Looks like no one added any tags here yet for you.
casuistiek/analogie
niet/minder controversiele gelijkaardige situatie zoeken
mogelijk morele relevante verschillen identificeren en impact op analogie
bij sterke analogie kan morele oordeel overgenomen worden van ene situatie naar andere situatie
ethische theorieen
utilitarisme
deontologie
rechtenethiek
deugdethiek
principisme
respect voor autonomie
niet schade
weldoen
rechtvaardigheid
respect voor autonomie
basisvereisten voor autonome handeling/keuze: intentie, begrip, vrijheid, handelingsbekwaam
erkennen dat patient recht heeft om keuze te maken obv eigen waarden en overtuigingen
niet schaden
competentie arts
geen onnodige of buitensporige risico’s
balans tss te veel en te weinig bescherming
balans tss over en undertreatment
balans tss versch patienten
weldoen
morele plicht of morele deugd?
noodsituaties - analogie met peter singer’s shallow pond
toegang tot experimentele behandelingen
probleem van paternalisme (ingrijpen in autonomie patient om patient te helpen)
rechtvaardigheid
streven naar eerlijke en gelijke behandeling van iedereen
recht op (toegang tot) zorg
distributieve rechtvaardigheid: verdeling schaarse middelen obv nood, gelijkheid, verdienste of kwetsbaarheid
discriminatie en kwetsbaarheid
deontologie
kantianisme
W.D. Ross
agent-centered deontological theories
patient centered deontological theories
contractualist deontological theories
kantianisme
start van vrije wil en autonomie: zelf bepalen wat juist is en hier naar handelen
morele wet volgen uit plichtsbesef en niet omv extern doel
moraal kan niet berusten op streven naar geluk en welzijn
categorische imperatief: morele wet is onvoorwaardelijk en onafhankelijk van verlangens → universele wet
kritieken kantianisme
plichten zijn absoluut: geen leidraad om conflicten tss plichten op te lossen en geen uitzonderingen mogelijk
morele emoties zijn geen valabele en ethische motieven
compleet negeren van gevolgen daad
blindelings volgen van categorische imperatief kan leiden tot daden die als immoreel worden beschouwd
W.D. Ross
niet alle plichten zijn absoluut
prima faciae plichten: loyaliteit, herstelplicht, dankbaarheid, weldoen, niet schaden, rechtvaardigheid, zelfontplooiing → basisplichten voor morele wet
plichten aanpassen aan omstandigheden
niet alle plichten hebben zelfde gewicht
sommige plichten kunnen berusten op persoonlijke relaties
agent-centered deontological theories
focus op intentie: je bent schuldig, als je met intentie schade aanbrengt
focus op actie: als je actie schade teweeg brengt, ben je schuldig
focus op actie en intentie: schuldig als je met intentie actie uitvoert die schade teweeg brengt
patient centered deontological theories
focus op rechten ipv plichten
immoreel handelen: infractie tegen andere persoon
beschermen en respecteren van anderen
morele verplichting om patient te beschermen tegen schade
recht op autonomie, privacy en lichamelijke integriteit
contractualist deontological theories
moreel slechte daden = daden die door principes die mensen in passend omschreven sociaal contract zouden accepteren
TA: plicht om patient te informeren, te behandelen met respect, beste zorg te leveren volgens professionele standaarden
patient: plicht om eerlijk te zijn over medische geschiedenis, instructies op te volgen en kosten behandeling te betalen
rechtenethiek
tegenhanger van plichten uit deontologie
recht op leven, vrijheid, vrije meningsuiting…
gezondheidszorg: recht op privacy, zorg, vertrouwelijkheid, niet geschaad worden, lichamelijke integriteit…
rechten kunnen leiden tot claims die afdwingbaar zijn: bescherming bieden aan kwetsbare individuen
nuances rechtenethiek
claims zijn zelden absoluut → prima facie claims die met elkaar in conflict kunnen komen
claim meestal gericht naar maatschappij en niet naar individu
liberty rights vs claim rights
utilitarisme
consequentialisme
welfarisme
veralgemeende welwillendheid
consequentialisme
handeling is goed of fout afh van gevolgen
universalistisch, combinerend, maximaliserend
welfarisme
kijken naar het totale geluk en ongeluk dat een handeling brengt
goede handeling: beste balans tss geluk en ongeluk die een handeling brengt
veralgemeende welwillendheid
iedereen zijn geluk weegt evenveel bij berekening van totale geluk
jeremy bentham
kwantitatieve geluk: hoe meer gelukseenheden, hoe beter behandeling
maximaliseren van totale hoeveelheid geluk, ongeacht aard of kwaliteit
john stuart mill
niet alleen naar kwantitatieve, maar ook naar kwalitatieve geluk kijken: niet alle geluk is evenwaardig
