kwalitatieve data-analyse volledig boek :)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/495

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

496 Terms

1
New cards

algemene beschrijving van onderzoek volgens de Van Dale

“De handeling van het onderzoeken, teneinde door de verzameling van gegevens tot een oplossing voor een bepaald probleem te komen, ook gezamenlijke nasporingen betreffende een zaak”

  • Via gegevens verzamelen trachten tot oplossing voor een bepaald probleem te komen

  • Studies gericht op het oplossen van fundamentele vraagstukken en gaten in onze kennis

2
New cards

beschrijving van wetenschappelijk onderzoek volgens Mcleod

“Een systematisch proces van kritisch onderzoek dat leidt tot geldige stellingen en conclusies die aan geïnteresseerde anderen worden gecommuniceerd

  • Systematisch proces

  • Kritisch onderzoek --> geldigheid/validiteit

  • Onderzoek gebeurt ook niet geïsoleerd

  • Het wordt gecommuniceerd naar anderen (door wetenschappelijke publicaties, presentaties…)

3
New cards

eigenschappen / belangrijke punten van kwalitatief onderzoek

  • Het is een gesitueerde activiteit die plaats vind binnen een bepaalde context

    • Lokaal karakter

    • De context heeft een heel belangrijke plaats binnen het onderzoek, er gebeurt dus geen contextonafhankelijk onderzoek!

  • De onderzoeker wordt in de wereld die hij bestudeerd gelokaliseerd

    • Hij is geen volledige buitenstander, maar maakt op een of andere manier deel uit van hetgeen hij bestudeerd

    • De onderzoeker is iemand die hoe dan ook invloed uitoefent en betrokken is in de studie en zijn bevindingen
      <=> Kwantitatief onderzoek: objectieve observator

  • Niet 1 kwalitatieve onderzoeksmethode

    • Maar deze zijn wel gericht op een beter begrip of het interpreteren van het fenomeen dat bestudeerd wordt

    • Betekenis en het perspectief van de participant (insider perspective) staat centraal

  • Kwalitatief onderzoek gebeurt veelal in naturalistische contexten

    • Er wordt vertrokken vanuit de data zelf die onderzoekers bestuderen aan de hand van een hele range interpretatieve methoden

  • Elk van de methoden laat andere perspectieven van het onderwerp zien / laat toe het op een andere manier te benaderen

    • Er wordt niet vanuit gegaan dat er niet 1 ultieme beschrijving / begrip van een fenomeen is, maar dat er vele manieren zijn om ernaar te kijken en er vele facetten zijn die beschreven kunnen worden

4
New cards

zaken in de definitie van Denzel en Lincoln van kwalitatief onderzoek waarover er debat bestaat in het veld

  • In deze definitie wordt de nadruk gelegd op het transformerende karakter van kwalitatief onderzoek.

    • Dit is geen algemene eigenschap

      • Het is maar een doel van specifieke kwalitatieve benaderingen die zich situeren in een kritisch-ideologisch paradigma.

      • Er zijn veel kwalitatieve onderzoekers die niet noodzakelijk als doel hebben om in te grijpen in de wereld die ze bestuderen

    • Langs de andere kant kunnen we dit interpreteren als de onvermijdelijke invloed van onderzoek op de onderzochte en de onderzoeker zelf

  • Er wordt gesteld dat kwalitatieve onderzoekers veelal gebruik maken van verschillende “interpretatieve praktijken” / kwalitatieve analysemethoden in de context van 1 onderzoek. In de praktijk, zeker binnen de psychologie, zien we dit echter niet zo vaak gebeuren.

    • Meestal wordt er van 1 perspectief / methode b-gebruik gemaakt om een fenomeen en de data te bestuderen.

5
New cards

extra eigenschappen van kwalitatief onderzoek in de definitie ervan van Cresswell

  • De formulering van een probleem(stelling) verwijst terug naar de algemene definitie van onderzoek

  • Meer aandacht aan het rapporteren en communiceren van onderzoeksbevindingen en voor het perspectief van de participant(en) en de rol van de onderzoeker die beide een belangrijke plaats binnen kwalitatief onderzoek hebben

  • Kwalitatief onderzoek en het rapporteren ervan kan gericht zijn op een bijdrage aan de literatuur of een oproep zijn tot verandering

    • Het transformerende aspect (benadrukt door Denzin en Lincoln) is dus maar 1 van de mogelijkheden van het onderzoek, niet persé een vaste eigenschap ervan

  • In de context van het belang van de onderzoeker wordt er naar de term “reflexiviteit” verwezen

    • Centrale term in kwalitatief onderzoek!

