrien: waterig zweet, merocriene secretie, overal. Apocrien: visceus, in axilla/perineum, pas actief vanaf puberteit, toch merocriene secretie.
Welke medische aandoening wordt veroorzaakt door antistoffen tegen hemidesmosomen?
Bulleus pemphigoïdus.
Welke huidkankersoort ontstaat uit stratum basale?
Basocellulair carcinoom.
Wat is kenmerkend voor psoriasis in het stratum corneum?
Verdikt hoornlaag met kernhoudende cellen (parakeratose) en ontbrekend stratum granulosum.
Welke ziekte leidt tot broze botten door collageen‐I defect?
Osteogenesis imperfecta.
Wat is rachitis?
Vitamine-D-deficiëntie bij kinderen → onvoldoende botverkalking (osteomalacie bij volwassenen).
Welke tumor ontstaat uit osteoprogenitorcellen en is maligne?
Osteosarcoom.
Wat gebeurt bij osteopetrosis?
Onvoldoende osteoclastactiviteit → verdikt, te zwaar bot.
Waaruit bestaat de kitlijn (cementlaag) rondom een osteon?
Glycoproteïnerijke interstitiële substantie, PAS-positief.
Wat is een canaliculus in bot?
Fijne kanaaltje tussen lacunae voor uitlopers van osteocyten en uitwisseling nutriënten.
Wat is de functie van periost?
Bevat osteoprogenitorcellen, bloedvaten; zorgt voor groei/herstel en voeding van bot.
Welke bindweefsellaag omhult individuele skeletspiervezels?
Endomysium.
Wat is de belangrijkste rol van titine in skeletspier?
Verbindt myosinefilamenten met Z-schijf en werkt als veer.
Hoe ontstaat de triade in skeletspier?
T-tubulus tussen twee terminale cisterne van SR op A/I-overgang.
Welke type collageen domineert in reticulaire dermis?
Collageen type I (dikke bundels) plus elastinevezels.
Wat zijn Birbeck-granules kenmerkend voor?
Langerhanscellen (tennisracket-vormige inclusies).
Welke embryonale oorsprong heeft het bindweefsel van de dermis?
Mesoderm → mesenchym.
Welk eiwit is cruciaal voor mineralisatie en bindt Ca²⁺ in osteoblasten?
Osteocalcine (vitamine-K-afhankelijk).
Wat is een lacune van Howship?
Uitholling in botoppervlak ontstaan door osteoclastresorptie.
Hoe heet snelgevormd onregelmatig botweefsel tijdens genezing?
Geweven (plexiform) primair bot.
Welke klier bevat myo-epitheelcellen om secreet uit te drijven?
Zowel eccriene als apocriene zweetklieren.
Waar bestaat de waterbindende capaciteit van de dermis grotendeels uit?
GAG’s (vooral in papillaire dermis) tussen collageen- en elastinevezels.
Wat is een isogeen aggregaat?
Groep chondrocyten afkomstig uit één gedeelde cel, typisch in hyalien kraakbeen.
Welk collageentype vormt het netwerk van de lamina basalis?
Collageen type IV.
Welke proteoglycaan is karakteristiek voor kraakbeen en bindt collageen type II?
Aggrecan (grote proteoglycaan-aggregaten met hyaluronzuur).
Wat onderscheidt een fibroblast van een fibrocyt onder EM?
Fibroblast: veel RER/Golgi; Fibrocyt: weinig organellen, kleine donkere kern.
Welke aandoening veroorzaakt extreme botafbraak > aanmaak op oudere leeftijd?
Osteoporose.
Welke spiercel blijft achter als reserve en kan regenereren?
Satellietcel in skeletspier.
Wat veroorzaakt kippenvel?
Contractie van m. arrector pili → haar rechtop + talguitdrijving.
Wat is de rol van Slaggrine in epidermis?
Linkt keratinefilamenten tot stevig keratinepakket tijdens keratinisatie.
Welke collageentypes vormen fibrillen?
Type I, II en III: interstitiële collagens.
Waarom is gewrichtskraakbeen kwetsbaar voor ischemie?
Het heeft geen perichondrium en is avasculair; voeding gebeurt uitsluitend via diffusie.
Wat is de hoofdopbouw van bindweefsel?
Een extracellulaire matrix (vezels + grondsubstantie) en cellen afkomstig uit mesenchym.
Noem drie functies van bindweefsel?
Steun (kapsels, pezen, bot, kraakbeen), afweer (barrière, fagocyten) en voeding (bloedvaten, uitwisseling).
Welke cel is verantwoordelijk voor de productie van collageen en GAG’s in bindweefsel?
De fibroblast.
Hoe herken je een actieve fibroblast onder de lichtmicroscoop?
Grote euchromatische kern, veel cytoplasma.
Welk collageentype komt vooral in hyalien kraakbeen voor?
Collageen type II.
Welke vezel heeft een dwarsbandpatroon in de elektronenmicroscoop?
Collagene vezel.
Welke kleurstof gebruik je om elastische vezels zichtbaar te maken?
Orceïne (of Elastica von Gieson).
Wat zijn glycosaminoglycanen (GAG’s)?
Grote onvertakte polysacchariden uit herhalende disacchariden, basisch gekleurd met alciaanblauw.
Welke component van de extracellulaire matrix trekt veel water aan en zorgt voor turgor?
Proteoglycanen, via hun glycosaminoglycanen (GAG’s).
Welke vorm van bindweefsel vult de ruimte tussen spiervezels en ondersteunt epitheel?
Losmazig bindweefsel.
Waar vind je geordend straf bindweefsel?
Peesweefsel en aponeurosen.