Studied by 3 peoplechampionship
kampioenschap
cup
titelkampioenschap
league, division
bond, liga, verbond, afdeling
play-offs
play-off wedstrijden
race
race, wedloop
tournament
toernooi
trophy
trofee
to abandon
opgeven, verlaten
to admire
bewonderen
to attack
aanvallen
to challenge
uitdagen
to compete
wedijveren, strijden
to defeat
verslaan
to defend
verdedigen
to draw lots
loten, lotje trekken
to participate
deelnemen
to take part in
deelnemen, meedoen
to train
trainen
to practise
oefenen
confidence
vertrouwen
dedication
toewijding
desire
verlangen
determination
vastbeslotenheid
discipline
discipline
opportunity
gelegenheid
responsibility
verantwoordelijkheid
self-sacrifice
zelfopoffering
sportsmanship
sportiviteit
fairness
rechtvaardigheid, redelijkheid
strategy
strategie
tactics
tactiek
game play
manier om een spel te spelen
team spirit
teamgeest, collegialiteit
association
vereniging
athlete
atleet
chairperson
voorzitter
cheerleader
cheerleader, supporter
club
club
coach, trainer
coach, trainer
mental coach
mental coach, mentale begeleider
personal trainer
persoonlijke trainer
physical trainer
fysieke trainer
team coach
groepstrainer
icon
icoon, idool
idol
idool
manager
manager
medallist
medaillewinnaar
participant
deelnemer
player
speler
role model
rolmodel
spectator
toeschouwer
fan
fan
squad
ploeg
team
team, ploeg
umpire
scheidsrechter
referee
scheidsrechter
dressing room
kleedkamer
field, pitch
veld
showers
douches
stadium
stadion
stand
kraam
track
parcours, baan
venue
locatie
press coverage
verslaggeving
celebrity
beroemdheid
halo
aureool, roem en glorie
match report
sportverslag
press conference
persconferentie
sports star
sportsterren
tabloid
sensatiepers, boulevardblad
to quote
citeren
achievement
prestatie, succes
charity
liefdadigheid, goed doel
commitment
betrokkenheid
legacy
erfenis, nalatenschap
leisure
vrije tijd
to merit
verdienen, waard zijn
scholarship
beurs
tolerance
verdraagzaamheid
discrimination
discriminatie
success
succes
to succeed
slagen
failure
flop, mislukking
to fail
mislukken, falen
victory
overwinning, zege
defeat
nederlaag
to play fair
eerlijk spelen, fairplay
to cheat
valsspelen
pride
trots, hoogmoed
shame
schaamte, schande
deep
diep
shallow
ondiep, oppervlakkig
unique
uniek
stereotypical
stereotiep
original
orgineel, oorspronkelijk
counterfeit
namaak, vervalsing
excess
overdaad, buitensporigheid
lack
tekort
equality
gelijkheid
inequality
ongelijkheid
Note
Flashcard