College 3 - But… Where is the executive branch? A confrontation with complexity

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/31

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

32 Terms

1
New cards

Wat is het doel van college 3?

Begrijpen hoe governance in de praktijk steeds complexer wordt door Multilevel Governance (MLG) en waarom dit de problemen van de uitvoerende macht versterkt.

2
New cards

Wat is de centrale vraag van college 3?

Waarom versterkt MLG de complexiteit én de principal–agentproblemen?

3
New cards

Waarom zijn de 3 limits uit college 2 al problematisch?

Ze laten zien dat checks & balances en mandaattheorie in praktijk niet goed functioneren.

4
New cards

Wat zijn de 3 limits van de uitvoerende macht?

1) Presidentialisering 2) Mandate ambiguity (grijze zones) 3) Discretion van bureaucraten.

5
New cards

Waarom maken deze limits governance moeilijk?

Omdat ze centrale sturing, democratische controle en effectieve uitvoering ondermijnen.

6
New cards

Hoe hangt college 3 samen met college 1?

College 1: globalisering + neoliberalisme → staat verliest controle. College 3: laat zien hoe dat er in praktijk uitziet via MLG.

7
New cards

Hoe hangt college 3 samen met college 2?

College 2: uitvoerende macht heeft interne problemen. College 3: dezelfde problemen worden extern nóg heftiger door MLG.

8
New cards

Wat is een nation state volgens C&R?

Een territoriale staat met één regering, één identiteit, één economie en duidelijke bevoegdheidslijnen.

9
New cards

Waarom bestaat de nation state eigenlijk niet meer?

Door globalisering, migratie, EU-integratie, mobiliteit en meervoudige loyaliteiten.

10
New cards

Waarom ondermijnt het verdwijnen van de nation state de mandaattheorie?

Want mandaattheorie veronderstelt één helder centrum van macht, maar die is er niet meer in MLG.

11
New cards

Wat is Multilevel Governance (MLG)?

Governance waarbij meerdere bestuurslagen (EU, nationaal, regionaal, lokaal) samen beleid maken + uitvoeren, vaak met niet-statelijke actoren.

12
New cards

Wat betekent “multiple levels share”?

Dat hogere niveaus niet automatisch de baas zijn — samenwerking is horizontaal en verticaal.

13
New cards

Waarom lijkt MLG op street-level bureaucrats?

Beiden handelen autonoom, interpreteren regels en kunnen beleid anders uitvoeren dan bedoeld; principal blijft onduidelijk.

14
New cards

Waarom past MLG niet bij mandaattheorie?

Mandaattheorie gaat uit van 1 principal en 1 agent; MLG heeft tientallen agents en principals door elkaar.

15
New cards

Wat is het belangrijkste gevolg van MLG voor de democratie?

Het wordt onduidelijk wie verantwoordelijk is → accountability gaps → blame shifting.

16
New cards

Hoe laat de migratiecrisis MLG zien?

Meerdere niveaus (EU, nationale overheid, regio’s, gemeenten) én NGO’s vormden samen beleid, zonder duidelijke hiërarchie.

17
New cards

Waarom was de migratiecrisis een voorbeeld van governance-chaos?

Omdat tientallen actoren tegelijk intervenieerden, met tegenstrijdige doelen en verantwoordelijkheden.

18
New cards

Wie waren de “practitioners” in de migratiecrisis?

EU-commissarissen, nationale ministers, burgemeesters, politie, NGO’s, UNHCR, lokale bewoners.

19
New cards

Waarom is de vraag “wie is in charge?” cruciaal?

Omdat zonder duidelijk principal niemand echt verantwoordelijk is voor uitkomsten.

20
New cards

Waarom versterkt MLG presidentialisering?

Leiders nemen meer macht om orde te scheppen in chaos, media versterkt focus op individuen.

21
New cards

Waarom versterkt MLG mandaattheoretische problemen?

Meerdere bestuurslagen → meerdere mandaten → tegenstrijdig beleid → niemand weet wie democratisch bevoegd is.

22
New cards

Waarom versterkt MLG bureaucratische discretion?

Ambtenaren op elk niveau moeten interpreteren → hun autonomie groeit → uitvoering varieert sterk per niveau.

23
New cards

Hoe leidt MLG tot meer principal–agentproblemen?

Meer niveaus = meer principals en agents → meer informatie-asymmetrie → meer autonomie → meer conflict.

24
New cards

Wat is een pro van MLG?

Meer expertise, samenwerking, gedeelde verantwoordelijkheid, dichtbij problemen.

25
New cards

Wat is een con van MLG?

Verlies van democratische controle, meer chaos, meer blame shifting.

26
New cards

Waarom noemt Alex MLG “one big cloud”?

Omdat in tijden van crisis geen duidelijke structuur of hiërarchie zichtbaar is — governance wordt amorf.

27
New cards

Hoe is MLG verbonden aan globalisering & neoliberalisme?

Beiden verminderen nationale autonomie en vergroten afhankelijkheden — governance verspreidt zich over niveau’s.

28
New cards

Wat zegt C&R over neoliberalisme in relatie tot MLG?

Open economieën maken regionale ongelijkheid groter; staten hebben minder sturingscapaciteit.

29
New cards

Hoe beïnvloedt MLG politieke legitimiteit?

Het wordt moeilijker om burgers te laten zien wie verantwoordelijk is voor beleid.

30
New cards

Wat is de uncomfortable conclusion van college 3?

Dat staten niet langer effectief (morally) desired outcomes kunnen garanderen door interne én externe P–A-problemen.

31
New cards

Hoe sluit college 3 aan op college 4?

MLG toont waarom mechanische bestuursmodellen falen → noodzaak voor een ander paradigma → Fukuyama (bestuur is kunst).

32
New cards

Wat is het belangrijkste tentamen-inzicht van college 3?

MLG maakt governance structureel complexer en versterkt elke vorm van principal–agentproblematiek.