Psychologie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/216

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

217 Terms

1
New cards
frontaalkwab
Voorhoofdskwab/frontal lobe, staat in voor de karakter en ingesteldheid van de mens.
2
New cards
frontaalsyndroom
Phineas Gage --\> door een ijzeren staaf werd zijn frontaalkwab aangetast. Het spreken, redeneren of herinneren van zaken was onaangetast, wel gedroeg Phineas zich impulsiever, prikkelbaarder en ruwer. Zijn vermogen om zich te beheersen en zijn gedrag aan te passen aan de situatie bleek aangetast.
3
New cards
geheugen
Het vermogen van een mens of dier om informatie te onthouden. Het omvat 3 belangrijke aspecten; de opslag, het vasthouden/bewaren en het terugzoeken van informatie.
4
New cards
geheugendomeinen
Het sensorisch geheugen: bestaat uit een paar seconden waarbinnen een prikkel in het CZS binnenkomt totdat het in de hersenen wordt verwerkt.

Korte termijn- of werkgeheugen: houden we zaken een korte termijn vast om ze te kunnen verwerken. Dit gebeurt vooral visueel en akoestisch. De capaciteit is 7 elementen.

Langetermijngeheugen: bestaand uit 3 engrammen;
Episodisch --\> verloop van gebeurtenissen/ervaringen
Semantisch --\> betekenis van begrippen en woorden
Procedureel --\> opeenvolging van handelingen, met
name geautomatiseerd.
5
New cards
hippocampus
Staat in voor geheugenprocessen, wat we kunnen onderscheiden (zie hierboven).
6
New cards
hysterie/conversie
Onverwerkte trauma's en geestelijke conflicten zochten een uitweg via lichamelijke ziektesymptomen zonder dat de patiënt zich daar zelf bewust van was. DUS: nare ervaringen kunnen naar het onbewuste worden verdrongen en vandaaruit nog invloed uitoefenen op de geestelijke én lichamelijke gezondheid.
7
New cards
neuro-imaging
Beeldvorming van de hersenen. bij actieve delen van de hersendelen/kwabben lichten deze delen op beeld op.Vb. de frontaalkwab en gebieden van motorische controle lichten extra o bij personen die leiden aan conversiestoornissen, terwijl de hippocampale regio minder actief lijkt.
8
New cards
reductionisme
De reductionistische visie van bepaalde neurowetenschappers, alsof gedrag herleidbaar is tot het functioneren van de hersenen, staat in contrast met de visie dat de hersenen wel een weerspiegeling zijn van onze activiteit, maar dat de oorzakelijk relatie zeker niet in één richting mag gelegd worden \= ''je bent je brein''.
9
New cards
James-Lange Theorie
Het gevaar bestaat echter dat men oorzaak en gevolg met elkaar verwart zoals in de James-Lange Theorie over emoties; ''ik word bang omdat mijn hart sneller slaat'' i.p.v. ''mijn hart slaat sneller omdat ik bang ben''.
10
New cards
Kans kapitalisme
Je doet veel mini-onderzoekjes, of je deelt groepen kunstmatig op in subgroepjes, of je werkt met zoveel variabelen dat er wel iets opvallend significant zal tussen zitten, en je rapporteert dan alleen wat je als significant hebt gevonden.
11
New cards
nomothetische methode
Gevalsstudie of case studie; het grondig bestuderen van interessante gevallen.
12
New cards
conversie symptomen
?
13
New cards
placticiteit
kneedbaar
14
New cards
ideografische methode
Experimentele- of quasi-experimentele studie; bestuderen van grote groepen personen in situaties waarbij men één of meerdere invloedvariabelen kan controleren.
15
New cards
dwangbehandelingen en dwangneurose
Personen die hieraan leiden hebben de onweerstaanbare neiging om voortdurend bepaalde zaken te doen (dwanghandelingen) of aan bepaalde zaken te denken (obsessies).
16
New cards
obsessief-compulsionele stoornis
\=dwanghandelen/dwangneurose, zie hierboven beschreven .
17
New cards
savant
Een persoon die eigenlijk intellectueel op een laag niveau functioneer of lijdt aan een mentale- of ontwikkelingsstoornis, maar uitblinkt op een geïsoleerde begaafdheid of vermogen van de hersenen, zoals geheugen, muzikaliteit of rekenen (Jill Price & Jim Peek).
18
New cards
autismespectrumstoornis
Gedrag wat we hierin terugzien is het zich systematisch en zelfs obsessioneel toeleggen op datgene waarin men goed is. bovendien zijn autistische personen meer gericht op detailwaarneming en hebben ze een overgevoelige directe zintuigelijke waarneming.
19
New cards
context en corticale hersenzones/ hersenkwabben
Delen waarin de hersenen zijn verdeeld:
- Frontaalkwab \= voorhoofdskwab
- Occipitaalkwab \= achterhoofd kwab
- Temporaalkwab \= slaapkwab
- Pariëtaalkwab \= hoofdhuid kwab
- Cerebellum \= kleine hersenen
20
New cards
mesolimbisch systeem
Reguleert mechanismen van motivatie, beloning en bevrediging. Wordt ook wel het hersenbeloningssysteem genoemd.
21
New cards
limbisch systeem
Bestaand uit 2 kernen:
- Amygdala; staat in voor het emotioneel interpreteren en
reageren op prikkels
- Hippocampus; staat in voor de werking van het
geheugen.
22
New cards
hersenbeloningssysteem
\=mesolimbisch systeem, (brain reward system)
23
New cards
hyperthymesie
overmatig geheugen --\> iemand die zich bijna alles herinnert
24
New cards
linker- en rechterhersenhelft
Links: analytisch georiënteerd en taalgerichtRechts: ruimtelijk (verwerken beelden, intonatie, mimiek, muziek)
25
New cards
gedragsdomeinen
Het onderverdelen van het veld van menselijk gedrag volgens het soort functioneren:
- Perceptie (\=waarnemen)
- Motoriek (\=beweging)
- Cognitie (\=denken)
- Aandacht en geheugen
- Motivatie, affectie en emotie
- Persoonlijkheid en sociale relaties
26
New cards
Perceptie en apperceptie
Perceptie \= het waarnemen

