1/242
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
alors
dan / toen
améliorer
verbeteren
août
augustus
à côté de
naast
l'ambiance
de sfeer
amoureux/-se
verliefd
à cause de
vanwege
l'âge
de leeftijd
allemand(e)
Duits
aller
gaan
anglais(e)
Engels
après
na / daarna
l'après-midi
de middag
l'argent
het geld
attendre
wachten
au lieu de
in plaats van
aujourd'hui
vandaag
autrefois
vroeger
avant
voor (tijdsbepaling)
l'avantage
het voordeel
avec
met
l'avenir
de toekomst
avoir besoin de
nodig hebben
avoir de la chance
geluk hebben
avoir du mal à
moeite hebben om
avoir envie de
zin hebben om
avoir faim
honger hebben
les baskets
de sportschoenen
beau, belle
mooi
beaucoup
veel
bien
goed
bientôt
gauw / spoedig
boire
drinken
la boisson
het drankje
la boîte
het blik / de doos / de discotheek
bon, bonne
goed / lekker
bref
kortom
le but
het doel
car
want
c'est
het is
c'était
het was
le cahier
het schrift
cependant
echter
la chaise
de stoel
la chambre
de slaapkamer
chaque
ieder / elke
les chaussures
de schoenen
cher, chère
duur
les cheveux
het haar
chez
bij (iemand)
choisir
kiezen
le chômage
de werkloosheid
combien
hoeveel
comme
zoals
comment
hoe
comprendre
begrijpen
connaître
kennen
le conseil
het advies / de raad
couramment
vloeiend
le cours
de les
croire
geloven
dans
in / over (tijd)
de plus en plus
steeds meer
déjà
al
demain
morgen
demander
vragen
dépenser
uitgeven
depuis
sinds
dernier, dernière
laatst(e)
derrière
achter
devant
voor (plaats)
les devoirs
het huiswerk
devoir
moeten
dire
zeggen
dommage
jammer
donc
dus
donner
geven
drôle
grappig
l'école
de school
écouter
luisteren
en ce qui concerne
wat betreft
en plus
bovendien
ensemble
samen
entre
tussen
ennuyeux /-euse
vervelend / saai
ensuite
vervolgens
entendre
horen
l'environnement
het milieu
l'étoile
de ster
essayer
proberen / passen
l'étranger
het buitenland / de buitenlander
être fier de
trots zijn op
faire du vélo
fietsen
faire la cuisine
koken
faire les magasins
winkelen
faire partie de
deel uitmaken van
finalement
uiteindelijk
finir
eindigen, afmaken
la fois
de keer
français(e)
Frans