Farmacologie: Hart, vaten en cholesterol

Simvastatine

HMG-CoA reductase inhibitor: remt de novo synthese van cholesterol. Geeft ook betere endotheelfuntie, remt vaatwandontsteking en stabiliseert plaque.

BW: spierpijn, rhabdomyolyse.

Indicatie: 2’ preventie TIA, MI, beroerte, angina. 1’ preventie bij risico.

Fenofibraat

PPARalfa antagonist: nucleaire receptor die lipide afbraakeiwitten promoot.

Activeert APOA1 en A2: meer HDL, Activeert beta oxidatie eiwitten: meer afbraak. Activeert lipopoteïne lipase: triglycerideklaring.

Inhibeert APOCIII: meer VLDL klaring.

Gebruik bij therapieresistentie, gemengde dislipidemie, lage HDL,…

Harsen voor galzouten

binden aan galzouten. De verlaagde galzoutconcentratie worgt voor meer LDL receptor expressie en meer cholesterolafbraak om galzouten mee te maken.

Indicaties: weinig door hoog dosisvolume en interacties met coumarine, digoxine,… Dus enkel wanneer statine gecontra-indiceerd is.

Ezetimibe

Absorptieremmer: klinisch gebruikt als combinatietherapie met statine, of wanneer statine gecontra-indiceerd is.

Visoliedrivaten

Omega 3 vetzuren: hypolipidemiërend, en stabiliseren sarcolemma en zijn dus ook anti-aritmisch. Indicatie bij hypertriglyceridemie en 2’ preventie bij MI.

PCSK9 inhibitoren

mAb die PCSK9 binden en dus LDL receptorafbraak inhiberen

Bempedoïnezuur

intracellulair geactiveerde prodrug. remt ATP citraatlyase, een eiwit in cholesterol de novo synthese. Onderdrukt ook VZ synthese. Verder geen spierpijn zoals bij statines want ATPCL komt niet voor in spieren.

Disopyramide

Klasse 1a aritmica: natriumkanaalblokker. Verlaagt de maximale depolarisatie en verlengt QT interval, waardoor het negatief dromotroop en inotroop is. Indicatie bij ritmestoornissen (VKF). bindt best op inactieve kanalen en is use dependent.

Lidocaïne

Klasse 1b aritmica: natriumkanaalblokker. Bindt en dissocieert snel. Verlaagt de maximale depolarisatie en verkort actiepotentiaal. Indicatie als lokaal anestheticum. nBindt best op inactieve kanalen en is use dependent.

Flecaïnide

Klasse 1c aritmica: natriumkanaalblokker. Bindt en dissocieert traag. Verlaagt de maximale depolarisatie en verlengt QT interval, waardoor het negatief dromotroop en inotroop is. Indicatie bij ritmestoornissen (VKF). bindt best op inactieve kanalen en is use dependent.

Amiodarone

Klasse 3 aritmica: Kaliumkanaal blokkers. verlenging refractaire periode → verlenging actiepotentiaal dus negatief dromotroop. Risico op torsades

Indicatie: VKf en tachyaritmien

CYP en P-gp inhibitor

Sotalol

klasse 3 aritmica: Beta blokker. verlenging refractaire periode → verlenging actiepotentiaal dus negatief dromotroop. Ook negatief chrono en inotroop door beta Risico op torsades

Indicatie: VKf en tachyaritmien

CYP en P-gp inhibitor

Verapamil

Klasse 4 aritmica: calciumkanaal blokkers (voltage gated, niet dihydropyridines). verkort pleateau van actiepotentiaal. negatief chrono ino en dromotroop.

Indicaties: alternatief voor Beta blokkers, bij VKF en andere aritmien,…

Hartfalen is contraindicatie

CYP en P-gp inhibitor.

Digoxine

Inotropica: Hartglycoside.

Positief inotroop: remt Na/K ATPase (wat zorgt voor IC ophoping Na). Deze concentratie zorgt voor remming Na/Ca pomp wat natrium binnen en calcium buitenpompt. Hoge calciumniveaus zorgen voor inotropie

Negatief chrono en dromotroop: verlenging refractaire periode in AV en SA knopen.

Matige bijwerkingen: bigimenie, anorexie. Ernstige bijwerkingen: kleurperceptie meer groen en geel.

Nauw therapeutisch venster, lange halfwaardetijd en P-gp sustraat.

Milrinone

Inotropica: PDE3 inhibitor.

remt cAMP afbraak waardoor PKA geactiveerd wordt.

• GSC: minder myosinefosforylering → relaxatie en lage afterload

• Hartspiercel: activatie calciumkanalen dus positief chrono dromo en vooran INOtroop

Gebruik bij hartfalen

Amlodipine

Dihydropyridine calciumkanaalblokkers.

Perifeer vaatverwijdend effect, dus minder afterload.

Indicatie bij hypertensie, angina, Reynaud

Bijwerkingen: enkeloedeem, hoofdpijn, constipatie. Werkt traag in dus geen reflextachycardie

Nifedipine

Dihydropyridine calciumkanaalblokkers.

Perifeer vaatverwijdend effect, dus minder afterload.

Indicatie bij hypertensie, angina, Reynaud

Bijwerkingen: enkeloedeem, hoofdpijn, constipatie. Werkt snel in dus reflextachycardie → niet gebruiken voor angina tenzij in controlled release pil.

Captopril

ACE inhibitor, remt aanmaak Angiotensine II

indirect vasodilaterend, ook perifeer dus perifere weerstand daalt.

indicatie bij hartfalen, hypertensie en na MI (Angiotensine II zorgt voor remoddelering na MI, vaak fout)

Angiotensine II breekt Bradykinine af, dus GM zorgt voor verhoogde niveaus. Dit zorgt voor kriebelhoest en angio-oedeem.

Andere bijwerkingen: hypotensie na eerste dosis, hyperkaliëmie door aldosteronremming.

Losartan

Sartanen. Angiotensine II receptor antagonist (dilaterend en verlaagde perifere weerstand, aldosteronremming)

Geen hoest want geen invloed op bradykinine. Wel gecontra-indiceerd bij zwangerschap. P-gp substraat

Sacubitril/valsartan

ARNi. Angiotensine receptor en neprilysine inhibitor.

Combi sartaan en N inhibitor. Naprilysine breekt BNP af, een stof die bij hartschade vrijkomt. ARNi zorgt zo voor vasodilatatie. Ook hier angio-oedeem en hoest probleem, neprilysine breekt ook Bradykinine af.

Glifozinen

SGLT2 inhibitoren. Diabetesmedicatie, maar ook dilaterend. Meer zout en suiker worden uitgescheden en dus is er een lager bloedvolume en lagere bloeddruk.

Hydralazine

Directe vasodilator. Remt IP3 waardoor calcium niet vrijgesteld wordt.

Indicatie: zwangerschapshypertensie, Afrikaanse bevolking (reageer algemeen slecht op ACE inhibitoren)

Monoxidine

Indirecte vasodilator. Bindt allosterisch op alfa 2 receptor (zoals Clonidine).

Indicatie: diabetespatiënten met therapieresistente hypertensie.