  • Het gebruik van de term “emerging” bij het beschrijven van het bestudeerde probleem

    • Verwijst naar het iteratieve karakter van kwalitatief onderzoek

      • Onderzoek ligt niet op voorhand vast, verschillende fasen kunnen opnieuw doorlopen worden / aangepast kunnen in functie van wat er verschijnt in de loop van het onderzoek

  • Kwalitatieve data-analyse is een wisselwerking tussen inductief en deductief onderzoek

    • Het legt misschien wel de nadruk op het vertrekken vanuit de data (inductie), maar het is onvermijdelijk dat er ook top-down vanuit de theorie naar data gekeken wordt (deductie)

6
New cards

gelijkenissen tussen Denzin & Lincoln en Cresswell

  • Focus op betekenis

  • Naturalistische setting

  • Insiderperspectief (perspectief van de participant)

  • Subjectieve implicatie

    • Reflexiviteit

7
New cards

Wat zit er allemaal in de definitie van Smith over kwalitatief onderzoek?

  • beschrijving van de samenstellende eigenschappen

  • 'dikke' beschrijving

  • inzicht van mensen in hun wereld

8
New cards

wat zijn de belangrijkste eigenschappen van kwalitatief onderzoek?

  • inductie: data als vertrekpunt

  • context

  • mens = betekenisverlenend 

  • taal als sleutel tot subjectieve wereld

  • nadruk op rijke beschrijving (thick description)

  • belang van de rol van de onderzoeker (reflexiviteit)

9
New cards

wat wordt er onderzocht bij kwalitatief oz?

ervaringen, gedrag, belevingen en betekenisgeving van mensen

10
New cards

methode van kwalitatief onderzoek

  • Je begint met de ervaringen, belevenissen, gedragingen en betekenisgeving van mensen (data) te onderzoeken / analyseren om inzicht te krijgen hierin.

    • Dit doe je door observatie, het rechtstreeks te vragen aan mensen, of bestaande documenten / beelden te bekijken.

  • Het systematisch verzamelen en beschrijven van deze verzamelde data leidt tot het opbouwen van een verklarend kader of (theoretische) concepten.

11
New cards

hoe wordt er in de eerste instantie gewerkt bij kwalitatief oz?

INDUCTIEF 

  • Zaken die de respondenten aanhalen vormen dus de basis van het onderzoek, ze zijn het fundament van verdere analyse en verwerking.

  • Er worden bij deze start geen hypotheses opgesteld

12
New cards

waarom kan je zeggen dat kwalitatief onderzoek dynamisch is?

Geen hypotheses bij inductieve start van oz

  • De gegevens bepalen welke beslissingen er genomen worden en wat er precies onderzocht en geconcludeerd wordt.

  • Nieuwe gegevens kunnen ervoor zorgen dat de insteek van een onderzoek meer gefocust wordt of bijgesteld worden.

13
New cards

waarom is kwalitatief onderzoek niet altijd inductief?

  • Als er in de date een bepaalde structuur of interactie tusse concepten gevonden wordt, kan nieuwe data ter verfijning en uitbreiding zorgen.

    • Nu vormen de nieuwe data niet meer het uitgangspunt maar een verifiëring van het tot dan toe opgebouwde inzicht in de data.

  • Soms kan er voorafgaand theorie zijn die richting geeft om analyses testuren

    • In deze gevallen blijft er wel aandacht voor wat er in de data verschijnt en niet past binnen de al opgebouwde modellen / theorie .

14
New cards

waaruit bestaat de volledige context?

  • Persoonlijke context (zoals job, opleidingsniveau…)

  • Sociaal netwerk (collega’s, vrienden, kennissen…)

  • Maatschappelijke kenmerken (culturele normen en waarden, politieke context…)

15
New cards

waarom staat het insider perspectief centraal in kwalitatief oz?

Omdat betekenis en hoe de mens, binnen zijn context, betekenis verleent centraal staan on kwalitatief onderzoek

  • De onderzoeker zal geen antwoordcategorieën vast leggen  waaruit gekozen mag worden, maar zal zo veel mogelijk ruimte maken om de betekenis die mensen aan ervaringen verlenen aan bod te laten komen.

16
New cards

emic vs etic perspectief

  • Emic perspectief = insider- of bottom-up perspectief

    • Hoe de participant(en) zaken ervaren

    • Het perspectief en de woorden van de participant zijn het startpunt en de onderzoeker probeert al zijn eigen veronderstellingen / theoretische kennis uit te schakelen.

    • Kwalitatief onderzoek!

  • Etic perspectief = outsider- of bottom-down perspectief

    • Hoe niet-leden van een groep gedrag van een groep bestuderen en interpreteren.

    • De onderzoeker neemt reeds bestaande theorieën, hypotheses en concepten als startpunt.

    • Hij kan achteraf nagaan of deze ook toepasbaar zijn in een nieuwe populatie of setting.

