Kaarten: breid je woordenschat uit | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/592

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

593 Terms

1
New cards

academisch

eigen aan een universiteit of hogeschool

2
New cards

ad valvas

op de mededelingenborden

3
New cards

aula

auditorium, gehoorzaal

4
New cards

numerus clausus

beperking van het aantal studieplaatsen voor een opleiding

5
New cards

curriculum

leerplan

6
New cards

ex cathedra

doceren

7
New cards

emeritus

met ambtsrust

8
New cards

practicum

praktijkles

9
New cards

proclamatie

officiële bekendmaking

10
New cards

decaan

hoofd van een faculteit

11
New cards

erudiet

een brede kennis hebben

12
New cards

rector

directeur van een hogeschool of universiteit

13
New cards

pedagoog

opvoedkundige

14
New cards

casus

praktijksituatie

15
New cards

syllabus

cursusmateriaal

16
New cards

scriptie

verhandeling, verslag van een onderzoek

17
New cards

notuleren

aantekeningen maken, notities nemen

18
New cards

expliciteren

verduidelijken

19
New cards

parafraseren

samenvatten in je eigen woorden

20
New cards

screenen

iemands geschiktheid voor een bepaalde functie onderzoeken

21
New cards

specificeren

uitleggen, verklaren, toelichten

22
New cards

recapituleren

kort herhalen, resumeren

23
New cards

excelleren

onderscheiden, uitblinken

24
New cards

doceren

lesgeven

25
New cards

analyseren

ontleden, ontrafelen

26
New cards

remediëren

verhelpen, genezen, beter maken

27
New cards

nuanceren

verduidelijken door meer details te geven

28
New cards

referen aan

verwijzen naar

29
New cards

poneren

stellen

30
New cards

inventariseren

oplijsten

31
New cards

differentiëren

onderscheiden

32
New cards

alternatief

keuze

33
New cards

arbitrair

willekeurig

34
New cards

componenten

delen

35
New cards

efficiënt

doeltreffend

36
New cards

flexibel

meegaand

37
New cards

interactie

wisselwerking

38
New cards

objectief

onbevooroordeeld

39
New cards

subjectief

partijdig

40
New cards

plausibel

passend

41
New cards

naar analogie met

net zoals bij

42
New cards

constructief

opbouwend

43
New cards

evidentie

vanzelfsprekendheid

44
New cards

essentie

belangrijkste punten

45
New cards

hypothese

veronderstelling

46
New cards

sjabloon

opmaakdocument

47
New cards

progressie

vooruitgang

48
New cards

attitude

houding

49
New cards

secundaire

indirecte

50
New cards

primaire

directe

51
New cards

consequent

eenduidig

52
New cards

rationeel

verstandelijk

53
New cards

accurate

nauwkeurig

54
New cards

intrinsieke

inwendig

55
New cards

pejoratief

ongunstig

56
New cards

proactief

waarbij je vooruitdenkt

57
New cards

consisten

logisch samenhangend

58
New cards

basaal

basis

59
New cards

cognitieve

geheugen, intelligentie

60
New cards

narratieve

verhalend, vertellend

61
New cards

pragmatische

praktisch, nuttig

62
New cards

legio

ontelbaar

63
New cards

triviaal

alledaags, onbelangrijk

64
New cards

deductie

een gevolgtrekking maken uit het algemene naar het bijzondere

65
New cards

exposé

een uiteenzetting, een betoog

66
New cards

consensus

eensgezindheid

67
New cards

repercussie

gevolg, reactie

68
New cards

perceptie

waarneming

69
New cards

ironie

bedekte, milde spot (tegenovergestelde van wat men bedoelt)

70
New cards

sarcasme

bijtende spot

71
New cards

cynisme

schaamteloze spot, een illustratie van de negatieve kijk op het leven

72
New cards

understatement

verzwakte mededeling

73
New cards

jargon

vaktaal

74
New cards

slang

zeer informele taal, taal van bepaalde sociale klasse of beroep

75
New cards

turbotaal

flitsend, modieus taalgebruik (kenmerk: afkortingen)

76
New cards

Verkavelingsvlaams

tussentaal

77
New cards

monoloog

tekst die door één persoon wordt uitgesproken

78
New cards

dialoog

gesprek tussen twee personen

79
New cards

formeel

vormelijk, stijf taalgebruik (dikwijls schrijftaal)

80
New cards

informeel

Los taalgebruik (spreektaal)

81
New cards

eufemisme

verzachtende, verbloemende of verhullende uitdrukking

82
New cards

dysfemisme

taalgebruik dat opzettelijk grof of beledigend is

83
New cards

contaminatie

verhaspeling van twee woorden of uitdrukking met een verwante betekenis, waardoor een nieuw verkeer woord of uitdrukking ontstaat

84
New cards

pleonasme

een deel van de betekenis van een woord of een woordgroep wordt nog eens, 'dubbelop', door een ander woord uitgedrukt

85
New cards

tautologie

een woord combinatie waarin een begrip tweemaal of meerdere malen wordt genoemd

86
New cards

homoniem

woorden met een gelijke uitspraak en spelling, maar met een verschillende betekenis

87
New cards

homofoon

woorden met een gelijke uitspraak maar een verschillende spelling

88
New cards

synoniem

een ander woord met dezelfde betekenis

89
New cards

antoniem

woord met een tegengestelde betekenis

90
New cards

citaten

stukje tekst dat letterlijk gekopieerd is uit een bron

91
New cards

gender

geslacht

92
New cards

etymologisch

studie van de herkomst van woorden

93
New cards

anekdote

kort, kenmerkend of grappig verhaal

94
New cards

inversie

omkering van de woorden in een zin

95
New cards

paradox

schijnbare tegenstelling

96
New cards

hyperbool

sterke overdrijving

97
New cards

allegorie

verhaal of afbeelding waarin abstractie begrippen worden voorgesteld als personen

98
New cards

palindroom

Woord dat voor- en achteruit kan worden gelezen met hetzelfde resultaat

99
New cards

assimilatie

volledige aanpassing

100
New cards

metafoor

figuurlijke uitspraak die gebaseerd is op overeenkomst