1/47
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Nier (ren)
Orgaan dat verantwoordelijk is voor de productie van urine en de regulatie van de water- en zoutbalans in het lichaam.
Nierkapsel
Het membraan dat de nier omhult en beschermt, ook wel bekend als het glomerulaire kapsel. Dicht collageen bindweefsel.
Cortex (schors) van de nier
Het buitenste gedeelte van de nier, waar de glomeruli en de meeste nefronen zich bevinden. Het speelt een cruciale rol in de eerste filtratie van bloed.
Medulla (merg) van de nier
Het binnenste gedeelte van de nier, dat verantwoordelijk is voor het concentreren van urine en het reguleren van de waterbalans. Hier bevinden zich de nierbuisjes en de verzamelbuisjes. Onderverdeeld in een buitenste en binnenste zone.
Glomerulus
Een net van haarvaten in het nierlichaampje, waar de ultrafiltratie van bloed plaatsvindt en urinevorming begint.
Kapsel van Bowman
Een dubbelwandig kapsel dat het glomerulus omgeeft en verantwoordelijk is voor het opvangen van de gefiltreerde vloeistof die uit het bloed komt om het naar de tubuli te leiden.
Proximale tubulus
Het eerste deel van de nierbuisjes dat verantwoordelijk is voor de reabsorptie van water, ionen en voedingsstoffen uit de gefiltreerde vloeistof.
Distale tubulus
Het laatste deel van de nierbuisjes dat betrokken is bij de regulatie van de elektrolytenbalans en de waterhuishouding, en waar verdere reabsorptie van ionen en water plaatsvindt.
Lis van Henle
Een deel van de nierbuisjes dat verantwoordelijk is voor de concentratie van urine door het creëren van een osmolariteitsgradiënt in het merg van de nier. U-vormig.
Ductus colligens (verzamelbuisje)
Voert urine af naar de nierpapil en reguleert de eindconcentratie van urine.
Nierbekken (pelvis renalis)
Het centrale deel van de nier dat urine verzamelt vanuit de nierbuisjes en deze naar de urineleider transporteert.
Ureter
De buis die urine van de nieren naar de blaas vervoert.
Blaas (vesica urinaria)
Een gespierd orgaan dat urine opslaat voordat het naar buiten wordt geleid.
Urethra
De buis die urine van de blaas naar buiten het lichaam vervoert.
Macula densa
Een groep cellen (sensorisch) in de distale tubulus die betrokken zijn bij de regulatie van de bloeddruk en de filtratiesnelheid van de nieren. (via natirumconcentratie in de tubulusvloeistof)
Mesangiumcellen
Cellen die zich tussen de capillairen van de glomerulus bevinden en bijdragen aan de structurele ondersteuning en filtratieregulatie.
Nierkapsel
Het omhulsel dat de nier beschermt en ondersteunt, ook betrokken bij de filtratie van bloed. Bestaat uit dicht collageen bindweefsel.
Nierpiramiden
De driehoekige structuren in de medulla van de nier die urine verzamelen en afvoeren naar de calyces.
Gefenestreerd epitheel van de glomerulus
Een type epitheel dat zich in de glomerulus bevindt, gekenmerkt door kleine openingen die de filtratie van bloed mogelijk maken. (verhinderen de doorgang van bloedcellen)
Lamina basalis van de nier
Fysische barrière die grote moleculen tegenhoudt. Het ondersteunt het gefenestreerde epitheel en speelt een cruciale rol in de filtratie van bloed.
Podocyten van de glomerulus
Speciale cellen in de nier die de glomerulaire kapsel bekleden en helpen bij de filtratie van bloed.
Unipiramidale nier
Een type nier met een enkele pyramidevormige structuur, typisch voor bepaalde zoogdieren zoals de carnivoren.
Multipiramidale nier
Een type nier met meerdere pyramidevormige structuren, vaak te vinden bij herbivoren zoals runderen en varkens.
Nefron
De functionele eenheid van de nier, verantwoordelijk voor het filteren van bloed en het vormen van urine.
Filtratiespleten
Openingen tussen de pedicellen van de podocyten die selectief de filtratie reguleren. Ze laten kleine moleculen en ionen door, maar blokkeren grotere eiwitten en cellen.
