1/19
Flashcards over basiskennis van Linux, inclusief commando's, shellconcepten en besturingssysteemstructuren.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Linux
Een combinatie van software, ook wel GNU/Linux genoemd, die het besturingssysteem vormgeeft.
CLI
Command Line Interface, een tekstgebaseerde interface voor het invoeren van commando's.
Shell
De laag die toestaat dat de gebruiker commando's geeft aan het besturingssysteem.
Commandostructuur
De structuur waarbij een commando wordt uitgevoerd met optionele invoer in de vorm van opties en argumenten.
Variabelen
Opslagruimtes in de shell die gegevens bevatten als namen en waarden.
Aliassen
Korte namen of codes die zijn gekoppeld aan langere commando's om ze gemakkelijker te maken.
Aanhalingstekens
Tekens die worden gebruikt om tekst in de shell te omsluiten, wat invloed heeft op hoe de shell het interpreteert.
Puntkomma
Een scheidingsteken dat wordt gebruikt om meerdere commando's in één regel uit te voeren.
Man pages
Hulpdocumenten voor UNIX-commando's die informatie geven over hun gebruik en opties.
Bestandssysteem
De hiërarchische structuur waarin bestanden en mappen worden opgeslagen op een Linux-systeem.
Globbing
Het gebruik van specialtekens in bestandsnamen om meerdere bestanden te selecteren.
cp
Commando dat wordt gebruikt om bestanden te kopiëren.
mv
Commando dat wordt gebruikt om bestanden te verplaatsen of te hernoemen.
rm
Commando waarmee bestanden of mappen verwijderd kunnen worden.
find
Commando dat wordt gebruikt om bestanden te zoeken op basis van verschillende criteria.
Links
Bestandtypen die verwijzen naar andere bestanden of mappen binnen het bestandssysteem.
useradd
Commando dat wordt gebruikt om een nieuwe gebruiker aan te maken.
groupadd
Commando dat wordt gebruikt om een nieuwe groep aan te maken.
Permissies
Toegangsrechten voor gebruikers en groepen op bestanden en mappen.
umask
Commando om standaardbestandsrechten in te stellen of weer te geven.