Apperceptie \= het proces waarbij de aandacht zodanig bewust wordt gestuurd of waarbij de aandacht automatisch wordt gericht dat de waarneming en ook de verwerking van de prikkels wordt vergemakkelijkt of vlotter verloopt.
27
New cards
synapsen
Verbindingen in de hersenen die impulsen doorgeven
28
New cards
Sociale cognitie en intelligentie
Het detecteren en interpreteren van sociale en emotionele signalen en processen, en het gepast reageren hierop of hiervan gebruik maken.
29
New cards
Psychopathie
Antisociale persoonlijkheidsstoornis \= ASP. Psychopaten lijken enerzijds een tekort te hebben in een deelaspect en anderzijds toch te beschikken over een behendigheid in een ander deelaspect. Ook lijkt het alsof psychopaten een tekort hebben aan invoelingsvermogen voor hun slachtoffers (of kunnen ze empathie onderdrukken door het gevoelsleven tijdelijk uit te schakelen?).
30
New cards
Spiegelneuronen
Systeem wat zich bevind in de frontale hersenkwab. Dit systeem activeert dezelfde hersencellen alsof het geobserveerde gebeuren jezelf zou overkomen en laat je ook toe om gelijkaardige emoties te activeren en zelfs ook motorische aspecten te activeren. Vb. je wordt zelf ook verdrietig bij het zien van rouwende mensen om je heen.
31
New cards
Sailliantie
Overduidelijkheid, dominantie.
32
New cards
Overt en covert gedrag
Overt \= observeerbaar gedrag

Covert \= niet-observeerbaar gedrag
33
New cards
Omgeving en context
De context van gedrag en de situatie waarin het aanwezig is bepalen de waarde van bepaalde gedragingen.
34
New cards
Observatie en interpretatie
Observatie: beschrijvingen van gedragVb. hij stamelt vrij veel sedert zijn medicatie is gestopt

Interpretatie: verklaring van gedragVb. volgens mij voelt hij zich gewoon onzeker in een grote groep. Een goed onderscheid tussen beide aanhouden is lastig, maar belangrijk voor de wetenschap of het eigen methodisch handelen.
35
New cards
Oriëntatiereactie
Door fysiologische metingen wordt aandacht reflexmatig opgewekt of gericht op bepaalde prikkels uit de omgeving. Vanuit de evolutionaire psychologie wordt dit gedrag beschouwd als functioneel voor het levensbehoud aangezien het de aandacht richt op relevante prikkels en het de reactiesnelheid en perceptie op scherp stelt.