17
New cards

emic perspectief

= insider- of bottom-up perspectief

  • Hoe de participant(en) zaken ervaren

  • Het perspectief en de woorden van de participant zijn het startpunt en de onderzoeker probeert al zijn eigen veronderstellingen / theoretische kennis uit te schakelen.

  • Kwalitatief onderzoek!

18
New cards

etic perspectief

outsider- of bottom-down perspectief

  • Hoe niet-leden van een groep gedrag van een groep bestuderen en interpreteren.

  • De onderzoeker neemt reeds bestaande theorieën, hypotheses en concepten als startpunt.

  • Hij kan achteraf nagaan of deze ook toepasbaar zijn in een nieuwe populatie of setting.

19
New cards

wat is taal?

= de context waarin we als mens mens worden, we worden gevormd door taal en construeren onze werkelijkheid via taal.

  • Alles wordt bepaald door onze taal

    • Cognitief functioneren, ideeën over wat goed en fout is…

  • Taal is fundamenteel, cruciaal en een extreem belangrijke context voor elk onderzoek.

  • Taal is meerduidig

    • Dit zorgt ervoor wat we het niet kunnen bestuderen zoals we zouden doen bij een machine waar enen en nullen absoluut bepalend zijn.

  • Taal is (in al zijn vormen) vormt een toegangspoot tot het bestuderen van het psychisch functioneren van mensen

    • Maar het vereist ook dat we rekening houden met zijn meervoudige, metaforische kwaliteiten.

      • Dit staat centraal in de kwalitatieve benadering!

20
New cards

wat voor benadering is kwalitatief onderzoek

Een narratieve benadering die meervoudige perspectieven erkent en zelfs als uitgangspunt gebruikt

  • Data in deze onderzoeken zijn doorgaans narratief (vaak verbaal), maar kan even goed om beeldmateriaal gaan.

    • Toch worden deze als narratief benaderd

  • Narratieven kunnen zowel inhoudelijk als structureel benaderd worden

    • Inhoudelijk wordt er nagegaan welke thema’s er bijvoorbeeld verschijnen in wat iemand verteld.

    • Structureel: bv. Hoe maakt iemand gebruik van taal om iets over te brengen? Hoe wordt een narratief opgebouwd en wat kunnen we daaruit leren over de positie die iemand inneemt in zijn verhaal?

21
New cards

op welke manieren kunnen naratieven benaderd worden?

  • inhoudelijk (bvb. nagaan welke thema's er terug komen)

  • structureel (bvb. hoe maakt iemand gebruik van taal om iets over te brengen)

22
New cards

hoezo is kwalitatief onderzoek ook "naturalistisch onderzoek"?

Om het perspectief van participanten te leren kennen, wordt onderzoek gevoerd in en over hun dagelijks leven.

23
New cards

wat is "immersion" / immersie?

  • De onderzoeker leert de leefwerled van de participanten kennen door als het ware binnen te treden in het alledaagse leven van de participanten.

  • De onderzoeker probeert zo goed mogelijk het dagelijkse leven van de participanten te leren kennen om hun kijk op hun realiteit weer te geven.

  • De onderzoeker wordt ondergedompeld in hun leefwereld.

24
New cards

waarom benadert de onderzoeker het bestudeerde oz-thema als een "naïve observator"?

  • Een buitenstander kan vanzelfsprekendheden doorprikken die als insider moeilijk waarneembaar zijn. Dingen die voor participanten vanzelfsprekend zijn, zijn dit net niet voor de onderzoeker.

  • Door als buitenstaander vanzelfsprekendheden te doorprikken kan je tot een diepgaander inzicht van het onderzoeksonderwerp komen.

25
New cards

wat is een "thick description"?

= Een volledige en diepgaande beschrijving van het onderzoeksproces, de onderzoekscontext en de onderzoeksresultaten is onmisbaar, voor antropologisch onderzoek is een dergelijke gedetailleerde en breedvoerige beschrijving belangrijk. Gaandeweg is het construere / verkrijgen een vereiste geworden in elke vorm van kwalitatief onderzoek.

  • Een thick description heeft dus oog voor biografische (wie), historische (processen over tijd), situationele (context), relationele en interactionele gegevens.

    • Op deze manier geeft ze de lezer een inkijk in de concrete situatie van de deelnemers, ze maakt de situatie dus tastbaar.

  • In een thick description worden conceptuele structuren en betekenissen op een gedetailleerde manier beschreven.

  • Een fenomeen wordt meer beschreven dan enkel de feiten, ook ervaringen, emoties en betekenissen van acties worden opgenomen in de analyse.

  • Het is een vereiste geworden binnen kwalitatief onderzoek.

