3.6 voortplanting en seksualiteit

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/11

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

12 Terms

1
New cards

Wanneer kan bevruchting plaatsvinden? Leg uit aan de hand van de cyclus van de vrouw. 

Rond eisprong (14 dagen na menstruatie).

2
New cards

Wat doet de placenta?

Uitwisseling voeding, zuurstof, afval via navelstreng.

3
New cards

Voorbehoedsmiddelen?

  • Zonder hulpmiddel: periodieke onthouding

  • Barrièrewerking: condoom, pessarium, spiraaltje.

  • Hormoonwerking: pil, hormoonspiraal, implantaat.

  • Noodmaatregelen: morning-afterpil (grote concentratie oestrogeen, waardoor je misselijk kan worden, binnen 24 tot 36 uur innemen), spiraaltje (tot 5 dagen), abortus.

4
New cards

Wat is DNA?

Erfelijk materiaal, helft doorgegeven bij bevruchting.

5
New cards

Functie zaadblaasjes en prostaat?

Voeden en transporteren van zaadcellen.

6
New cards

Hoelang kan een eicel blijven leven na de ovulatie of eisprong?

12 tot 24 uur.

7
New cards

Hoelang kan een zaadcel blijven leven in het lichaam van de vrouw na de ejaculatie of zaadlozing?

2 tot 3 dagen.

8
New cards

Hoelang bedraagt de periode waarin onbeschermde seks kan leiden tot bevruchting? 

3 tot 4 dagen.

9
New cards

Waar vindt de bevruchting plaats?

In 1 van de eileiders

10
New cards

Kan het bloed van een zwangere vrouw vrijelijk naar het embryo of de foetus stromen?

Nee, aparte bloedsomloop.

11
New cards

Spiraaltje = bescherming tegen bevruchting?

Nee, voorkomt innesteling, niet bevruchting.

12
New cards

Is lucht in condoomreservoir erg?

Ja, verhoogt kans op scheuren.