Reflexmatige aangeboren reactie op nieuwe, informatieve of interne prikkels uit de omgeving
36
New cards
Habituatie of gewenning
Door het herhalen van dezelfde prikkel neemt de aandacht hiervan af, waardoor de prikkel als 'normaal' beschouwd wordt. Geleidelijk wennen aan herhaaldelijk terugkerende prikkels
37
New cards
holisme
Visie die totaliteit altijd belangrijker vindt dan de som der delen.
38
New cards
Desensitisatie
Een vorm van gedragstherapie die wordt toegepast bij angststoornissen. (\=klassieke conditionering). Via systematische desensitisatie kunnen traumatische of irrationele angsten worden weggewerkt door het (geleidelijk aan) paren van de angst inducerende prikkel aan een nieuwe respons.
39
New cards
Stress en distress
Stress: is een vorm van spanning die in het lichaam van organismen optreedt als reactie op externe prikkels. Is bedoeld als bescherming tegen mogelijk fysieke schade of bedreiging, ook wel fight- or flight stressreactie.

Distress: stress die negatief werkt, ontstaat door een langdurige, verhoogde stress.
40
New cards
Biofeedback
Het bewust worden van de lichaamsfuncties, feedback over fysiologische processen. Men kan hierdoor gemakkelijker tot relaxatie (\=ontspanning) komen. Controle over eigen gedrag geeft rust.
41
New cards
Evolutionaire psychologie
De mens als zoogdier en groepsdier, bestaand uit natuurlijk ingebakken gedragspatronen.
42
New cards
Streelneuronen en sensoren
Bevinden zich in de huid, ze kunnen streelbewegingen herkennen en in de hersenen leiden tot prikkeling van diepliggende emotiekernen. Dit kan leiden tot ASMR (\=autonome sensorische meridiaan respons), ook wel het hersenorgasme genoemd.
43
New cards
Feromonen
Stoffen die zich zoals geurmoleculen via de lucht verspreiden en worden opgevangen door het vomeronasale orgaan bovenaan de neusholte.
44
New cards
Grooming
Het vlooien van elkaars vacht, dit kan relatie bevorderend werken.
45
New cards
Multisensoriële- of crossmodale synesthesie
Het waarnemen van bepaalde prikkels die bij sommige personen leidt tot het oproepen van een gelijktijdige waarneming in een andere zintuigelijke modus. Vb. geluiden die tegelijkertijd kleurpercepties oproepen.
46
New cards
Empirische cyclus
Vanuit de werkelijkheid bouw je een theorie, die je dan vervolgens toepast op deze werkelijkheid. Observatie heeft hierin een dubbele functie: enerzijds komen tot veronderstellingen/diagnoses en anderzijds nagaan of je veronderstellingen kloppen.
47
New cards
Beoordeling en waardering
Beoordeling: op basis van criteria, is objectief (\=feitelijk).