  • Het weergeven van onderzoeksbevindingen gaat niet enkel om feitelijke beschrijvingen, er wordt ook gezocht naar diepgang.
    <=> Thin description 

    • Deze soort beschrijving is louter feitelijk en houd geen interpretatie in.

    • Deze is onvoldoende om een cultuur te benaderen en is ook misleidend

      • De exacte betekenisgeving die culturen vormt, is pas te achterhalen na het uitgebreid bestuderen van onderlinge verbanden.

26
New cards

vanwaar komt het idee van een "thick description"?

de antropologie

27
New cards

wat is reflexiviteit?

Een bewuste analyse van de eigen invloed en rol als onderzoeker doorheen het gehele onderzoeksproces.

28
New cards

wat is de onderzoeker ten opzichte van de participanten?

hij is een betrokken mede-actor, niet een niet-betrokken buitenstaander.

  • Dit op zichzelf maakt de onderzoeker een beïnvloedende factor!

  • De onderzoeker moet zich bewust zijn van de invloed die hij uitoefent op het onderzoek / de participanten.

29
New cards

wat is bracketing?

De eigen veronderstellingen tussen haakjes zetten om de invloed op participanten zo veel mogelijk te beperken.

30
New cards

wat kan de onderzoeker doen om ervoor te zorgen dat hij zijn invloed op het onderzoek minimaliseert?

  • Bracketing

    • De eigen veronderstellingen tussen haakjes zetten om de invloed op participanten zo veel mogelijk te beperken.

  • Reflexiviteit

    • Een bewuste analyse van de eigen invloed en rol als onderzoeker doorheen het gehele onderzoeksproces.

31
New cards

waarom is er een groot belang van de relatie tussen de onderzoeker en de participanten?

  • Door de aard van kwalitatief onderzoek staat de onderzoeker heel dicht bij de participanten, wederzijds vertrouwen is dus een must om het onderzoek mogelijk te maken!

  • De onderzoeker heeft dus als taak een context waarin vertrouwen en veiligheid ervaren worden door de participanten te creëren zodat deze ervaringen en belevingen kunnen verwoorden en delen met de onderzoeker.

32
New cards

wat zijn de verschillen tussen kwalitatief en kwantitatief oz?

Kwantitatief onderzoek

Kwalitatief onderzoek

Cijfers

Woorden

Perspectief van de onderzoeker

Perspectief van de participanten

Afstandelijke onderzoeker

Betrokken onderzoeker

Theorie testen

Theorie bouwen

Statisch

Proces

Gestructureerd

Ongestructureerd

Generalisatie

Contextueel begrijpen

“Harde”, “betrouwbare” data

“Rijke”, “diepe” data

Macro

Micro

Gedrag

Betekenis

Artificiële setting

Naturalistische settings

33
New cards

standpunten kwantitatief vs kwalitatief onderzoek

  • Bij kwantitatief onderzoek gaat de onderzoeker alles bepalen

    • Hij bepaald de onderzoeksvraag, hoe deze onderzocht wordt, welke vragen en welke antwoordmogelijkheden de participanten krijgen…

  • Bij kwalitatief onderzoek staat het perspectief van de participant veel centraler

    • De onderzoeker wil weten hoe de participant zelf naar iets kijkt, wat hij belangrijk vindt…

34
New cards

verschillende onderzoeksontwerpen / -omvang tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek

  • Kwantitatief onderzoek

    • Er wordt vanuit gegaan dat het gericht is op het onderzoeken van sociale fenomenen en relaties tussen variabelen op grote schaal.

  • Kwalitatief onderzoek

    • Er wordt vanuit gegaan dat het gericht is op het onderzoeken van kleinere aspecten van de sociale realiteit

35
New cards

wat zijn de gelijkenissen / gemenschappelijke doelen van kwalitatief en kwantitatief onderzoek?

  • Data-reductie

    • In elk onderzoek wordt er te veel data verzameld, deze moet gereduceerd worden om tot conclusies te kunnen komen.

    • Elke studie vereist dat de onderzoeker aan de slag gaat met de data om tot een interpretatie en conclusie te komen.

  • Beantwoorden van onderzoeksvragen

    • Elk onderzoek tracht 1 of meer vragen te beantwoorden die het vertrekpunt van de studie zijn.

    • Zonder vragen is er geen onderzoek. 

  • Relateren van data-analyse aan onderzoeksliteratuur

    • Resultaten worden gesitueerd ten aanzien van de bestaande literatuur.

  • Variatie blootleggen / begrijpen

    • Onderzoek is in het algemeen gericht op de verschillen / variatie tussen mensen te exploreren en te begrijpen welke zaken samen hangen met deze variatie.

  • Vermijden bewuste vertekening

    • In elke vorm van onderzoek wordt er geprobeerd om bewuste fouten/vertekeningen te vermijden.

