een samenwerkingsverband van mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken
2
New cards
Dienst
een ontastbaar product of een niet-fysiek goed
3
New cards
Dienstverleners
zij maken geen dingen maar stellen kennis, vaardigheden en tijd ter beschikking om daarna hun afnemers te bedienen
4
New cards
Laag kennisintensieve diensten
hier is weinig kennis voor nodig, de vaardigheid is hier juist voor nodig
5
New cards
Hoog kennisintensieve diensten
Hier is veel kennis nodig
6
New cards
Professional services
Het berichten van werkzaamheden over het algemeen theoretische kennis en praktische vaardigheden zijn vereist die alleen door langdurige opleiding en ervaring kunnen worden verkregen
7
New cards
Tuchtrecht
Een deel van publiekrecht, dat aan een bepaalde groep beroepsoefenaren de bevoegdheid geeft om toezicht uit te oefenen op de behoorlijke uitvoering van hun taak door leden van de beroepsgroep
8
New cards
Juridische diensten
alleen diensten die hoogwaardige juridische expertise vereisten en die alleen geleverd kunnen worden door juristen
9
New cards
Diensten met belangrijke en/of complexe juridische aspecten
Diensten die geen brede en hoogwaardige juridische expertise vereisten, maar wel belangrijke rechtsgevolgen hebben
10
New cards
Kenmerken van organisatie
Mensen, middelen, samenwerken en doel
11
New cards
Bedrijf
een organisatie die producten en/of diensten voortbrengt om te voorzien in een maatschappelijke behoefte
12
New cards
Onderneming
Een bedrijf met een winstoogmerk
13
New cards
Centrale overheid
Het hoogst bevoegd gezag op een bepaald grondgebied. Alle organisaties die op landelijk niveau opereren.
14
New cards
Decentrale overheid
Deze organisatie opereren niet landelijk, maar bevoegdheden en taken met betrekking tot een bepaald grondgebied
15
New cards
Semioverheid
zijn organisaties die een private rechtsvorm hebben, maar publieke belangen dienen
16
New cards
Private organisaties
Organisaties die eigendom zijn van private (rechts)personen, dus niet door de overheid
17
New cards
Profit organisatie
Bedrijf dat winst maken als doelstelling heeft
18
New cards
non-profitorganisatie
organisatie die zonder winstoogmerk ideële doelen nastreeft
19
New cards
Klassiek-juridsiche orgnaisaties
Juridische organisaties die een geschilbeslechtende functie
20
New cards
Niet klassiek-juridische organisatie
Juridische organisaties gericht op verlenen van rechtsbijstand of juridische advies
21
New cards
Organisatiekunde
Is de wetenschap die het functioneren van organisaties bestudeert
22
New cards
Legal management
organisatiekunde, toegepast op het functioneren van juridische professionals en juridische organisaties
23
New cards
INK-model
samenhang tussen de inspanningen en eigenschappen van een organisatie en de resultaten van deze organisatie
24
New cards
7S-model
de wisselwerking tussen verschillende belangrijke aspecten van een organisatie
25
New cards
Strategie
het stellen en behalen van langetermijndoelen.
26
New cards
Visie
Het beeld dat de organisatie heeft over haar toekomst en de manier waarop de missie volbracht kan worden.
27
New cards
Missie
De bestaansreden van de organisatie
28
New cards
Concern
een groep vennootschappen die onder gezamenlijke leiding staat
29
New cards
Waarden
Uitgangspunten of principes die de organisatie altijd wil hanteren bij het bereiken van de doelen
30
New cards
Identiteit van de organisatie
de missie, visie en waarden bepalen dit
31
New cards
Trade-off
keuzes ten gunste van iets, per definitie inhouden dat de organisatie iets anders niet zal doen
32
New cards
Strategietermijn
Vaak is het voor langer termijn, maar dat kan erg verschillende per organisatie.
Vertalen van strategische doelen naar doelen op lagere niveau's.