Waardering: subjectief (\=mening). Bestaan beide uit verschillende niveaus van communicatie.
48
New cards
Behaviorisme
Men is een tijdlang voorstander geweest om zich te beperken tot aspecten die op een neutrale en objectieve manier goed en gemakkelijk kunnen bestudeerd worden, zonder zich te moeten verdiepen in tussenliggende processen. Het behaviorisme pleitte om de mens te zien als een black box. Behaviorisme is de antagonist van de psychoanalyse. Experimenten van Ivan Pavlov, John Watson en Burrhus Skinner: Hun gedrag was de resultante van leerprocessen tijdens de levensloop en kunnen geconditioneerd worden.
49
New cards
Black box
Aangezien er niet-objectiveerbare processen zijn in het menselijk organisme, beperken we ons best tot wat men wél kan objectiveren (\=beoordelen op basis van feiten en niet van meningen).
50
New cards
Psychoanalyse en psycho- dynamische modellen
Psychoanalyse: deze stroming is ontstaan als tegengewicht van het behaviorisme tegenover auteurs die zich vooral inlieten met wetenschappelijk moeilijk te controleren aspecten en daarover dan ook nog theorieën bedachten die zeer ver gingen, met veronderstellingen die moeilijk of niet hard te maken zijn maar die men maar moest aannemen zoals bij een geloof. Bekende auteurs zijn Sigmund Freud en Carl Gustaf Jung.
51
New cards
Freudiaanse theorie
Jacques Lacan heeft enkele Freudiaanse basisideeën verder uitgewerkt in eigen theorie. Ideeën van Lacan waren bijvoorbeeld de karakterisering van het onbewuste (zoals taal, symbolen en betekenissen), en het voortdurend gespletenheid van de persoon tussen een subjectieve ik-ervaring en een imaginair zelfbeeld.
52
New cards
Psychoseksuele ontwikkeling
Freud geloofde sterk dat de psychoseksuele ontwikkeling in de vroege kindertijd een invloed heeft op de persoonlijkheid en eventuele geestelijke afwijkingen.
53
New cards
Driften
De libidineuze driften en destructieve driften volgens de psychoanalyse.
54
New cards
Gedragsmodellen
Psychologie blijft in grote mate een veld waar strijd wordt gevoerd tussen believers en aanhangers van de ene of andere stroming. Er zijn meerdere theorieën, stromingen en modellen die in de psychologie zijn gehanteerd.
55
New cards
Verstehende methode
Inzichten in het menselijk individu is niet volledig in algemene gedragswetten te vatten. Het is van belang om de eigen context van een persoon in rekening te nemen voor het begrijpen van zijn functioneren, en dat men hiervoor het verhaal van deze persoon dient de beluisteren.
56
New cards
Waarnemingspsychologie
Deze stroming is gegroeid vanuit bevindingen uit de waarneming- psychologie, waarbij men vaststelde dat enerzijds de realiteit niet altijd wordt geïnterpreteerd zoals deze in werkelijkheid is (\=mindset-effect) en dat anderzijds de kenmerken van de wereld die we waarnemen toch in belangrijke mate onze beleving ervan beïnvloed (\=priming-effect).
57
New cards
Priming
We zijn in het algemeen beïnvloedbaar door een onbewuste invloed van prikkels op je houding, visie of gedrag, zonder dat we dit zelf merken.
58
New cards
Eclecticisme
Het combineren van verschillende psychologische theorieën, stromingen of modellen zodat de patiënt beter behandeld zou worden. Als een psycholoog deze methode vroeger gebruikte werd deze gezien als een opportunist (\=iemand die zonder principes handelt).
59
New cards
Gestaltpsychologie
Latere stroming van de psychologie die gegroeid is uit bevinden uit de waarnemingspsychologie.
60
New cards
Gestalttherapie
Richt zich sterk op het experiëntiële (\=ervaring van de werkelijkheid) of de fenomenologie (\=hoe iemand overkomt en contact zoekt of vermijdt).
61
New cards
Gestaltwetten
Het geheel is meer dan de som van de elementen; de constellatie bepaalt de perceptie en onze interpretatie.
62
New cards
Mindset
Denkstijl of ingesteldheid die bepaalt hoe je naar jezelf en je kwaliteiten en vaardigheden kijkt.
63
New cards
Destructieve en libidineuze driften of instincten
Destructieve driften: agressieve driften

Libidineuze driften: seksuele/erotische driften.Het idee dat ons gedrag wordt beheerst door driften zoals bij dieren, werd door het christelijke geloof verketterd.
64
New cards
Erogene zones
Gebieden van het menselijk lichaam dat bij aanraking seksuele gevoelens kan opwekken.
65
New cards
Client-centered benadering
Er werd nadruk gelegd op zelfontplooiing en de kracht van de menselijke motivatie om eigen problemen op te lossen. De therapie werd in de client-centered counselingmethode vervangen door begeleiding. Een psycholoog moet zich hierbij houden aan 3 principes:

1) De cliënt voorwaardelijk respecteren
2) Zich inleven in de leefwereld van de cliënt
3) Open zijn voor zichzelf
66
New cards
Gedragstherapie
Focust net als de systeemtheorie op het analyseren van gedragspatronen in relatie tot omgevingsfactoren, om ze vervolgens in positieve zin te beïnvloeden.
67
New cards
Systeemvisie
Ontstond deels als reactie op de visie dat het leven een chaotisch evolutionair verloop zou hebben, gebaseerd op toevalligheden. Beschouwt organismen, het menselijk gedrag en menselijke samenlevingsvormen als geordende en dynamische systemen. Ze legt de nadruk op de onderlinge afhankelijkheid van elementen binnen het systeem en ook tussen verschillende systemen. Volgens de systeemtheorie is het minder belangrijk om na te gaan hoe een bepaalde stoornis tijdens het levensverloop precies is ontstaan, maar wel hoe gedrag in de huidige situatie wordt bepaald.
68
New cards
counseling
omgaan met beperkingen en hindernissen
doel: helpen en proberen op te lossen
69
New cards
onbewuste mechanisme
?
70
New cards
Gedragsmodellen
psychodynaclisch model -\> klinisch: psychoanalyse

