Onderzoeksmethoden in de sociale psychologie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/119

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

120 vocabulaire-flashcards in het Nederlands ter voorbereiding op het tentamen Sociale Psychologie – Onderzoeksmethoden.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

120 Terms

1
New cards

Onderzoeksmethoden

De systematische procedures waarmee sociaal-psychologen kennis verzamelen, analyseren en rapporteren.

2
New cards

Nauwkeurige observatie

Het zorgvuldig en doelgericht waarnemen van verschijnselen om betrouwbare gegevens te verkrijgen.

3
New cards

Betrouwbare meting

Een meting die bij herhaling onder gelijke omstandigheden steeds dezelfde uitkomst oplevert.

4
New cards

Communicatie in wetenschap

Het delen van onderzoeksresultaten met collega’s via artikelen, congressen en andere kanalen.

5
New cards

Wetenschappelijke cyclus

Het herhalende proces van hypothese, toetsing, theorie-vorming en nieuwe hypothesen.

6
New cards

Hypothese

Een expliciete, toetsbare voorspelling over het al dan niet optreden van een gebeurtenis.

7
New cards

Theorie

Een georganiseerde set abstracte principes die geobserveerde fenomenen verklaart.

8
New cards

Eenvoud (theoriecriterium)

Het streven om met zo weinig mogelijk variabelen een verschijnsel te verklaren.

9
New cards

Volledigheid (theoriecriterium)

De mate waarin een theorie alle relevante informatie omvat.

10
New cards

Generativiteit

De capaciteit van een theorie om aanleiding te geven tot vervolgonderzoek.

11
New cards

Conceptuele variabele

Een abstract begrip zoals conformiteit, attitude of agressie.

12
New cards

Operationele variabele

De concrete, meetbare of manipuleerbare vorm van een conceptuele variabele.

13
New cards

Operationalisering

Het omzetten van conceptuele variabelen in meet- of manipuleerbare variabelen.

14
New cards

Operationele definitie

De procedure die aangeeft hoe men een variabele meet of manipuleert.

15
New cards

Begripsvaliditeit

De mate waarin manipulaties en metingen werkelijk het bedoelde concept representeren.

16
New cards

Zelfbeschrijving

Methode waarbij participanten hun eigen gedachten, gevoelens of gedrag rapporteren.

17
New cards

Vragenlijst

Een reeks schriftelijke items waarmee men informatie over respondenten verzamelt.

18
New cards

Subjectief-welbevinden-schaal van Diener

Bekende vragenlijst die het ervaren geluk en levensvoldoening meet.

19
New cards

Schaal (meetinstrument)

Een set items die samen één psychologisch construct meten.

20
New cards

Antwoordschaal

De reeks antwoordcategorieën waaruit een respondent kan kiezen.

21
New cards

Interne consistentie

De mate waarin items binnen één schaal met elkaar samenhangen.

22
New cards

Socialewenselijkheidsvertekening

De neiging om zichzelf positiever voor te stellen dan waar is.

23
New cards

Pseudoinformatiebron

Een fictief controlemiddel (bv. ‘leugendetector’) dat eerlijkere antwoorden uitlokt.

24
New cards

Inwilligingstendens

Algemene neiging om met stellingen in te stemmen, ongeacht inhoud.

25
New cards

Ja-zeggen-tendens

Synoniem voor inwilligingstendens; respondent kiest vaak het positieve uiteinde.

26
New cards

Likert-schaal

Veelgebruikte meerpuntschaal waarop respondenten hun (on)enigheid aangeven.

27
New cards

Gedragsobservatie

Systematisch registreren van zichtbaar gedrag in natuurlijke of artificiële situaties.

28
New cards

Codeerschema

Vooraf opgesteld systeem om geobserveerd gedrag te categoriseren.

29
New cards

Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid

De overeenstemming tussen twee of meer observatoren over hetzelfde gedrag.

30
New cards

Volgorde-effect

Vertekening waarbij de positie in een reeks de beoordeling beïnvloedt.

31
New cards

Biometrische meting

Registratie van fysiologische processen zoals hartslag of hormoonspiegels.