    • ! Ookal staat de invloed van de onderzoeker centraal in kwalitatief onderzoek, is het niet de bedoeling dat de onderzoeker bewust zaken anders of verkeerd gaat voorstellen !

  • Belang van transparantie

    • In elk onderzoek probeert men zo transparant / helder mogelijk te beschrijven welke onderzoeksprocedures gevolgd weren om tot de resultaten te komen.

    • Belangrijk om de lezers toe te laten de overtuigingskracht van conclusies in te schatten en de kwaliteit van een studie te bepalen.

36
New cards

de standpunten over het al dan niet complementair zijn van kwalitatief en kwantitatief onderzoek

  • Het principieel standpunt

    • Het samengaan van kwalitatief en kwantitatief onderzoek is problematisch.

    • Maracek (2005)

      • Elke methode vertrekt van reeks a priori assumpties / vooronderstellingen met versterkende effecten.

      • De verenigbaarheid tussen de twee is geen evident gegeven en is zelfs principieel problematisch, aangezien het geen neutrale methodes zijn.

    • Gebaseerd op de verschillende wetenschapsfilosofische uitgangspunten van beide benaderingen.

  • Het pragmatisch (mixed-method) standpunt

    • Kwalitatief en kwantitatief onderzoek leveren elk hun bijdrage en kunnen op die manier aanvullend zijn.

    • Mixed-method onderzoek is onderzoek waarbij beide benaderingen in 1 studie gebruikt worden.

    • Bij dit principe wordt het absolute onderscheid meer genuanceerd

      • Er zijn niet altijd heldere grenzen!

    • Deze gaat uit van praktische bruikbaarheid en zet de wetenschapsfilosofische assumpties eerder op achtergrond.

    • Vaak vertrekt kwantitatief onderzoek vanuit een natuurwetenschappelijk model en kwalitatief onderzoek vanuit een interpretatieve / narratieve benadering, maar dit is wederom niet absoluut.

37
New cards

wat is het principiel standpunt?

  • Het samengaan van kwalitatief en kwantitatief onderzoek is problematisch.

  • Maracek (2005)

    • Elke methode vertrekt van reeks a priori assumpties / vooronderstellingen met versterkende effecten.

    • De verenigbaarheid tussen de twee is geen evident gegeven en is zelfs principieel problematisch, aangezien het geen neutrale methodes zijn.

  • Gebaseerd op de verschillende wetenschapsfilosofische uitgangspunten van beide benaderingen.

38
New cards

wat zegt Maracek over het al dan niet complementair zijn van kwalitatief en kwantitatief onderzoek?

  • Elke methode vertrekt van reeks a priori assumpties / vooronderstellingen met versterkende effecten.

  • De verenigbaarheid tussen de twee is geen evident gegeven en is zelfs principieel problematisch, aangezien het geen neutrale methodes zijn.

39
New cards

wat is het pragmatisch standpunt?

  • Kwalitatief en kwantitatief onderzoek leveren elk hun bijdrage en kunnen op die manier aanvullend zijn.

  • Mixed-method onderzoek is onderzoek waarbij beide benaderingen in 1 studie gebruikt worden.

  • Bij dit principe wordt het absolute onderscheid meer genuanceerd

    • Er zijn niet altijd heldere grenzen!

  • Deze gaat uit van praktische bruikbaarheid en zet de wetenschapsfilosofische assumpties eerder op achtergrond.

  • Vaak vertrekt kwantitatief onderzoek vanuit een natuurwetenschappelijk model en kwalitatief onderzoek vanuit een interpretatieve / narratieve benadering, maar dit is wederom niet absoluut.

40
New cards

wat zijn mixed method benaderingen?

Verschillende manieren waarop kwantitatieve en kwalitatieve methoden binnen 1 studie gecombineerd kunnen worden

41
New cards

waarom wetenschapsfilosofie

- vormt het kader voor elke vorm van onderzoek

-> bepaalt verschillende aspecten van het onderzoek: doel, methoden, relatie participant & onderzoeker, etc

- laat toe onderzoek naar waarde te schatten binnen het kader waarin het gebeurt

- laat toe kritisch na te denken over impliciete aannamen in onderzoek

42
New cards

Wetenschapsfilosofie

Onderdeel van de filosofie dat zich bezighoudt met vragen als: wat is wetenschap, wat is wetenschappelijke kennis, hoe verwerf je die wetenschappelijke kennis, wat is de relatie tussen wetenschap en samenleving.