behaviorisme -\> klinisch: gedragstherapie

humanistisch model -\> klinisch counseling methode:
- respect/achting en inleving (empathie)
- echtheid en openheid (self-disclosure)
- concreetheid en duidelijkheid

systeemtheorie
71
New cards
Arousal of waakzaamheid
De basisaandacht lijkt nodig om signalen te detecteren en je aandacht eventueel te focussen. Dit is echter geen absoluut gegeven.
72
New cards
Subliminale perceptie
Bepaalde zintuigelijke waarnemingen gebeuren onder de waarnemingsdrempel voor bewuste waarneming, maar worden wel degelijk door de hersenen opgevangen.
73
New cards
Waarnemingdrempel
De drempel die overschreden moet worden zodat de zintuigelijke waarneming bewust wordt waargenomen.
74
New cards
Aandachtregulatie
Het beheersen van het proces dat het waarnemen van prikkels of informatie en de verwerking ervan reguleert.
75
New cards
Aandachtfocus
Aandacht is een balans. Prikkels kunnen je aandacht activeren of dempen. Je aandacht kan overgaan in:
- Floating attention --\> zwevende aandacht
- Focused attention --\> geconcentreerde aandacht
76
New cards
Diepe slaap
Voorafgaand aan de REM-slaap. Introduceert complete ontspanning van de spieren (behalve die van belang zijn voor de vitale lichaamsfuncties en oogspieren). Het vermijdt dat personen tijdens het dromen motorisch actief worden.
77
New cards
slaap
Heeft enerzijds een regeneratieve/herstellende functie en anderzijds ook een stabiliserende functie. Je hersenen hebben slaap nodig om onvoldoende verwerkte prikkels van de dagen voordien te kunnen verwerken en om terug op te laden.
78
New cards
REM-slaap
Dankt zijn naam aan de snelle oogbewegingen (\=Rapid Eye Movement), die plaatsvinden tijdens het dromen.
79
New cards
Somnambulisme
Slaapwandelen. Personen kunnen tijdens hun slaap spreken of handelen, of dingen doen die ze zich achteraf niet herinneren, dit is een slaapstoornis.
80
New cards
Slaapdeprivatie
Te weinig diepe slaap/REM-slaap na 5 dagen, er kunnen psychotische stoornissen optreden met verlies van realiteitsbesef en gestoorde waarneming.
81
New cards
Slaap-waak-cyclus
Men doorloopt tijdens de nachtrust 4 tot 5 keer een slaapcyclus, die telkens eindigen in de REM-slaap. Vooral de 3e en 4e fase duren het langst. Bij een normale nachtrust heb je ongeveer 20%/25% REM-slaap. Het slaap-waakcyclus wordt verstoord door het kunstmatig verlengen van de avond door tv-kijken of uitgaan. Op natuurlijke basis heeft ons lichaam (via de hersenen) rond 21:30 uur 's avonds een fase van inslaapneiging en verminderde aandacht. Als je hieraan niet toegeeft maar actief blijft, kan je met weinig problemen nog enkele uren aandachtig blijven.