intellectuele en morele genoegens > fysieke genoegens
daadutilitarisme
puur kijken naar de gevolgen van een actie
goed of slechtheid van een actie bepaald door de goed of slechtheid van de gevolgen van de actie
regelutilitarisme
goed of slechtheid van een actie wordt bepaald door de goed of slechtheid van de gevolgen van een regel die iedereen moet volgen
rekening houden met rechtvaardigheid, rechten en andere ethische overwegingen
kritiek op utilitarisme
houdt geen rekening met: rechtvaardigheid, rechten, verleden, persoonlijke relaties
te veeleisend
strikt toegepast: westerlingen zouden bijna hele bezit moeten wegschenken
geluk van alle betrokkenen maximaliseren
iemand die dit doen = heiligen
onderscheid maken tss verplichte acties en supererogatorische acties
deugdethiek
niet kijken naar wat juist is om te doen, maar naar wat een persoon goed maakt
geen theoretische kennis, maar praktische wijsheid (vaardigheid die je moet verwerven en oefenen)
kritiek op deugdethiek
weinig houvast bij ethische dilemma’s
zorgethiek
recente vorm van deugdethiek
veel ruimte voor persoonlijke (zorg)relaties met nadruk op waarden
gegroeid uit feministische etiek
focus op collectieve verantwoordelijkheden
meer patientgerichte zorg: ind behoeften en kwetsbaarheden staan centraal → empathie en compassie van belang
niet alleen wat tandarts moet doen in bepaalde situatie, maar ook op welke manier
impartialiteit gaat in tegen persoonlijke relaties en emoties die net leiden tot moreel gedrag
kritiek op zorgethiek
kritiek op theoretisch juridisch model: niet geworteld in realiteit, komt niet overeen met algemene moraliteit
beter expressivistisch collaboratief model: sociaal proces van wederzijds begrip en onderhandeling → communiceren en samenwerken om verantwoordelijkheden te bepalen voor zaken die zorg en aandacht vereisen
meer nadruk op empirische ethiek: uiteenlopende opvattingen onderzoeken tegen achtergrond van versch realiteiten → ethische reflectie gebaseerd op grondige analyse diverse morele opvattingen en sociale realiteiten
invloed op vertrouwen
competentie
zorgplicht
standard of care
respect voor autonomie
privacy
onafhankelijkheid
van belang voor standard of care
duidelijke communicatie
informed consent
professionele verantwoordelijkheid
van belang voor zorgplicht
conditie patient
soort behandeling
arts-patient relatie
omstandigheden
substituted judgement
respect voor autonomie
je kent de waarden van de patient en je gaat handelen volgens wat de patient gewenst had
best interest judgement
rekening houden met welzijn patient op lange termijn
proberen inschatten wat beste voor patient is
wanneer behandeling weigeren
buiten competentie arts
buiten standard of care
niet dringend en geen vaste patient
individuele aanpak van schuld toewijzen
eerste reflex: menselijke of technische fout
schuld toekennen en fouten oplossen op microniveau: disciplinering, vervolging, hertrainen, schuldige aanwijzen
grote impact op individu
systeemaanpak van perrow voor schuld toewijzen
context in rekening brengen
in complexe systemen zijn fouten normaal
tekortkomingen op macroniveau verklaren fouten op microniveau → remediering op macroniveau
systeemaanpak van reason voor schuld toekennen
swiss-cheese model
verdedigingslagen tegen fouten
fouten zijn gevolgen, geen oorzaken
actieve en latente condities
je kan niet de human condition veranderen, maar wel de omstandigheden waarin human werkt
gaatjes = zwakke punten of fouten → als ze allemaal op 1 lijn liggen = ongeluk
belang van rapporteren near-misses
voldoende verdedigingslijnen nodig om fouten te voorkomen
fiduciary relation
arts-patient relatie
relatie waarbij ene partij in vertrouwen wordt geplaatst in relatie tot een andere partij
handelen met best interest voor patient
vertrouwen
pos houding tov intentie en handelingen vertrouwde persoon
ook kwetsbaarheid
=/ onfeilbaarheid
goedgeplaatst vertrouwen (op basis van goede wil en competentie arts) ipv blindelings vertrouwen
waarom klacht
originele schade
onzorgvuldig handelen na schade
slechte communicatie na schade
4 centrale thema’s
bezorgdheid over kwaliteit zorg
nood aan verklaring
compensatie
verantwoordelijkheid
uitdagingen bij zorg kwetsbare ouderen
complexe problemen
standaardbehandeling is niet altijd mogelijk/wenselijk
beperkingen zorg kwetsbare ouderen
aard en inhoud zorg
belastbaarheid patient
substantiele bijdrage aan levenskwaliteit
communicatie: minder zicht, gehoor en begrip
omstandigheden
oplossen van ethische dillemma’s
combinatie van principes en zorgethiek
multidisciplinaire aanpak
overleg met patient en met familie/naasten