CERAN - phrases

Wanneer ik deze morgen bij AG ben aangekomen, was de open ruimte vol.

Quand je suis arrivé ce matin chez AG, l'open space était rempli.

Ik had geen plaats meer.

Je n’avais plus de place.

Ik heb in het restaurant met mijn collega veel vis gegeten en we hebben koekjes gedeeld.

J'ai mangé beaucoup de poisson au restaurant avec ma collègue et nous avons partagé des biscuits.

Ik kan jouw uitnodiging niet aanvaarden omdat ik bezig ben.

Je ne peux pas accepter ton invitation parce que je suis occupé.

Vorige week heb ik veel aanvragen van klanten gekregen.

La semaine dernière, j'ai reçu beaucoup de demandes de clients.

Ik ben niet beschikbaar op maandagvoormiddag omdat ik nederlandse les volg.

Je ne suis pas disponible lundi matin parce que je suis en cours de néerlandais.

Dus ben ik niet bereikbaar.

Je ne suis donc pas joignable.

Wanneer ik met vakantie ben, ben ik niet bereikbaar voor het werk.

Quand je suis en vacances, je ne suis pas joignable pour le travail.

Kan je de datum van onze afspraak wijzigen? Ik heb een urgentie.

Peux-tu changer la date de notre réunion ? J’ai une urgence.

Ik bevestig dat onze volgende vergadering op vrijdag doorgaat.

Je confirme que notre prochaine réunion aura lieu vendredi.

Lukt het nog  voor jou?

Est-ce que cela te convient toujours ?

Ik ben verantwoordelijk voor dit project.

Je suis responsable de ce projet.

Ik kan mijn agenda raadplegen om een nieuwe datum te prikken.

Je peux consulter mon agenda pour fixer une nouvelle date.

Dat is mijn project niet, maar ik zal mijn collega onmiddellijk verwittigen.

Ce n’est pas mon projet, mais je vais prévenir mon collègue immédiatement.

Mijn manager is op de hoogte van het project.

Mon responsable est au courant du projet.

De klant is gisteren langsgekomen.

Le client est passé hier.

De vergadering is geannuleerd. Dat is heel jammer.

La réunion a été annulée. C’est vraiment dommage.

Ik zou graag samenwerken voor de communicatiecampagne.

J’aimerais collaborer pour la campagne de communication.

Past dat voor jou? Vind je dat leuk ?

Est-ce que cela te convient ? Tu aimes cette idée ?

Ben je volgende week beschikbaar ?

Es-tu disponible la semaine prochaine ?