43
New cards

wetenschapsfilosofie sterk bepalend voor

- de aard van onderzoeksvragen

- onderzoeksdoel

- keuze van methoden

- relatie onderzoeker en onderzoeksobject

44
New cards

spanningsveld: wat is dominant kwalitatief/kwantitatief onderzoek

beiden menselijk psychisch functioneren beschouwen

kwalitatief

- de betekenis en constituerende rol van de socioculturele en talige context van elk soort psychisch functioneren

kwantitatief

- vertrekt van een cognitieve focus & een computer- of machine metafoor

=> Algemeen belangrijk: de assumpties of vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan verschillende onderzoeksbenaderingen

45
New cards

in de literatuur worden twee fundamentele denkwijzen of wetenschappelijke benaderingen beschreven

1. Dilthey

- natuurwetenschappen

- geesteswetenschappen

2. Bruner

- paradigmatisch of logisch-wetenschappelijke vorm

- narratief

46
New cards

Dilthey

natuurwetenschappen en geesteswetenschappen hebben een radicaal andere aard, doel en methoden

47
New cards

doel natuurwetenschappen

Dilthey

= verklaren (erklären)

- sociaalhistorisch perspectief naar ontwikkeling individu in hun geleefde ervaring is curicaal

- onmogelijk om psychologie los van maatschappelijk en sociale interacties te beschouwen

48
New cards

doel geesteswetenschappen

Dilthey

begrijpen (verstehen)

- tot wetmatige causale verklaringen komen

49
New cards

Bruner

er zijn twee modaliteiten van het denken: een paradigmatische of logisch wetenschappelijke vorm en narratief

50
New cards

paradigmatisch of logisch-wetenschappelijk

Bruner

- reflecteert objectieve, deterministische wereld

- verwant aan postpositivistische natuurwetenschappen

- abstracte ams-dan stellingen

- kwantitatieve gevoeligheid

51
New cards

narratief

Bruner

- reflecteert geconstrueerde wereld

- verwant aan sociale en humane wetenschappen

- verhalen om zin te verlenen aan gebeurtenissen

- kwalitatieve gevoeligheid

onvermijdelijk: mens is als betekenisverlenend & intentioneel wezen die steeds binnen een bepaalde context begrepen dient te worden

52
New cards

verwantschap: Dilthey

- kwantitatieve en natuurwetenschappelijke benadering (paradigmatisch ~Bruner)

- kwalitatieve en geesteswetenschappelijke benadering (narratief ~Bruner)

-> niet absoluut determinered

-> mixed-method benadering

53
New cards

Burner: mixed-method benadering

= cijfers vanuit narratieve denkwijze benaderen door ze te contextualiseren, en niet als absolute wetmatigheden te beschouwen

54
New cards

wetenschapsfilosofische paradigma's

wetenschap niet neutraal: vertrekken vanuit een reeks veronderstellingen

- verschillende denkwijzen leiden tot verschillende visies, geeft richting aan het gehele onderzoeksproces

- ene model niet beter da andere, wel fundamenteel verschillend (ene model niet herleiden tot andere)

55
New cards

Verschillende paradigma's / waarop veronderstellingen gesitueerd kunnen worden

niveau's waarop we veronderstellingen hebben

1) ontologie

2) epistemologie

3) methodologie

56
New cards

ontologie

= betreft onze aannames over wat de aard van de realiteit is en het zijn is

- algemeen: realisme vs relativisme (realisme gaat uit van één realiteit, relativisme van meerdere realiteiten)

- meestal: de realiteit bestaat niet, wij construeren actief de realiteit

- nauw verwant aan epistemologie

57
New cards

epistemologie

= betreft onze aannames over wat geldt als kennis en hoe kennis verworven kan worden

- gaat over aard, oorsprong, voorwaarden en reikwijdte van onze kennis en weten

- relatie tussen participanten en onderzoeker die beiden hun eigen kennis en weten hebben

- algemeen: objectivisme/dualisme vs subjectivisme/transactioneel

- nauw verwant aan axiologie (denken beiden na over relatie tussen onderzoeker en onderzoeker en hoe ze het onderzoeksproces beïnvloeden)

58
New cards

ontologie: algemeen

realisme vs relativisme

(realisme gaat uit van één realiteit, relativisme van meerdere realiteiten)

59
New cards

epistemologie: algemeen

- objectivisme/dualisme vs. subjectivistisch/transactioneel

objectivisme en dualisme: onderzoeker en participant zijn onafhankelijk, alles is objectief bestudeerbaar

subjectivistisch/ transicitioneel: interactie onderzoeker en participant staan centraal en onze bevindingen zijn geconstrueerd

60
New cards

methodologie

= betreft onze aannames over onderzoeksmethodes om aan kennis te komen.

