Kaarten: Menselijke biologie en ziekteleer H14 NEDERLANDS | Quizlet

Celcyclus

Opeenvolging van gebeurtenissen voor het creëren van nieuwe cellen uit bestaande cellen, bestaande uit de interfase en de mitotische fase

Interfase

Een lange groeiperiode waarin de cel groeit en DNA wordt gedupliceerd ter voorbereiding op de volgende

G1 fase (first gap)

Periode tussen de celdeling en DNA-synthese

S-fase (synthese van DNA)

Fase waarin chromosomen van de cel worden gedupliceerd

G2 fase (second gap)

Fase waarin de cel langzaam groeit en zich voorbereid op celdeling

Mitotische fase

Een veel kortere periode waarin de kern en vervolgens het cytoplasma delen

Mitose

Het gedupliceerde DNA wordt in twee sets verdeeld en de kern deelt zich

Cytokinese

Cytoplasma deelt zich en twee nieuwe dochtercellen worden gevormd

G0

Niet groeiende, niet-delende staat waarin de meeste cellen in je lichaam in komen

Desoxyribonucleïnezuur (DNA)

Een dubbelstrengige reeks nucleotiden die in een spiraalvorm met elkaar verweven zijn

Chromosomen

46 afzonderlijke structuren die het DNA in de kern organiseren en rangschikken

Histonen

Eiwitten die een bepaalde structuur aan het chromosoommolecuul verlenen

Chromatinemateriaal

Diffusie van korrelige substantie

Centromeer

Houdt twee identieke zusterchromatiden in een zichtbaar gedupliceerde chromosoom bij elkaar

Gen

Een kort stukje DNA dat de code of het recept bevat voor een of meer eiwitten - kleinste functionele eenheid van DNA

Replicatie

Het proces van het kopiëren van het DNA van de cel voorafgaand aan de celdeling

Transcriptie

Het proces van het creëren van een gecodeerde boodschap van een enkel gen dat vanuit de kern kan worden uitgevoerd

Translatie

Het proces waarbij het gecodeerde bericht wordt omgezet in eiwitten die nuttig zijn voor de cel

Replicatie (definitie 2)

Het proces van het dupliceren van het volledige DNA van een cel, begint met het ontrollen van de DNA-helices

Nucleotiden

Bouwstenen van DNA die bestaan uit een suikergroep, een fosfaatgroep en vier basen

DNA-polymerasen

Enzymen die de nieuwe nucleotiden positioneren en aan elkaar koppelen

Mutaties

Wijzigingen in het DNA

Somatische cel

Lichaamscel dat geen gameet is

Gameten

Geslachtscellen (spermacel of eicel)

Transcriptie (definitie 2)

Proces waarbij de DNA-code van een enkel gen wordt gebruikt om een complementaire enkele streng ribonucleïnezuur (RNA) te creëren, met name een vorm van RNA met de toepasselijke naam messenger RNA (mRNA) omdat het de boodschap van het gen draagt

Promotor

Unieke basensequentie die het begin van elk gen markeert

RNA-polymerase

Enzym die zich hecht aan de promotor, het DNA-afwikkelingsproces start en helpt bij het bevestigen van de juiste RNA-nucleotiden aan de groeiende keten

Primair RNA-transcript

Het RNA-molecuul dat als eerste uit DNA is getranscribeerd

Introns

Sequenties die niet de genetische code dragen

Exons

Sequenties die wel de genetische code dragen

mRNA-molecuul

Een sjabloon dat kan worden "vertaald" in een specifieke sequentie van aminozuren - wordt geproduceerd uit het primaire RNA-transcript

Codon

Bestaat uit elk drie opeenvolgende basen

Translatie (definitie 2)

Het proces waarbij mRNA als sjabloon wordt gebruikt om de mRNA-code om te zetten of te "vertalen" in een precieze reeks aminozuren waaruit een specifiek eiwit bestaat

Messenger RNA

Draagt de code voor de aanmaak van een nieuw eiwit

Transfer RNA

Kleine moleculen die de code voor slechts 1 aminozuur dragen en dragen ook een anticodon

Anticodon

Een base-triplet dat de complementaire sequentie is voor een codon van mRNA

Ribosomaal RNA

Onderdeel van een ribosoom

Ribosoom

Bestaat uit twee subeenheden samengesteld uit ribosomaal RNA en eiwitten

Initiatie

Eerste stap van translatie

Verlenging

Tweede stap van translatie

Beëindiging

Derde stap van translatie

Mitose (definitie 2)

Het proces van nucleaire deling waarbij de zusterchromatiden van elk gedupliceerd chromosoom van elkaar worden gescheiden

Profase

Fase in mitose die begint wanneer de gedupliceerde chromosomen voor het eerst zichtbaar worden

Mitotische spil

De nieuwe gevormde parallelle rangschikking van microtubuli

Metafase

Fase in mitose waar de gedupliceerde chromosomen op 1 vlak in het midden van de cel komt te liggen

Anafase

Fase in mitose waar de DNA-moleculen dupliceren en naar tegenoverliggende zijden van de cel bewegen

Telofase

Fase in mitose die begint wanneer de twee sets chromosomen arriveren aan tegenovergestelde polen van de cel

Cytokinese (definitie 2)

Het proces waarbij een cel zich deelt om twee dochtercellen te produceren

Diploïde cellen

Menselijke cellen met 46 chromosomen, 23 chromosoomparen

Autosomen

Andere chromosomen dan de geslachtschromosomen

Homologe chromosomen

De 22 paar autosomen plus de twee geslachtschromosomen

Haploïde cellen

Cellen met slechts 1 set van 23 chromosomen (eicellen en spermacellen)

Meiose

Een opeenvolging van twee opeenvolgende kerndelingen (hebben dezelfde 4 stadia als mitose) waarin de menselijke genen worden gemengd, herschikt en gehalveerd

Crossing-over

Tijdens de profase van meiose I paren gedupliceerde homologe chromosomen en wisselen delen van het DNA uit

Poollichaampje

Kleinere cel die bij elke deling van meiose wordt geproduceerd

Cyclinen

Eiwitten waarvan de cyclische fluctaties in hun concentraties worden gecontroleerd

Contactremming

Een effectief mechanisme voor negatieve feedback om weefselgroei en orgaangrootte te reguleren

Differentiatie

Het proces waarbij een cel verschilt van zijn ouder- of zustercel

Methyleren

Methylgroepen toevoegen

Epigenetica

De studie van hoe genexpressie wordt veranderd door andere factoren dan de onderliggende DNA-sequentie van de cel