Stijlfiguren van de poëzie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/53

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

54 Terms

1
New cards

Gepaard rijm

Rijm van telkens 2 op elkaar volgende versregels. Rijmschema: aa bb

2
New cards

Gekruist rijm

rijmschema: abab

3
New cards

Omarmende rijm

Rijmschema: abba

4
New cards

Verspringend rijm

Rijmschema: abc abc

5
New cards

Binnenrijm

Dit is een rijm van 2 of meer beklemtoonde lettergrepen binnen één vers

6
New cards

Halfrijm

Je onderscheidt assonantie of klinkerrijm waarbij de beklemtoonde klinkers gelijk zijn en acconsonantie of medeklinkerrijm, waarbij de medeklinkers gelijkluidend zijn

7
New cards

Alliteratie/stafrijm

Van woorden die in elkaars nabijheid staan, zijn de beginmedeklinkers van beklemtoonde lettergrepen geljik.

8
New cards

Mannelijk rijm (staand rijm)

De laatste lettergreep van een eindrijm is beklemtoond

9
New cards

Vrouwelijk rijm

De laatste lettergreep van een eindrijm is onbeklemtoond

10
New cards

Glijdend rijm

Eindrijm van woorden die bestaan uit een reeks van één beklemtoonde lettergreep gevolgd door twee of meer onbeklemtoonde

11
New cards

Jambe

Onbeklemtoond - beklemtoond

12
New cards

Trochee

Beklemtoond - onbeklemtoond

13
New cards

Alexandrijn

Versregel die uit 6 jamben bestaat

14
New cards

Cesuur

Een pauze middenin een versregel

15
New cards

Enjambement

Een stijlvorm waarbij het einde van een versregel niet samenvalt met een natuurlijke pauze

16
New cards

Vergelijking

Berust op een overeenkomst tussen 'het vergelekene' en 'de vergelijker'. Je gebruikt het woordje als, zoals of gelijk

17
New cards

Metafoor

Een vergelijking zonder als

18
New cards

Metonymie

Je brengt dingen in verband met elkaar op basis van een ander verband dan een gelijkenis

19
New cards

Personificatie

Je wijst een menselijke eigenschap toe aan een levenloos ding, een dier of een abstract begrip

20
New cards

Synesthesie

Vermenging van waarnemingen en voorstellingen uit verschillende zintuigen

21
New cards

Eufemisme

Je gebruikt een verbloemende, verzachtende uitdrukking

22
New cards

Understatement

Je stelt iets groots, ernstigs ... als minder groot, ernstig ... voor

23
New cards

Ironie

Je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoelt

24
New cards

Hyperbool

Een zware overdrijving

25
New cards

Herhaling/repetitio

Je herhaalt hetzelfde woord (dezelfde woorden) om er de aandacht op te vestigen

26
New cards

Anafoor

Herhaling van woorden (woordgroepen) aan het begin van opeenvolgende verzen, zinnen of zinsdelen

27
New cards

Epifoor

Herhaling van woorden (woordgroepen) aan het einde van opeenvolgende verzen, zinnen of zinsdelen

28
New cards

Tautologie

Je herhaalt iets met een synoniem

29
New cards

Pleonasme

Je benadrukt een eigenschap die in het woord aanwezig is

30
New cards

Opsomming

Je zet een aantal elementen na elkaar zodat het meteen opvalt

31
New cards

Parallellisme

Je herhaalt onvolledig. De grammaticale constructie komt overeen, maar een aantal woorden verandert.

32
New cards

Climax

Vorm van opsomming waarbij de elementen in sterkte toenemen

33
New cards

Anticlimax

Vorm van opsomming waarbij de elementen in sterkte afnemen

34
New cards

Tegenstelling/antithese

Je combineert twee zaken met tegengestelde eigenschappen

35
New cards

Chiasme/kruisstelling

Wanneer je de woorden onder elkaar plaatst, zie je een kruis

36
New cards

Paradox

Schijnbare tegenstrijdigheid

37
New cards

Oxymoron

Speciaal geval van een paradox. Twee woorden die elkaar in hun letterlijke betekenis tegenspreken, worden toch gecombineerd tot 1 begrip

38
New cards

Retorische vraag

Je stelt een vraag waarop je geen antwoord verwacht

39
New cards

Allusie

Een toespeling op, een verwijzing naar een persoon, tekst, film...

40
New cards

Woordspeling

Een taalgrapje

41
New cards

Vers

Regel van een gedicht

42
New cards

Strofe

Groep versregels in een gedicht die bij elkaar horen

43
New cards

Refrein

(vrij vers) versvorm waarin gedeeltelijk of geheel wordt gebroken met de traditionele verstechniek

44
New cards

Visuele poëzie

Poëzie waarbij de schrijfwijze de inhoud van de tekst illustreert

45
New cards

Kwatrijn

Strofe van 4 regels

46
New cards

Terzine

Strofe van 3 regels

47
New cards

Distichon

Strofe van 2 regels

48
New cards

Sextet

Strofe van 6 regels/2 terzines

49
New cards

Octaaf

Strofe van 8 regels

50
New cards

(Vaste) dichtvorm

Vaste opzet van een gedicht, waarmee het rijmschema, het ritme, de klank of de inhoud van het gedicht kan worden voorgeschreven

51
New cards

Rondeel

Dichtvorm waarbij bepaalde versregels diverse malen worden herhaald

52
New cards

Sonnet

Een metrisch gedicht met 14 regels

53
New cards

Metrum/versmaat

vast ritmepatroon, regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen

54
New cards

Volta

Een inhoudelijke verandering die in een bepaalde relatie tot het voorafgaande, meestal dus het octaaf, staat