- onderscheid inductief en deductief in onderzoek

- Inductieve benadering (niet uitsluitend) brengt meer flexibiliteit

61
New cards

positivisme

wetenschapsfilosofische kader van Ponterotto

- historische wortels: Verlichting (August Comte)

uitgangspunten

- één werkelijkheid waar we rechtstreeks toegang tot hebben = naïef realisme (identificeerbaar & meetbaar)

- enkel empirische wetenschap levert werkelijke kennis op

- onderzoeker en onderzoeksobject onafhankelijke entiteiten (dualisme)

- onderzoeker heeft geen invloed op de werkelijkheid

- hypotetisch-deductieve methode (nomothetische methode)

62
New cards

vier grote paradigma's van Ponterotto

1) positivisme

2) post-positivisme

3) sociaal constructivisme

4) kritische theorie

63
New cards

paradigma

wetenschapsfilosofische kaders

64
New cards

naief realisme

positivisme

er is één werkelijkheid waar we rechtstreeks toegang tot hebben

65
New cards

hypothetisch-deductieve methode

positivisme

Wetenschappelijke hypotheses opstellen op basis van beredeneerd giswerk en pas nadien testen of die hypotheses effectief kloppen.

- gericht op ontdekken van universele wetmatigheden

- nomothetische methode

66
New cards

positivisme: verificatiecriterium

= wetenschappelijke uitspraak kan worden getoetst door na te gaan of deze in overeenstemming is met zintuiglijke (empirische) waarnemingen en kennis is waardenvrij

67
New cards

positivisme: ontologie (aard realiteit)

naïef realisme

- één ware (externe) realiteit

- alle verschijnselen onderworpen aan onveranderlijke natuurwetten

- enkel empirisch wetenschap levert kennis op

68
New cards

positivisme: epistemologie (relatie onderzoeker & onderzochte)

dualisme/objectivisme

- onderzoeker neemt objectief waar zonder invloed

- hypothetisch-deductieve methode + nomothetische methode (ontdekken universele wetmatigheden)

- waardenvrije kennis

69
New cards

axiologiz

= rol van waarden van de onderzoeker in het wetenschappelijk proces

70
New cards

positivisme: axologie

geen plaats voor waarden

- elimineren/strikt controleren van waarden dmv gestandaardiseerde en systematische onderzoeksmethoden

- waarden weerspiegelen in onderzoeksonderwerp ondanks controle

71
New cards

retoriek

Taal die gebruikt wordt om procedures en resultaten van onderzoek te communiceren

72
New cards

positivisme: retoriek

objectief, afstandelijk, emotioneel neutraal taalgebuik

73
New cards

positivisme: methodologie

(Quas) experimentele methoden

- strikt controleren/manipuleren variabelen

- hypothetisch deductief gericht op verificatie van a-priori hypothesen

- voornamelijk kwantitatief

74
New cards

positivisme: namen

verlichting (Comte), Mill

75
New cards

post-positivisme

voortkomen obv aantal problemen met positivisme

uitgangspunten

- één ware werkelijkheid die slechts gedeeltelijk te bevatten is

- plausibiliteit (geen absolute zekerheid)

- onderzoeker objectief en onafhankelijk

- falsificatie

76
New cards

post-positivisme: ontologie (aard realiteit)

kritisch realisme

- één ware (externe) realiteit die slechts gedeeltelijk meetbaar en kenbaar is

77
New cards

post-positivisme: epistemologie

aangepast dualisme/objectivisme

- erkenning mogelijke invloed onderzoeker

- objectiviteit & onafhankelijkheid blijft

- bevindingen waarschijnlijk (niet 100%) waar

78
New cards

post-positivisme: axiologie

geen plaats voor waarden in het onderzoeksproces

~positivisme

79
New cards

post-positivisme: retoriek

Objectief, afstandelijk, emotioneel neutraal taalgebruik

~positivisme

80
New cards

post-positivisme: methodologie

(Quasi)experimentele methode ~positivisme

- falsificatie ipv verificatie

- meer gecontroleerd kwalitatief onderzoek mogelijk

81
New cards

sociale constructivisme

historische wortels binnen postmodernistische traditie in 1960

uitgangspunten

- meerdere geconstrueerde realiteiten

- waarheid en objectieve kennis van de wereld onmogelijk

- realiteit afhankelijk van taal, context is cruciaal

- sociale realiteit actief geconstrueerd door mensen

- interactie onderzoeker en onderzoeksobject centraal

- methodologie is hermeneutisch en dialogisch

doel: de constructie van krachtigere en meer heldere manieren om geleefde ervaring te begrijpen (het accent ligt op de idiografische methode)

82
New cards

sociale constructivisme: ontologie

relativisme

- meervoudige geconstrueerde realiteiten, de realiteit is subjectief & beïnvloedt door de context van de situatie

- Realiteit is afhankelijk van taal (centraal, eenduidige betekenis van woorden en teksten)

