Kaarten: Nederlands: woordenschat | Quizlet

studied byStudied by 3 people
0.0(0)
learn
LearnA personalized and smart learning plan
exam
Practice TestTake a test on your terms and definitions
spaced repetition
Spaced RepetitionScientifically backed study method
heart puzzle
Matching GameHow quick can you match all your cards?
flashcards
FlashcardsStudy terms and definitions

1 / 124

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

125 Terms

1

accuraat

nauwkeurig

New cards
2

adagium

spreuk, levenswijsheid

New cards
3

appelleren aan

een beroep doen op

( = de hulp van iets of iemand inroepen, steunen op)

New cards
4

attributen

benodigdheden, gereedschappen

New cards
5

authentiek

echt, zonder vervalsing

New cards
6

canon

verzameling titels van teksten of verzameling onderwerpen die als algemene basis voor een vakgebied gezien worden

New cards
7

chaos (de)

ordeloze massa, warboel

New cards
8

concluderen

besluiten

New cards
9

faciliteren

mogelijk maken

New cards
10

frivoliteit

lichtzinnigheid

New cards
11

frivool

lichtzinnig, vrolijk en een beetje uitdagend

New cards
12

gemalin

echtgenote

New cards
13

impact (de)

invloed

New cards
14

interventie

tussenkomst

New cards
15

introduceren

aankondigen, inleiden, invoeren

New cards
16

label

etiket, kaartje, stukje textiel met informatie, iets waarmee je iemand identificeert

New cards
17

lak hebben aan

zich niets aantrekken van, onbelangrijk vinden

New cards
18

loos

schijnbaar, niet echt

New cards
19

modaal

doorsnee, gemiddeld

New cards
20

obstakel (het)

hindernis

New cards
21

onstuimig

wild, moeilijk in bedwang te houden

New cards
22

onverschrokken

zonder angst, met lef

New cards
23

perspectief (het)

gezichtspunt, punt van waaruit je naar iets kijkt

New cards
24

populistisch

vooral gericht op wat het volk graag hoort

New cards
25

primair

iets belangrijks, wat op de eerste plaats komt

New cards
26

principieel

volgens een vaste overtuiging

New cards
27

significant

betekenisvol

New cards
28

toorn (de)

woede

New cards
29

visionair

als iets of iemand blijk geeft van een visie

New cards
30

gapend

wijd openstaan

New cards
31

nevel

wolken dicht bij de grond

New cards
32

weldra

binnenkort

New cards
33

gestalte (de)

postuur, lichaamsgedaante

New cards
34

omgeven

omringen

New cards
35

zede (de)

gebruik, gewoonte

New cards
36

verhalen

vertellen

New cards
37

trachten

proberen

New cards
38

ontrukken

ontnemen

New cards
39

doch

echter, maar

New cards
40

telkenmale

telkens

New cards
41

onnoemelijk

erg

New cards
42

begeerte

sterk verlangen

New cards
43

verzwelgen

gulzig inslikken

New cards
44

geraas

rumoer

New cards
45

bevallig

knap, mooi, prettig om te zien

New cards
46

hemelingen

hemels wezen

New cards
47

sidderen

hevig beven

New cards
48

pralen

pronken

New cards
49

waarlijk

werkelijk, echt

New cards
50

bazuin

grote trompet met een zware klank

New cards
51

conferentie

bijeenkomst

New cards
52

specifiek

in het bijzonder op iets gericht

New cards
53

constateren

vaststellen

New cards
54

intens

hevig

New cards
55

close-up

detailopname

New cards
56

continu

onafgebroken

New cards
57

intiem

innig, (zeer) vertrouwelijk

New cards
58

instemming

goedkeuring

New cards
59

cognitief

wat kennis en denkvermogen betreft

New cards
60

ecologische voetafdruk

de hoeveelheid ruimte op aarde die wordt gebruikt door één persoon (of een heel land) om te leven

