Nederlands Woordenschat par 1 t/4

mentaal

geestelijk

verhullen

niet openlijk zeggen; verbergen

repressie (de)     

onderdrukking

adequaat

passend; zoals nodig is

loyaal

trouw

reduceren

terugdringen

attitude (de)

houding

ongenoegen (het)

ontevredenheid

saboteren

met opzet laten mislukken

parallel (de)

overeenkomst

consensus (de)

overeenstemming

drastisch

ingrijpend; rigoureus

onmiskenbaar

duidelijk; zeer duidelijk; niet te missen

bont

gekleurd; met veel (opvallende) kleuren

vergaren

verzamelen

uniformiteit (de)

eenvormigheid

uniek

enig; enig in zijn soort

potentieel

mogelijk; in aanmerking komend

rivaal (de)

concurrent

zinnen (ww.)

bevallen

negeren

ignoreren; contact uit de weg gaan; net doen alsof iemand/iets er niet is

ornitholoog (de)

vogeldeskundige

analyse (de)

ontleding; zorgvuldige ontleding

aan het licht brengen

duidelijk maken

patroon (het)

regelmatigheid

frequentie (de)

multipliciteit; bepaald aantal per tijdseenheid

individueel

afzonderlijk; op zichzelf staand; van of voor ieder afzonderlijk

vitaal

levendig; fit en krachtig

leek (de)

ondeskundige

relatief

betrekkelijk

dientengevolge

daardoor

ietwat

enigszins; een beetje

veerkrachtig

elastisch

al naargelang

afhankelijk van

intensiteit

sterkte; heftigheid

proviand (de)      

voedsel

gepaard gaan met

samengaan met