AFPF casus 7

Type I-allergie

Onmiddellijk type allergie die snel na contact met een allergeen optreedt, zoals hooikoorts en galbulten.

Anafylactische shock

Ernstige allergische reactie met vasodilatatie en lage bloeddruk, behandeld met adrenaline.

Type II-allergie

Cytotoxische allergie die celvernietiging bevordert door fagocytose, vaak bij bloedtransfusies.

Type III-allergie

Immuuncomplexallergie die ontsteking en weefselbeschadiging veroorzaakt door ophopingen van immuuncomplexen.

Type VI-allergie

Vertraagd type allergie die 48-72 uur na blootstelling optreedt, veroorzaakt door T-lymfocyten.

Auto-immuunziekten

Aandoeningen waarbij het immuunsysteem antistoffen tegen eigen weefsel aanmaakt.

Immuundeficiëntie

Tekortkoming van het afweersysteem, kan aangeboren of verworven zijn.

Verworven immuundeficiëntie

Ontstaat door factoren zoals immunosuppressiva, radioactieve straling, of hiv-infectie.

Hiv-infectie

Infectie door het humaan immunodeficiëntievirus, dat T-helpercellen aanvalt.

Risicogroepen voor hiv

Personen met onveilige seks, gebruik van vuile naalden, en zorgprofessionals.

Etiologie van hiv

Overdracht via bloed, sperma, weefsel, vaginaal vocht en moedermelk.

Pathofysiologie van hiv

Virus dringt gastheercellen binnen, vermenigvuldigt zich en leidt tot afname van T-helpercellen.

Symptomen van hiv

Drie fasen, waaronder acuut retroviraal syndroom en aids met opportunistische infecties.

Diagnostiek van hiv

Antistoftest die na 3 maanden betrouwbaar is, inclusief testen voor hiv type 1 of 2.

Behandeling van hiv

Combinatie van antiretrovirale geneesmiddelen of CART.

Complicaties van hiv

Opportunistische infecties en bijwerkingen van geneesmiddelen.

Preventie van hiv

PEP, PrEP, veilige seks en geen gebruik van vuile naalden.

Candida albicans

Schimmel die aandoeningen zoals spruw en vulvo-vaginale candidiasis kan veroorzaken.

Risico van schimmelinfecties

Vooral gevaarlijk voor zorgvragers met immuundeficiëntie, zoals bij cystostatica of hiv.

Coronavirussen

Groep virussen die aandoeningen zoals COVID-19 en verkoudheid veroorzaken.

Hepatitis B- en C-virus

Virussen die leverontsteking (hepatitis) veroorzaken.

Herpesvirussen

Groep virussen die verschillende aandoeningen zoals koortslip en waterpokken veroorzaken.

Humaanimmunodeficiëntievirus  

Hiv  

Aids  

 

Humaan papillomavirussen (HPV)  

Wratten  

Genitale wratten  

Cervixcarcinoom  

Peniscarcinoom  

Influenzavirussen  

Influenza  

Norovirus 

Gastro-entritis 

Rhinovirus  

Verkoudheid  

Rotavirus  

Gastro-entritis  

Artrose

Aandoening gekenmerkt door schade aan het kraakbeen, vaak in heup, knie of duim.

Risicofactoren voor artrose

Leeftijd (40+), vrouw, obesitas, erfelijkheid, trauma en zware belasting.

pathofysiologie van artrose

Er wordt meer kraakbeen afgebroken dan aangemaakt, minder kraakbeen = botten tegen elkaar aan.

Symptomen artrose

Gewrichtsklachten, stijf, pijn, minder mobiel en zwelling

Behandelin

VAI, bewegen, NSAID’s, corticosteroïden injectie en prothese

Reumatoïde artritis

Auto-immuunziekte die ontsteking van gewrichten en mogelijk andere organen veroorzaakt.

Symptomen reumatoïde artritis

Algemeen, bewegingsapparaat en orgaanstelsel

Verschil tussen artrose en reumatoïde artritis

Artrose betreft kraakbeenafbraak, terwijl reumatoïde artritis een auto-immuunreactie is.