35
New cards
Strategische dialoog
gesprek tussen twee of meer personen om de strategie te begrijpen
36
New cards
implementatie
het invoeren van een nieuw systeem, plan, idee, model, ontwerp, standaard of beleid in de organisatie
37
New cards
Topmanagement
stelt strategische doelen vast
38
New cards
Strategische planning
een planning gemaakt door het topmanagement/directie is gemaakt. Deze planning ziet op lange termijn.
39
New cards
tactische planning
Door het middenmanagement richt zich op de middellange termijn. De tactische planningen, doordat het een kortere periode betreft, gedetailleerde zijn
40
New cards
operationele planning
Door het lagere management richt zich op de planning van de activiteiten op de korte termijn.
41
New cards
Planning- en controlecyclus
Het management van de organisatie wil controle houden om te kijken of het doel gehaald word. In veel organisaties worden belangrijke afspraken periodiek gecontroleerd
die legt de nadruk op het rationele en analytische proces dat aan strategische planning vooraf gaat
44
New cards
learning school
De nadruk ligt op de complexe werkelijkheid van organisaties en het functioneren van strategie in de praktijk
45
New cards
productinnovatie
Het invoeren van nieuwe of vernieuwde producten.
46
New cards
Diensteninnovatie
nieuwe of betere diensten
47
New cards
Organisatiestructuur
de wijze waarop taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in een organisatie zijn verdeeld in functies en afdelingen
48
New cards
Organisatiecultuur
de wijze waarop mensen met elkaar omgaan en welke normen en waarden daarbij een rol spelen
49
New cards
arbeidsverdeling
het verdelen van bepaalde taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden over functies in een organisatie
50
New cards
hiërarchie
een rangorde, een indeling in niveaus van hoger naar lager
51
New cards
Horizontale arbeidsverdeling
Verdeling van arbeid op een gelijk niveau
52
New cards
Verticale arbeidsverdeling
Verdeling van arbeid op verschillende niveaus
53
New cards
Organogram
een weergave van de organisatiestructuur met de verschillende hiërarchische niveaus en onderlinge relaties
54
New cards
lijnorganisatie
een organisatie waarbij iedere werknemer één baas boven zich heeft
55
New cards
lijn-staforganisatie
Een lijnorganisatie waaraan één of meer stafafdelingen zijn toegevoegd. De stafafdelingen hebben gespecialiseerde krachten.
56
New cards
Stafafdeling
afdelingen die ondersteunende activiteiten uitvoeren, zij adviseren het management
57
New cards
Ontspanningsvermogen
vaste uitdrukking voor het aantal medewerkers waaraan een leidinggevende effectief leiding kan geven
58
New cards
Divisieorganisatie
Organisatievorm waarbij de bedrijfsactiviteiten gegroepeerd worden rond een aantal aanverwante producten/markten en ondergebracht in divisies.
59
New cards
Projectorganisatie
Tijdelijke organisatie waarin mensen uit verschillende disciplines voor de duur van een project gekoppeld worden
60
New cards
Netwerkorganisatie
dit is een organisatie die bestaat uit twee of meer onafhankelijke organisatie die een structueel samenwerkingsverband zijn aangegaan
61
New cards
just in time-principe
de benodigde productie moet precies op tijd klaar zijn
62
New cards
supply chain
bevoorradingsketen
63
New cards
organisatiecultuur
het geheel van de waarden, normen en gedragsregels binnen een organisatie
64
New cards
waarden
gemeenschappelijke idee over wat goed en nastrevenswaardig is en vormen daarom vaak ook onderdeel van de missie en visie van een organisatie
65
New cards
marketing
het geheel van alle activiteiten die erop gericht zijn de verkoop van producten of diensten te bevorderen
66
New cards
productmarketing
de verkoop van producten en manieren om die te bevorderen
67
New cards
dienstmarketing
marketingactiviteiten van een organisatie voor de levering van diensten
68
New cards
personal branding
jezelf marketen
69
New cards
afnemers
de personen die uiteindelijk van de dienst gebruik maken
70