New cards
61

ecologisch

milieuvriendelijk

New cards
62

een icoon

iemand met zoveel uitstraling dat hij/zij een voorbeeld wordt

New cards
63

wijlen

gestorven, overleden

New cards
64

bont

veelkleurig, met veel verschillende persoonlijkheden

New cards
65

allegaartje

samenraapsel, toevallige verzameling

New cards
66

gemeen hebben met

zelfde kenmerken hebben, zelfde eigenschappen hebben

New cards
67

grensverleggend

vernieuwend, innovatief

New cards
68

vestimentair

wat met kledij te maken heeft

New cards
69

tooi

sieraad, juweel, versiering

New cards
70

spraakmakend

waar over gesproken wordt

New cards
71

silhouet

gestalte, figuur gedaante

New cards
72

sacraal

heilig, gewijd

New cards
73

naadloos

onmerkbaar, zonder overgang

New cards
74

hyperbool

grote overdrijving

New cards
75

de lading dekken

de betekenis klopt niet helemaal

New cards
76

ultiem

laatst, uiterst

New cards
77

radicaal

drastisch, grondig, geheel en al

New cards
78

deining veroorzaken

opschudding en onrust veroorzaken

New cards
79

uiteraard

vanzelfsprekend, allicht

New cards
80

stroken met

overeenkomen met

New cards
81

de ethiek

de leer van goed en kwaad

New cards
82

referentiekader

normen en regels en waarden waar een persoon zich naar richt

New cards
83

zich laten klissen door

zich laten vatten, pakken door

New cards
84

wereldvreemd

naïef, niet mee met hoe het er in de maatschappij aan toegaat

New cards
85

personificatie

verpersoonlijking, wat als persoon voorgesteld wordt

New cards
86

ongecompliceerd

eenvoudig, makkelijk, simpel, probleemloos

New cards
87

pretentieloos

nederig, bescheiden, onopvallend, niet opdringerig

New cards
88

intigreren

boeien, fascineren

New cards
89

wars van

afkerig van, vijandig

New cards
90

discretie

geheimhouding, vertrouwelijkheid

New cards
91

ingetogen

gematigd, sober, terughoudend

New cards
92

authenticiteit

geloofwaardigheid, echtheid

New cards
93

anekdote

kort verhaal waarin een gebeurtenis, meestal beleefd door een persoon, om een humoristische wijze wordt neergezet

New cards
94

stereotype

overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid

New cards
95

stereotiep

het bijvoeglijke naamwoord van stereotype

New cards
96

fysiologie

de leer van de activiteiten in het lichaam van levende organismen. deze wetenschap houdt zich bezig met de werking van de organen.

New cards
97

acclimatiseren

zich aanpassen, conformeren, gewennen, schikken, wennen

New cards
98

provoceren

aanhitsen, opfokken, ophitsen, opnaaien, opruien, prikkelen, stoken, tarten, tergen, uit de tent lokken, uitdagen, uitlokken

New cards
99

expertise

vakkennis, deskundigheid, knowhow, vakbekwaamheid

New cards
100

aha-erlebnis

ingeburgerde Duitse term voor een situatie waarin een persoon plotseling nieuwe inzichten verkrijgt

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 66 people
837 days ago
4.3(6)
note Note
studied byStudied by 19132 people
708 days ago
4.9(71)
note Note
studied byStudied by 6 people
41 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 13 people
185 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 13 people
763 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 34 people
98 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 9 people
636 days ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 15 people
64 days ago
5.0(1)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (59)
studied byStudied by 20 people
123 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (99)
studied byStudied by 2 people
14 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (28)
studied byStudied by 39 people
732 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (59)
studied byStudied by 20 people
831 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (120)
studied byStudied by 10 people
690 days ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (80)
studied byStudied by 7 people
418 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (25)
studied byStudied by 1 person
467 days ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (38)
studied byStudied by 4 people
47 minutes ago
5.0(1)
robot