32
New cards

Hartslagmeting

Het vastleggen van de frequentie van hartslagen als indicatie van arousal.

33
New cards

Hormonenspiegelmeting

Analyse van hormoonconcentraties (bv. cortisol, testosteron) in bloed of speeksel.

34
New cards

Seksuele-opwindingmeting

Fysiologische registratie van genitale of subjectieve opwinding.

35
New cards

Neurowetenschap in psychologie

Het gebruik van hersenmetingen om mentale processen te bestuderen.

36
New cards

Beschrijvend onderzoek

Onderzoeksdesign dat gedachten, gevoelens en gedragingen in kaart brengt zonder manipulatie.

37
New cards

Observationeel onderzoek

Systematische observatie van personen in hun natuurlijke omgeving.

38
New cards

Archiefonderzoek

Analyse van reeds bestaande documenten, statistieken of dagboeken.

39
New cards

Opiniepeiling

Enquête die attitudes, meningen of gedragingen van een populatie meet.

40
New cards

Populatie

De volledige groep waarnaar men onderzoeksresultaten wil generaliseren.

41
New cards

Steekproef

De geselecteerde deelnemers die de populatie vertegenwoordigen.

42
New cards

Representativiteit

De mate waarin een steekproef kenmerken van de populatie weerspiegelt.

43
New cards

Correlationeel onderzoek

Studie naar de samenhang tussen twee of meer variabelen zonder manipulatie.

44
New cards

Correlatie

Statistische samenhang tussen variabelen, variërend van –1 tot +1.

45
New cards

Correlatiecoëfficiënt

Getalswaarde die sterkte en richting van een correlatie aangeeft.

46
New cards

Positieve correlatie

Hoge waarden op de ene variabele gaan samen met hoge waarden op de andere.

47
New cards

Negatieve correlatie

Hoge waarden op de ene variabele gaan samen met lage waarden op de andere.

48
New cards

Kwalitatieve variabele

Categorische variabele zoals geslacht, etniciteit of SES.

49
New cards

Interactie-effect

Het effect van één variabele hangt af van het niveau van een andere variabele.

50
New cards

Moderatie-effect

Synoniem voor interactie-effect; een derde variabele beïnvloedt de relatie tussen twee andere.

51
New cards

Longitudinaal correlationeel onderzoek

Correlaties worden over meerdere tijdspunten gemeten om richting aan te tonen.

52
New cards

Gelijktijdige correlatie

Relatie tussen variabelen die op hetzelfde moment zijn gemeten.

53
New cards

Concurrente correlatie

Andere term voor gelijktijdige correlatie.

54
New cards

Experimenteel onderzoek

Design waarbij de onderzoeker variabelen manipuleert en deelnemers random toewijst.

55
New cards

Onafhankelijke variabele

Variabele die de onderzoeker manipuleert om het effect te testen.

56
New cards

Afhankelijke variabele

Uitkomstvariabele waarop het effect wordt gemeten.

57
New cards

Controle over experimentele procedure

Alle omstandigheden behalve de manipulatie worden gelijk gehouden voor deelnemers.

58
New cards

Toevallige toewijzing

Deelnemers worden willekeurig aan condities toegewezen om bias te vermijden.

59
New cards

Random assignment

Engelse term voor toevallige toewijzing.

60
New cards

Alternatieve verklaringen

Andere mogelijke oorzaken voor een gevonden effect dan de gemanipuleerde variabele.

61
New cards

Bobo-doll-experiment

Klassieke studie van Bandura over modeling en agressie bij kinderen.

62
New cards

Sociale leertheorie

Stelt dat mensen leren via observatie van modellen en de gevolgen daarvan.

63
New cards

Hoofdeffect

Het afzonderlijke effect van één onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele.

64
New cards

Statistische significantie

De kans dat een resultaat berust op toeval is kleiner dan een vooraf vastgestelde drempel.

65
New cards

Significantiedrempel (p < .05)

Conventionele grens waarbij minder dan 5 % kans op een toevallig resultaat acceptabel is.

66
New cards

Replicatie

Herhaling van een studie om te controleren of resultaten standhouden.

67
New cards

Interne validiteit

Zekerheid dat veranderingen in de afhankelijke variabele echt door de manipulatie komen.

