H1: scheiden en reageren

studied byStudied by 0 people
0.0(0)
Get a hint
Hint

chemische reacties

1 / 24

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

25 Terms

1

chemische reacties

er treedt een energie-effect op.

New cards
2

energiediagram

geeft het energie-effect en de activeringsenergie van elk proces weer.

New cards
3

energie-effect

endotherm en exotherm

New cards
4

endotherm

er is energie nodig om de reactie gaande te houden.

New cards
5

exotherm

er komt bij de reactie energie vrij.

New cards
6

mengsel

heeft een smelttraject en een kooktraject. Verschillende varianten: oplossing, suspensie en emulsie.

New cards
7

emulsie

als dit ontmengt is het een twee-lagen systeem. Hierbij kan een emulgator helpen.

New cards
8

emulgator

voorkomt het ontmengen van de emulsie. Heeft een hydrofiele kop en een hydrofobe staart.

New cards
9

reactiesnelheid

hoeveelheid stof die per seconde en per liter reactiemiddel onstaat of verdwijnt.

New cards
10

verdelingsgraad van een stof

hoe fijner de stof verdeelt is, hoe sneller de reactie verloopt.

New cards
11

soort stof

de snelheid van een reactie ligt aan de soort stof waarmee gewerkt wordt.

New cards
12

temperatuur

Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de reactie verloopt.

New cards
13

concentratie van de reagerende stoffen

Hoe meer stof zich in een bepaald volume bevindt, hoe groter de kans is dat er deeltjes gaan botsen.

New cards
14

katalysator

dit kan nooit verbruikt worden en komt in de vorm van een enzym.

New cards
15

scheidingsmethoden

filtreren, bezinken (centrifugeren), indampen, destillatie, extraheren, adsorberen en chromatografie.

New cards
16

filtreren

verschil in deeltjesgrootte, hierbij heb je het filtraat en de residu.

<p>verschil in deeltjesgrootte, hierbij heb je het filtraat en de residu.</p>
New cards
17

bezinken

verschil in dichtheid, na een bepaalde tijd zal er bijvoorbeeld een twee-lagen systeem ontstaan. Dit proces kan versneld worden door te centrifugeren.

<p>verschil in dichtheid, na een bepaalde tijd zal er bijvoorbeeld een twee-lagen systeem ontstaan. Dit proces kan versneld worden door te centrifugeren.</p>
New cards
18

indampen

verschil in kookpunt, een vloeistof met een lager kookpunt zal eerder in een gas veranderen.

<p>verschil in kookpunt, een vloeistof met een lager kookpunt zal eerder in een gas veranderen.</p>
New cards
19

destillatie

verschil in kookpunt, het proces gaat zo: een mengsel wordt verhit, waardoor de gassen naar boven gaan, deze worden opgevangen en gekoeld en verandert dus weer in een vloeistof.

New cards
20

extraheren

verschil in oplosbaarheid, door een middel te gebruiken zal er 1 stof wel oplossen maar de ander niet.

New cards
21

adsorberen

verschil in adsorptievermogen, de opgeloste kleur-, geur- en smaakstoffen hechten zich aan het oppervlakte.

New cards
22

chromatografie

verschil in aanhechtingsvermogen en oplosbaarheid, hiervoor word een chromatogram gebruikt. Je kan hiermee uitzoeken uit hoeveel stoffen een mengsel bestaat.

New cards
23

zuivere stof

bestaat uit 1 soort bouwsteen. Heeft een smeltpunt en een kookpunt, ook is het een element.

New cards
24

element

is op microniveau 1 soort atoom.

New cards
25

verbinding

de bouwstenen bestaan uit 2 of meer soorten atomen.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 65 people
... ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 55 people
... ago
4.0(1)
note Note
studied byStudied by 275 people
... ago
5.0(6)
note Note
studied byStudied by 40 people
... ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 26 people
... ago
4.0(1)
note Note
studied byStudied by 10 people
... ago
5.0(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (133)
studied byStudied by 12 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (96)
studied byStudied by 27 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (70)
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (23)
studied byStudied by 5 people
... ago
4.0(1)
flashcards Flashcard (44)
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (22)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (45)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (99)
studied byStudied by 319 people
... ago
5.0(4)
robot