1/28
Flashcards for reviewing biology lecture notes.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Biologie Enzymen leven processen
Complex geheel van processen mogelijk door stofuitwisseling, waarbij cellen stoffen uitwisselen met de omgeving.
Anabolisme
Het verbruiken van energie in celmetabolisme.
Katabolisme
Het vrijgeven van energie in celmetabolisme.
Enzymen
De sleutelmoleculen voor optimale werking van levenssystemen.
Stofuitwisseling / Celmetabolisme
Het geheel van chemische reacties en biochemische processen waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen.
Anabole Reacties (Opbouw)
Reacties waarbij uit kleine moleculen grote moleculen worden gemaakt.
Fotosyntheseprocess
Een anabole reactie waarbij moleculen worden gevormd en opgeslagen in lichaamscellen.
Katabole Reacties (Afbraak)
Het proces waarbij grote moleculen worden afgebroken tot kleinere moleculen.
Celademhaling
Een katabole reactie waarbij energie vrijkomt voor energie vergende activiteiten.
Enzym (Biokatalysator)
Een stof die de activeringsenergie verlaagt en zo een reactie versnelt.
Substraat
De molecuul/moleculen waarop een enzym inwerkt.
Actief Centrum
De bindingsplaats van een enzym, bepalend voor de werking.
Cofactoren
Anorganische ionen die nodig zijn voor de functie van sommige enzymen.
Co-enzymen
Complexe organische moleculen (geen proteïnen) die nodig zijn voor de functie van sommige enzymen.
Holo-enzym
Een volledig functioneel enzym, opgebouwd met cofactor en/of co-enzymen.
Apo-enzym / Apoproteïne
Het proteïne deel van een holo-enzym.
Prostetische Groep
Een co-enzym of cofactor gebonden op een apo-enzym.
Katalase
Enzym dat H2O2 af kan breken tot water en zuurstof.
Denaturatieproces
Proces waarbij een enzym zijn ruimtelijke structuur verliest door bijvoorbeeld verhitting.
Inhibitoren
Moleculen die de werking van een enzym kunnen tegenhouden of inhiberen.
Competitieve Inhibitoren
Inhibitoren die reageren met het actief centrum van een enzym en lijken op het substraat.
Niet-competitieve Inhibitoren
Inhibitoren die niet met het actief centrum van het enzym binden, maar op een allosterische plaats.
Activatoren
Moleculen die een vormverandering van het actief centrum veroorzaken, waardoor het substraat kan binden.
Amylase (Speeksel)
Enzymen die zetmeel afbreken tot maltose in de mond.
Pepsine
Enzym dat proteïnen splitst in polypeptideketens in de maag.
Pepsinogeen
Inactief voorstadium van pepsine.
Pancreassap / Pancreatine
Sappen geproduceerd in de alvleesklier met verschillende enzymen zoals amylase, maltase, polypeptidase en lipase.
Gal
Zorgt ervoor dat triglyceriden fijn verdeeld worden waardoor lipase er beter op kan inwerken.
Insuline
Een hormoon gemaakt in de pancreas dat wordt afgegeven in het bloed.