1/11
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wanneer kan bevruchting plaatsvinden? Leg uit aan de hand van de cyclus van de vrouw.
Rond eisprong (14 dagen na menstruatie).
Wat doet de placenta?
Uitwisseling voeding, zuurstof, afval via navelstreng.
Voorbehoedsmiddelen?
Zonder hulpmiddel: periodieke onthouding
Barrièrewerking: condoom, pessarium, spiraaltje.
Hormoonwerking: pil, hormoonspiraal, implantaat.
Noodmaatregelen: morning-afterpil (grote concentratie oestrogeen, waardoor je misselijk kan worden, binnen 24 tot 36 uur innemen), spiraaltje (tot 5 dagen), abortus.
Wat is DNA?
Erfelijk materiaal, helft doorgegeven bij bevruchting.
Functie zaadblaasjes en prostaat?
Voeden en transporteren van zaadcellen.
Hoelang kan een eicel blijven leven na de ovulatie of eisprong?
12 tot 24 uur.
Hoelang kan een zaadcel blijven leven in het lichaam van de vrouw na de ejaculatie of zaadlozing?
2 tot 3 dagen.
Hoelang bedraagt de periode waarin onbeschermde seks kan leiden tot bevruchting?
3 tot 4 dagen.
Waar vindt de bevruchting plaats?
In 1 van de eileiders
Kan het bloed van een zwangere vrouw vrijelijk naar het embryo of de foetus stromen?
Nee, aparte bloedsomloop.
Spiraaltje = bescherming tegen bevruchting?
Nee, voorkomt innesteling, niet bevruchting.
Is lucht in condoomreservoir erg?
Ja, verhoogt kans op scheuren.