Vas afferens
Het bloedvat dat bloed aanvoert naar de glomerulus in de nier. Het speelt een cruciale rol in de filtratie van bloed.
Vas efferens
Het bloedvat dat het gefilterde bloed uit de nierlichaampjes afvoert en naar de nierader leidt.
Juxtaglomerulair apparaat
Een sensorische structuur in de nier die de bloeddruk en de filtratiesnelheid reguleert door het afgeven van renine. Dit via de macula densa.
Macula densa
Een groep cellen in de distale tubulus van de nefron die de natriumconcentratie in het filtraat detecteert en bijdraagt aan de regulatie van de bloeddruk.
Renine
Een enzym dat wordt geproduceerd door het juxtaglomerulaire apparaat in de nieren en dat een belangrijke rol speelt in de regulatie van de bloeddruk en het vochtbalans.
Overgangsepitheel of urotheel
Een type epitheel dat de urinewegen bekleedt, met de capaciteit om uit te rekken en samen te trekken, waardoor het de blaas in staat stelt om urine op te slaan.
Crusta
Beschermende laag in de paraplucellen die het onderliggende epitheel beschermt tegen urine. Het is een structuur die helpt om de integriteit van het urotheel te behouden.
Peristaltiek
De golvende spierbewegingen in de urinewegen die urine van de nieren naar de blaas transporteren.
ADH
Antidiuretisch hormoon dat de waterretentie in de nieren bevordert, waardoor de urineconcentratie toeneemt.
Angiotensine
Een hormoon dat de bloeddruk reguleert en de afgifte van aldosteron stimuleert, wat leidt tot natriumretentie en verhoogde bloeddruk.
RAAS-systeem
Het RAAS-systeem, of Renine-Angiotensine-Aldosteron-systeem, activeert bij lage bloeddruk en stimuleert de afgifte van aldosteron om natriumretentie te bevorderen.
Mucosa urinewegen
De binnenbekleding van de urinewegen, die verantwoordelijk is voor het afscheiden van slijm en het beschermen van de onderliggende weefsels. Bekleed met overgangsepitheel.
Propria-submucosa
Een laag van bindweefsel die zich onder de mucosa bevindt en bloedvaten, zenuwen en lymfevaten bevat. Het ondersteunt de mucosa en speelt een rol in de voeding en bescherming. Bestaat uit losmazig bindweefsel.
Tunica muscularis urinewegen
Spierlaag opgebouwd uit drie lagen:
Binnenste longitudinale laag
Middelste circulaire laag
Buitenste longitudinale laag
Maken samen peristaltische bewegingen mogelijk.
Tunica adventitia
De buitenste laag van de urinewegen, bestaande uit bindweefsel die de urinewegen beschermt en stabiliseert. Het verbindt de urinewegen met omliggende structuren.
Tunica serosa
De dunne, glanzende laag die de buitenkant van de urinewegen bedekt, bestaande uit een gladde mesotheliale cellaag.
Verschil tussen tunica adventitia/serosa.
De tunica adventitia is een bindweefsellaag die de urinewegen beschermt en stabiliseert, terwijl de tunica serosa een gladde mesotheliale laag is die de buitenkant bedekt.
Lamina muscularis blaas
De spierlaag van de blaas, bestaande uit gladde spiervezels die samentrekken om urine uit de blaas te persen. (behalve bij de kat)
Vrouwelijke urethra
De buis die urine van de blaas naar buiten het lichaam transporteert, met een kortere lengte dan de mannelijke urethra. Meerlagig plaveiselepitheel nabij externe opening.
Erectiele plexus
Een netwerk van bloedvaten en zenuwen dat bloed toevoert naar de erectiele weefsels van de penis, essentieel voor het ontstaan van een erectie.
Lacunes bekleed met endotheel in de propria-submucosa van de vrouwelijke urethra en speelt een rol in de seksuele functie.
Mannelijke urethra
De buis die urine van de blaas naar buiten het lichaam transporteert, langer dan de vrouwelijke urethra en ook sperma tijdens de ejaculatie.
Mesotheel
Een type epitheel dat de serosa van lichaamsholten en organen bekleedt, en speelt een rol in de afscheiding van vocht.
Endotheel
Een type epitheel dat bloedvaten bekleedt en betrokken is bij de regulatie van de doorlaatbaarheid van de vaatwand.