Theoretische perspectieven

studied byStudied by 4 people
5.0(2)
Get a hint
Hint

psychodynamisch perspectief

1 / 43

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Ontwikkelingspsychologie

44 Terms

1

psychodynamisch perspectief

benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat gedrag gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten, waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij weinig controle heeft.

New cards
2

psychoanalytische theorie

theorie die ervan uitgaat dat onbewuste krachten bepalend zijn voor iemands persoonlijkheid en gedrag

New cards
3

id

het primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de persoonlijkheid dat opereert vanuit het genotsprincipe

New cards
4

ego

het rationale en redelijke deel van de persoonlijkheid, dat opereert vanuit het realiteitsprincipe

New cards
5

superego

het aspect van de persoonlijkheid dat iemands geweten vertegenwoordigt en het onderscheid maakt tussen goed en kwaad

New cards
6

psychoseksuele ontwikkeling

vijf fasen die kinderen volgens Freud doorlopen, waarin genot, of bevrediging, telkens gericht is op een andere biologische functie en een ander deel van het lichaam

New cards
7

Fixatie

gedrag dat in een eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van een onopgelost conflict

New cards
8

psychosociale ontwikkeling

de veranderingen in onze interacties met anderen en in hoe we aankijken tegen het gedrag van anderen en tegen onszelf als leden van de maatschappij

New cards
9

realiteitsprincipe

het houdt de instinctieve energie in toom om de veiligheid van de persoon te bewaren en hem te helpen integreren in de samenleving

New cards
10

5 fasen van Freud

  • Oraal

  • Anaal

  • Fallistisch

  • Genitaal

  • Latentie

New cards
11

behavioristisch perspectief

benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat je moet kijken naar waarneembaar gedrag en externe stimuli in de omgeving om de ontwikkeling van het individu te begrijpen

New cards
12

Stimulus-respons-leren

vormen van leren die we kunnen beschrijven in termen van stimuli en responsen, zoals klassieke en operante conditionering

New cards
13

Klassieke conditionering

een vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde manier leert reageren op een neutrale stimulus die dat type respons normaal gesproken niet uitlokt

New cards
14

operante conditionering

een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of verzwakt wordt, afhankelijk van de associatie met positieve of negatieve consequenties

New cards
15

gedragsmodificatie

een op het behavioristisch perspectief gebaseerde techniek om de frequentie van gewenst gedrag te verhogen en de frequentie van ongewenst gedrag te verlagen

New cards
16

sociale-cognitieve leertheorie

benadering binnen de psychologie waarbij de nadruk ligt op leren door het gedrag van een andere persoon (model) te observeren en na te doen

New cards
17

cognitief perspectief

benadering binnen de psychologie die zich richt op de processen die mensen in staat stellen de wereld te leren kennen, begrijpen en overdenken

New cards
18

assimilatie

het proces waarbij mensen een nieuwe ervaring interpreteren aan de hand van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze

New cards
19

Accomodatie

het proces waarbij bestaande manieren van denken of doen veranderen in reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen

New cards
20

informatieverwerkingstheorie

benadering van cognitieve ontwikkeling die probeert te achterhalen op welke manieren mensen informatie coderen, opslaan en terughalen

New cards
21

neopiagetiaanse theorieën

cognitie die bestaat uit verschillende typen afzonderlijke vaardigheden

New cards
22

cognitieve neurowetenschap

benadering van cognitieve ontwikkeling die zich richt op de invloed van hersenprocessen op cognitieve activiteit

New cards
23

systemisch perspectief

perspectief waarbij men kijkt naar de relatie tussen individuen en hun fysieke wereld, cognitieve wereld, persoonlijkheidswereld en sociale wereld

New cards
24

Bio-ecologische model

model dat uitgaat van vijf omgevingsniveaus die elk organisme gelijktijdig beïnvloeden

New cards
25

microsysteem

de dagelijkse, directe omgeving waarin kinderen leven

New cards
26

mesosysteem

zorgt voor connecties tussen de verschillende onderdelen van het microsysteem

New cards
27

exosysteem

staat voor algemenere invloeden, het omvat sociale instituties zoals bv gemeenten, scholen,…

New cards
28

macrosysteem

vertegenwoordigt de overkoepelende culturele invloeden waaraan een individu blootstaat (maatschappij in het algemeen, religieuze systemen,…)

New cards
29

chronosysteem

het omvat de invloed van het verstrijken van de tijd op de ontwikkeling van kinderen (historische gebeurtenissen,…)

New cards
30

sociale-culturele theorie

benadering binnen de psychologie die het verloop van de cognitieve ontwikkeling ziet als het resultaat van sociale interacties tussen de leden van een cultuur

New cards
31

scaffolding

kinderen krijgen ondersteuning bij het leren van een taak die net boven hun niveau ligt

New cards
32

contextuele systeemgerichte stroming

benadrukt met name intergenerationele invloeden en de balans tussen geven en nemen

New cards
33

cybernetische systeemgerichte stroming

legt de nadruk op hoe een bepaald - gezond of ongezond - evenwicht in systemen, in stand gehouden wordt

New cards
34

strategische systeemgerichte stroming

kijkt vooral naar wat welke effecten geeft binnen een systeem

New cards
35

structurele systeemgerichte stroming

probeert de structuur van een systeem te analyseren

New cards
36

evolutionair perspectief

benadering binnen de psychologie die gedrag probeert te identificeren dat het resultaat is van de genetische erfenis van onze voorouders

New cards
37

ethologie

de wetenschap die kijkt naar de invloed van biologische kenmerken op gedrag

New cards
38

zelfdeterminatietheorie

theorie over menselijke motivatie uitgaande van de kerngedachte dat er drie natuurlijke basisbehoeften zijn die het functioneren, het welbevinden en de groei van mensen beïnvloeden: autonomie, verbondenheid en competentie

New cards
39

imprinting

proces waarbij een bepaalde stimulus tijdens een kritieke periode wordt opgeslagen

New cards
40

multideterminisme

een veelheid van factoren binnen het individu en in de context spelen een rol in ontwikkeling

New cards
41

equifinaliteit

veel verschillende oorzaken leiden tot hetzelfde gevolg

New cards
42

multifinaliteit

dezelfde oorzaak leidt tot verschillende gevolgen

New cards
43

Modeling

Leren door het gedrag van anderen te observeren en imiteren

New cards
44

Transactie

Reeks van dynamische, reciproke interacties

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 11 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 23 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 52 people
... ago
4.7(3)
note Note
studied byStudied by 2 people
... ago
4.0(1)
note Note
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 35 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 9 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 448 people
... ago
5.0(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (68)
studied byStudied by 3 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (30)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (182)
studied byStudied by 28 people
... ago
5.0(3)
flashcards Flashcard (22)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (30)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (50)
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (40)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (40)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
robot