1/46
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
TFCC
triangulaire fibrocartilagineuze complex
- vangt lengte verschil op > in supinatie is radius langer
- kraakbenige en ligamentaire structuur
- 32% belasting wordt hierdoor opgenomen
Bestaat uit:
- ulnair collateraal ligament-complex
- 6e extensor compartiment
- ulno-carpale discus
- ulnocarpale meniscus
ulnair collateraal ligament complex
- ulnocarpale ligamenten
- dorsale radio-ulnaire ligamenten
- palmaire radio-ulnaire ligamenten
- lig ulnolunare
- lig ulnotriquerale
extensor carpi ulnaris
stabilisator
distale radiusfractuur
snelle activatie pro- en supinatie
radiocarpaal LPP
5° palmair en 5° ulnair
radiocarpaal CPP
max DF
capsulair patroon
palmair en dorsiflexie evenveel beperkt
gewrichtsvlak distale radius
- ulnaire tilt 25°
- palmaire tilt 10°
os capitatum
rotatieas
convex tov concaaf
translatie in tegenovergestelde richting
fixed unit
2e en 3e metacarpaal hebben zo goed als geen beweeglijkheid
CMC5
een zadelgewricht, zoals CMC1
- dorso-palmaire richting: convex
- radio-ulnair: concaaf
- hierdoor is oppositie mogelijk
metacarpofalangeaal gewricht LPP
5° flexie
metacarpofalangeaal gewricht CPP
max flexie
metacarpofalangeaal gewricht capsulair patroon
flexie > extensie
metacarpofalangeaal gewricht
concaaf-convex
> gelijke richting translatie
ligamentum intermetacarpale transversale
beperkt ROM intermetacarpale gewrichten
- staat in verbinding met metacarpofalangeaal gewrichtskapsel
PIP en DIP LPP
5° flexie
PIP en DIP CPP
max extensie
PIP en DIP capsulair patroon
flexie > extensie
art carpometacarpaal 1 LPP
5° flexie en 5° abductie
art carpometacarpaal 1 CPP
max oppositie
capsulair patroon
repositie
rotatiecomponent in CMC1
door ondiepe gewrichtsvlakken en soepelere kapselbanden
- vermogen om de duim te opponeren
intrinsiek ligament
tussen 2 aangrenzende botten
extrinsiek ligament
tussen meer dan 2 aangrenzende botten
eerste functionele eenheid
gevormd door distale rij carpalen en aangrenzende ossa metacarpalia 2 tem 4
- distale rij volgt de bewegingen
tweede functionele eenheid
Proximale rij carpalen en intrinsieke ligamenten:
- lig scapholunatum
- lig luno triquetrum
- mobieler
- Hier hecht geen enkele spier aan
- past zich aan aan de bewegingen van de distale rij
os scaphoideum
- de neiging om in flexie en pronatiestand te staan
- os triquetrum en lunatum eerder naar extensie en supinatie
Dorsaalflexie os scaphoideum en os lunatum
os scaphoideum: naar extensie en supinatie
os lunatum: naar extensie en pronatie
> gap aan palmaire zijde en vernauwing aan dorsale zijde
maar scapholunaire ligament houdt dit tegen
radiale deviatie
os scaphoideum: flexie en pronatie
lunatum en triquetrum: extensie en supinatie
> bij deze beweging beweegt proximale rij tov distale
ulnaire deviatie
os scaphoideum: extensie en supinatie
lunatum en triquetrum: flexie en pronatie
vermoeden van Scapholunaire scheur
RX
krachtige vuist, of radiale deviatie
dart throwing motion vlak
radiale extensie en ulnaire flexie
> meest natuurlijk
- vindt vooral plaats in midcarpale gewricht
- minder uitgesproken flexie en extensie van proximale rij > stabiliteit
extensor carpi radialis longus en flexor carpi ulnaris
belangrijke stabilisatoren van scapholunaire gewricht
> actief tijdens dart throwing motion
mm. interossei palmares en dorsales
- openen en sluiten van vingers
- grijpen en loslaten
- helpen bij flexie van MCP gewricht door proximaal verloop
- extensie DIP en PIP
- geënerveerd door n. ulnaris
- oorzaak van klauwhanden
mm. lumbricales
- vertrekken vanaf pezen flexor digitorum profundus
- 1 en 2: n. medianus
- 3 en 4: n. ulnaris
- coördinerende rol&
quadrigafenomeen
sterke verbindingen tussen verschillende spierbuiken en pezen van flexor digitorum profundus
> vingers niet of moeilijk afzonderlijk bewegen
chiasme van Camper
knoopsgatfenomeen
profundus door superficialis
pulleys
zorgen voor optimale krachtsontwikkeling
- belangrijkste zijn A2 en A4
- deze structuren kunnen aanleiding geven tot springvingers
bowstringing
- wanneer een pulley scheurt
- weg van minste weerstand
- handknijpkracht neemt af
wat loopt in carpale tunnel
- pees flexor pollicis longus
- pezen flexor digitorum profundus
- pezen flexor digitorum superficialis
- n. medianus
kanaal van Guyon
- hamulus Ossis hamatum, pisiforme en lig transversum carpi
- a.N. ulnaris
traumatische artritis
- na contusie of fractuur
rhizartrose
CMC1
aandoening lig scapholunatum
- toegenomen SL-jointplay
- positieve Watson test: van ulnaire naar radiale deviatie met druk op scaphoideum
- correcte polspositie aanleren
De Quervain
tenosynovitis/tenovaginitis of tendinopathie
- repetitieve ulnaire deviatie en adductie
- test van Finkelstein is provocatief
- differentiaal diagnose met intersectiesyndroom (proximaal van tuberculum van Lister)
- correct gebruik van de duim of pols aanleren