duits vocab 1-2

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/104

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

German

10th

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

105 Terms

1
New cards
expres
absichtlich
2
New cards
zich afspelen in
spielen in
3
New cards
de film speelt in 2021 af
der Film spielt im Jahr 2021
4
New cards
het begin
der Anfang/ der Beginn
5
New cards
in het begin
am Anfang/ zu Beginn
6
New cards
het einde
das Ende/ der Schluss
7
New cards
aan het einde
am Ende/ am Schluss
8
New cards
optreden
auftreten
9
New cards
bijvoorbeeld
zum beispiel, beispielsweise
10
New cards
bekend-bekender dan - het bekendst
bekannt- bekannter als- am bekanntesten
11
New cards
adviseren
beraten
12
New cards
beroemd-beroemder dan-het beroemdst
berühmt- berühmter als- am berühmtesten
13
New cards
met mijn vriendengroep
mit meiner Clique
14
New cards
want
denn
15
New cards
bijna
fast, beinah
16
New cards
op tv
im Fernsehen
17
New cards
de film
der Film, die Filme
18
New cards
een spannende film zien
einen spanneden Film sehen
19
New cards
met mijn vrienden
mit meinen Freunden
20
New cards
met mijn vriendinnen
mit meinen Freundinnen
21
New cards
de tegenstelling
der Gegensatz
22
New cards
in tegenstelling tot mijn zus
im Gegensatz zu meiner Schwester
23
New cards
benieuwd zijn naar een film
auf einen Film gespannt sein
24
New cards
op internet
im Internet
25
New cards
echter
jedoch, aber
26
New cards
nauwelijks
kaum
27
New cards
in de bioscoop zijn
im Kino sein
28
New cards
naar de bioscoop gaan
ins Kino gehen
29
New cards
bij mij thuis
bei mir zuhause
30
New cards
voor mij
für mich
31
New cards
volgende keer
nächstes mal
32
New cards
de regisseur
der Regisseur
33
New cards
de acteur
der Schauspieler
34
New cards
ten slotte
schließlich
35
New cards
de ster
der Star
36
New cards
plaatsvinden
stattfinden
37
New cards
ruziemaken met
sich streiten mit
38
New cards
hij maakt ruzie met zijn ouders
Er streitet sich mit seinen Eltern
39
New cards
de scene
die Szene
40
New cards
in de laatste scene
in der letzten Szene
41
New cards
op een dag
eines Tages
42
New cards
desondanks
trotzdem
43
New cards
verliefd worden op
sich verlieben in
44
New cards
zij wordt verliefd op een knappe man
sie verliebt sich sich in einen hübschen Mann
45
New cards
in de VS wonen
in den USA leben
46
New cards
naar de VS reizen
in die USA reisen
47
New cards
lelijk
hässlich
48
New cards
mooi
schön
49
New cards
saai
langweilig
50
New cards
opwindend
aufregend
51
New cards
zich opwindend over
sich aufregen über
52
New cards
iedereen moet iets voorbereiden
alle müssen etwas vorbereiten
53
New cards
beginnen
anfangen
54
New cards
ophouden, stoppen
aufhören, stoppen
55
New cards
een ogenblikje
Einen Augenblick, bitte!
56
New cards
beweren
behaupten
57
New cards
de bezoeker
der Besucher
58
New cards
beschouwen als
betrachten als
59
New cards
voordat
bevor, ehe
60
New cards
voordat we stoppen drinken we iets
bevor, Ehe wir aufhören
61
New cards
het succes
der Erfolg, die Erfolge
62
New cards
klaar
fertig
63
New cards
hij heeft gelukkig geen vijanden
Er hat zum Glück keine Feinde
64
New cards
gratis
kostenlos, gratis, umsonst
65
New cards
zorgen jullie voor het eten
Kümmert ihr euch um das Essen
66
New cards
ja we zorgen daarvoor
Ja, wir kümmern uns darum
67
New cards
nadat
nachdem
68
New cards
het nadeel
der Nachteil
69
New cards
het voordeel
der Vorteil
70
New cards
onlangs
neulich
71
New cards
zonder jou
ohne dich
72
New cards
het programma duurt vijf uur
das Programm dauert fünf Stunden
73
New cards
het publiek
das Publikum
74
New cards
per se
unbedingt
75
New cards
gebruikelijk
üblich
76
New cards
trouwens
übrigens
77
New cards
deelnemen aan, meedoen met
teilnehmen an
78
New cards
zij doet met het programma mee
Sie nimmt am Programm teil
79
New cards
de deelnemer
der Teilnehmer
80
New cards
om kwart over acht
um Viertel nach acht
81
New cards
om tien over twaalf is het afgelopen
um zehn vor zwölf ist es zu Ende
82
New cards
beloven
versprechen
83
New cards
proberen
versuchen, probieren
84
New cards
afzien van
versichten auf
85
New cards
we zien af van jouw aanbod
Wir verzichten auf dein Angebot
86
New cards
het voorstel
der Vorschlag
87
New cards
een voorstel doen
einen Vorschlag machen
88
New cards
voorstellen
vorschlagen
89
New cards
bovendien
zudem, außerdem
90
New cards
allereerst
zuerst, zunächst
91
New cards
de toeschouwer
der Zuschauer
92
New cards
‘s avonds
abends, Am Abend
93
New cards
‘s morgens
morgens, am Morgen
94
New cards
tussen de middag
mittags, zur Mittagszeit
95
New cards
‘s middags
nachmittags, zur Mittagszeit
96
New cards
‘s ochtends
vormittags, am Vormittag
97
New cards
het drankje
das Getränk
98
New cards
de knabbels
die Knabbereien
99
New cards
lui zijn
faulenzen
100
New cards
hard werken
hart arbeiten