83
New cards

sociale constructivisme: epistemologie

transactioneel/subjectivistisch

- Sociale realiteit/bevindingen actief geconstrueerd door onderzoeker & participant (mensen) hun interactie

84
New cards

sociale constructivisme: axiologie

Waarden & ervaring kunnen niet van het onderzoeksproces gescheiden worden

- Onderzoeker moet zijn waarden erkennen, beschrijven (reflexiviteit) en tussen haakjes zetten (bracketing), maar ze niet elimineren -> onmogelijk wegens intensiever contact met participanten

- Waarden tussen haakjes plaatsen = manier om dialoog met participanten aan te gaan

85
New cards

sociale constructivisme: retoriek

persoonlijker

- Aandacht voor ervaring, verwachting, bias & waarden onderzoeker in rapportage

86
New cards

sociale constructivisme: methodologie

hermeneutische benadering & dialogisch (interpretatief)

- Meer kwalitatief onderzoek in naturalistische contexten

- Intenser contact onderzoeker-participant

- Betekenis aan oppervlakte brengen

87
New cards

sociale constructivisme: namen

Kant, Dilthey

88
New cards

kritische theorie

uitgangspunten (~constructivisme)

- accent op geleefde ervaring die gemedieerd wordt door machtsverhoudingen in sociale/historische context • onderzoek in functie van emancipatie en transformatie

- waarden spelen belangrijke rol

- dialectische verhouding onderzoeker

89
New cards

kritische theorie: ontologie

historisch realisme/relativisme

- Realiteiten gevormd door sociale, politieke, culturele, economische, etnische en genderwaarden

- Bemiddeling realiteiten door sociaal & historisch gegronde machtsrelaties

90
New cards

kritische theorie: epistemologie

transactioneel/subjectivistisch

- Dialectische (tegengestelde) relatie onderzoeker-participant

- Doel: transformatie & emancipatie in participant tegen onderdrukking

- Onderzoeksproces & bevindingen: veel belang aan waarden

91
New cards

kritische theorie: axiologie

Pro-actieve waarden

- Centraal voor taak, doel en methoden van onderzoek

- Hoop + verwachting beïnvloeding proces & resultaten

Gericht op emanciperen participanten

92
New cards

kritische theorie: retoriek

Persoonlijker

- Aandacht voor ervaring, verwachting, bias & waarden onderzoeker in rapportage

93
New cards

kritische theorie: methodologie

Hermeneutische benadering & dialogisch (interpretatief)

- Meer kwalitatief onderzoek in naturalistische contexten

- Intenser contact onderzoeker-participant

- Betekenis aan oppervlakte brengen

- dialoog/dialectiek in relatie tot participant centraal

94
New cards

kritische theorie: namen

Frankfurt school: Horkheimer, Adorno, Marcuse

95
New cards

wetenschapsfilosofische kaders of paradigma's: ontologie (aard realiteit)

realisme vs relativisme

1) positivisme: naïef ralisme

2) post-positivisme: kritisch realisme

3) sociaal constructivisme: relativisme

4) kritische theorie: historisch realisme/relativisme

96
New cards

wetenschapsfilosofische kaders of paradigma's: epistemologie

objectivisme/dualisme vs. subjectivistisch/transactioneel

1) positivisme: dualisme/objectivisme

2) post-positivisme: aangepaste dualisme/objectivisme

3) sociaal constructivisme: transactioneel/subjectivistisch

4) kritische theorie: transactioneel/subjectivistisch

97
New cards

wetenschapsfilosofische kaders of paradigma's: methodologie

1) positivisme: quasi-experimentele methoden

2) post-positivisme: quasi-experimentele methoden

3) sociaal constructivisme: hermeneutische benadering & dialogisch

4) kritische theorie: hermeneutische benadering & dialogisch

98
New cards

wetenschapsfilosofische kaders of paradigma's: axiologie

1) positivisme: geen plaats voor waarden

2) post-positivisme: geen plaats voor waarden

3) sociaal constructivisme: waarden & ervaring niet scheiden van onderzoeksproces

4) kritische theorie: waarden & ervaring niet scheiden van onderzoeksproces

99
New cards

wetenschapsfilosofische kaders of paradigma's: retoriek

1) positivisme: Objectief, afstandelijk, emotioneel neutraal taalgebruik

2) post-positivisme: Objectief, afstandelijk, emotioneel neutraal taalgebruik

3) sociaal constructivisme: persoonlijker

4) kritische theorie: persoonlijker

100
New cards

het startpunt van een onderzoek kan komen vanuit:

- een persoonlijke interesse

- een sociaal/maatschappelijk/ psychologisch probleem

- een theoretisch probleem

initieel onderwerpen -> niet leiden tot bruikbare bevindingen

- groot belang aan conceptualisatie