New cards
producten
fysieke/tastbare producten
71
New cards
informatie-asymmetrie
De jurist heeft meer kennis dan de client
72
New cards
credence services
diensten waarvan de gemiddelde afnemer de kwaliteit moeilijk kan beoordelen
73
New cards
coproductie
goederen die vooraf geproduceerd zijn, zonder directe inbreng van clienten
74
New cards
simultaneity
het fenomeen dat productie en consumptie van de dienst gelijktijdig plaatsvinden
75
New cards
marketingmix
Product, plaats, prijs, promotie
76
New cards
Marketing bij commerciële juridische diensten
dienst, prijs, plaats, promotie
77
New cards
sales
het individuele verkoopgesprek me teen client, met als doel dat deze uiterlijk kiest om met de desbetreffende dienstverlener in zee te gaan
78
New cards
strategische niveau
topmanagement
79
New cards
tactische niveau
middenmanagement
80
New cards
operationeel niveau
operationeel management
81
New cards
plannen
in de strategie staat op hoofdlijnen wat de organisatie de komende jaren wil doen en bereiken
82
New cards
organiseren
de managers verdelen de taken onder de medewerkers, waarbij duidelijk moet zijn wie welke taken uitvoert en wie rapporteert over de voortgang
83
New cards
leidinggeven
het dagelijks aansturen, bijsturen, inspireren, motiveren, aanspreken/corrigeren van medewerkers
84
New cards
beheersen
de manager moet vinger aan de pols houden of resultaten worden behaald en of zijn medewerkers op schema liggen
85
New cards
X-theorie (McGregor)
leidinggevende die theorie C hanteren gaan ervan uit dat werknemers een afkeer hebben van werken en dus gedwongen moet worden tot het leveren van presentatie
86
New cards
Y-theorie (McGregor)
Managers die deze theorie aanhangen gaan ervan uit dat mensen verantwoordelijkheid willen nemen, zich willen ontplooien, zelfstandigheid prettig vinden en hier over het algemeen verantwoordelijk mee omgaan.
87
New cards
Managerial grid van Blake en Mouton
Model om de verhouding taakgerichtheid versus mensgerichtheid in beeld te brengen. Aandacht voor taken (horizontale as) en aandacht voor mensen (verticale as)
88
New cards
Deserteur
Linksonder, weinig aandacht voor de taken en de mensen. Heeft geen doelen en geen oog voor de mens
89
New cards
Countryleider
Linksboven, veel aandacht voor de mensen maar weinig aandacht voor de taken.
90
New cards
Compromissenzoeker
midden, deze leidinggevende pakt de middenweg.
91
New cards
Doelmatig leider
Rechtsboven, deze leidinggevende is zeer taakgericht, resultaatgericht en relatiegericht.
92
New cards
Autoritair leider
Rechtsonder, veel aandacht voor taken, is zeer resultaatgericht maar is totaal niet relatiegericht
93
New cards
Situationeel leiderschap
Wanneer er geschakeld wordt tussen verschillende leiderschapsstijlen en dus zijn of haar stijl aangepast aan de situatie
94
New cards
Human Resource Management
een visie op het management van mensen die niet alleen ondersteunend is, maar waarin ook op strategische niveau wordt meegedacht met een organisatie
95
New cards
strategische personeelsplanning
het structureel in kaart brengen, implementeren en evalueren van de instroom, doorstroom en uitstroom van het personeel binnen de organisatie, met als doel een optimale ondersteuning van de organisatiedoelstellingen
96
New cards
Kwalitatief gat
als er wel genoeg medewerkers zijn maar niet met de juiste competenties en vaardigheden
97
New cards
Kwantitatief gat
Als er te weinig medewerkers zijn voor de situatie
98
New cards
Instroom
Het personeelsbeleid rondom de personeelsplanning (prognose), de werving en selectie, de aanstelling van nieuw personeel en de introductie van nieuw personeel.
99
New cards
Tijdelijk contract
een contract voor een bepaalde tijd, bijvoorbeeld een paar maanden of een jaar, je moet daarna een nieuw contract krijgen of je moet weg bij het bedrijf
100
New cards
Payrolling
hierbij geeft een organisatie die verantwoordelijkheid voor zijn werkgeverschap uit handen en komt het personeel in dienst van een payrollonderneming.