68
New cards

Externe validiteit

De mate waarin resultaten generaliseerbaar zijn naar andere personen en situaties.

69
New cards

Controlegroep

Deelnemers die geen of een neutrale manipulatie ontvangen en dienen als vergelijkingsbasis.

70
New cards

Proefleidereffect

Invloed van verwachtingen of gedrag van de onderzoeker op de resultaten.

71
New cards

Wereldrealisme

De mate waarin de onderzoekssituatie op het echte leven lijkt.

72
New cards

Experimenteel realisme

De mate waarin participanten de situatie als echt en meeslepend ervaren.

73
New cards

Deceptie in onderzoek

Het bewust geven van foutieve of onvolledige informatie om spontane reacties te verkrijgen.

74
New cards

Debriefing

Nabeschouwing waarbij de ware bedoeling van het experiment wordt uitgelegd aan deelnemers.

75
New cards

Ethiek in sociale psychologie

Regels en richtlijnen ter bescherming van participanten tegen schade of misleiding.

76
New cards

Institutionele beoordelingscommissie

Panel dat onderzoeksvoorstellen op ethische toelaatbaarheid beoordeelt.

77
New cards

Geïnformeerde toestemming

Proces waarbij deelnemers na uitleg vrijwillig instemmen met deelname.

78
New cards

Informed consent

Engelse term voor geïnformeerde toestemming.

79
New cards

Waarden in wetenschap

Ideologische en morele overtuigingen die keuze en interpretatie van onderzoek beïnvloeden.

80
New cards

Ideologische bias

Vertekening in onderzoek ontstaan door dominante politieke of sociale overtuigingen.

81
New cards

Peer-reviewed tijdschrift

Wetenschappelijk blad waarin artikelen na collegiale toetsing worden gepubliceerd.

82
New cards

Citatie

Een verwijzing naar eerder werk; indicator van wetenschappelijke impact.

83
New cards

Onderzoeksfinanciering

Gelden die onderzoekers aanvragen om studie-kosten te dekken.

84
New cards

Competitieve academische omgeving

Context waarin onderzoekers strijden om publicaties, fondsen en prestige.

85
New cards

Onethisch gedrag

Handelingen zoals datamanipulatie of plagiaat die de integriteit van onderzoek ondermijnen.

86
New cards

Secundaire bron

Werk zoals handboeken dat onderzoeksresultaten samenvat zonder volledige details.

87
New cards

Primaire bron

Het originele onderzoek zoals gepubliceerd door de auteur zelf.

88
New cards

Google Scholar

Vrij toegankelijke zoekmachine voor wetenschappelijke literatuur en citaties.

89
New cards

Web of Science

Betaalde databank voor uitgebreide wetenschappelijke zoekopdrachten en citatie-analyses.

90
New cards

Stamboomtechniek

Het volgen van referentielijsten en citaties om een onderzoeksnetwerk te reconstrueren.

91
New cards

Netwerkanalyse van literatuur

Overzicht van hoe studies en auteurs via citaties met elkaar verbonden zijn.

92
New cards

Interpreteerbaarheid biometrische data

Uitdaging om fysiologische metingen zinvol te koppelen aan psychologische processen.

93
New cards

Meetmethode-triangulatie

Gebruik van meerdere methoden om een construct betrouwbaarder te meten.

94
New cards

Innerlijke toestanden

Niet-direct waarneembare processen zoals emoties of cognities.

95
New cards

Structureel model

Statistische techniek om relaties tussen latente variabelen te analyseren.

96
New cards

Multipele operationalisaties

Het meten van één concept op verschillende manieren voor grotere validiteit.

97
New cards

Schaalconstructie

Het proces van itemselectie en ‑analyse om een betrouwbare schaal te creëren.

98
New cards

Itemformuleringseffect

Invloed van woordkeuze op de antwoorden van respondenten.

99
New cards

Top-down literatuuronderzoek

Het beginnen met bestaande theorieën om onderzoeksvragen af te leiden.

100
New cards

Brainstorming onderzoeksidee

Creatief genereren van mogelijke onderzoeksvragen zonder directe beperkingen.