fase 1: inslaapfase
fase 2: lichte slaap
fase 3: de overgangsfase n/d diepe slaap
fase 4: de diepe slaap
fase 5: REM-slaap\= droomslaap (raid-eye-movement)
82
New cards
Circadiaans ritme
Is afgesteld op iets meer dan 24 uren. Ons lichaam heeft prikkels van buitenaf nodig om de indicatie te krijgen dat het toch tijd is om te gaan slapen of om wakker te worden (bijv. licht en geluid, duisternis en stilte). Zijn deze prikkels er niet, dan wordt de slaap-waak-cyclus verstoord.
83
New cards
Dual task interferentie
\=multitasking. In het brein lopen verschillende processen wel gelijktijdig op verschillende plaatsen en in onderling verband, maar het vermogen om onze aandacht te spreiden over verschillende zaken tegelijkertijd is eigenlijk heel beperkt. Multi- tasking komt in feite neer op het snel laten verspringen van je aandacht tussen verschillende taken. Wanneer personen met 2 taken tegelijkertijd bezig zijn, dan interfereert het ene proces met het andere. Dit dual task interferentie leidt niet alleen tot tragere performantie maar ook tot meer fouten.
84
New cards
Posttraumatische stress- stoornissen
Kortsluiting in de hersenen na een ernstige traumatische situatie. Personen die aan deze stoornis leiden zijn niet meer in staat om het geheel van informatie te overzien en de relevantie informatie te kunnen filteren.
85
New cards
Automatisatie
De capaciteit tot automatiseren is een belangrijke basis voor het leervermogen van de mens. Door het automatiseren slagen we erin om bepaalde gedragingen onbewust te laten verlopen. We voeren handelingen uit zonder dat we ons er nog bewust van zijn.
86
New cards
Reactietijd
Tijd tussen de prikkels en de reactie op de prikkels.
87
New cards
Coma
Bij een diepe coma (die minstens 6 uur duurt) is er geen reactie op prikkels (ook geen pijnprikkels), is er geen motorische activiteit en is de normale slaap-waak-cyclus afwezig of verstoord. Coma kan onverwachts gebeuren (door bijv. een trauma) maar kan ook op een gecontroleerde wijze gebeuren (toediening van barbituraten, voor herstel van hersenfuncties). Pijnprikkels en motorische activiteiten zijn wel aanwezig bij een normale slaap-waak-cyclus.
88
New cards
black-out
Het verlies van bewustzijn (geestelijk)
89
New cards
granduele coma
?
90
New cards
bravoure gedrag
gedrag waarbij je veel lef hebt.
91
New cards
Bottle neck
omstandigheden die moeilijkheden veroorzaken
92
New cards
spell-offer-effect
?
93
New cards
Cognitieve dissonantie
De strijd tussen tegenstrijdige overtuigingen, ideeën en opvattingen. Je kiest voor hetgeen wat het beste bij jou overtuiging past. Kan er ook voor zorgen dat de personen hun opvattingen aanpassen aan hun handelswijze. Door je eigen handelen te rationaliseren, ga je zoeken naar een alternatief wat voor jou toch aanvaardbaar is en dat je handelswijze en overtuiging toch niet strijdig met elkaar lijken.
94
New cards
Suggestie en hypnose
Hypnotische toestand (\=verlaagd bewustzijn) opgewekt via suggestie, door een hypnotiseur of hypnotherapeut. Wordt gebruikt bij de psychotherapie en bij behandeling voor verslaafden.
95
New cards
Autosuggestie
Zelfhypnose of zelfrelaxatie
96
New cards
Negatieve suggestie
Denken aan de negatieve gevolgen van iets, zodat dit ook een effect zal hebben op de werkelijkheid. Bijv. een student kan zich zodanig zorgen maken om het dan al niet slagen van een examen, dat dit in werkelijkheid ook zo zal uitdraaien. Tegenovergestelde van negatieve suggestie is positieve suggestie.
97
New cards
Self-fulfilling prophecy of Rosenthal-effect
\=zichzelf verwerkelijkende voorspelling. Je gelooft zodanig sterk in iets dat het ook zal uitkomen. Het dient in een breder en sterker beeld te worden begrepen: namelijk als de invloed van je denkbeelden (over jezelf en anderen) op je eigen gedrag en op je interactie met die anderen, zodanig zelfs dat de realiteit en het zelfbeeld van die anderen uiteindelijk zullen beïnvloed worden door jou denkbeelden, verwachtingen en veronderstellingen.
98
New cards
Ziektegewin
Verzonnen ziekte om aandacht te krijgen, moet niet verward worden met hypochondrische persoonlijkheidseigenschap (\=neiging om zich snel ziekten in te beelden).
99
New cards
Placebo-effect
De patiënt beeld zich in of overtuigt zichzelf dat het pilletje wat degene inneemt, werkzame stoffen bevat en zorgt ervoor dat eventuele klachten die aanwezig waren afnemen/verdwenen zijn. (\=positieve autosuggestie).
100
New cards
Nocebo-effect
De patiënt is zodanig gericht op de mogelijke bijwerkingen van een bepaald medicijn wat op de bijsluiter beschreven staat, dat deze bijwerkingen ook daadwerkelijk op zullen treden bij de patiënt (negatieve autosuggestie).