Geschiedenis van de Middeleeuwen

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/328

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

329 Terms

1
New cards

Tetrarchie

een staatsvorm ingevoerd door keizer Diocletianus in het late Romeinse Rijk waarbij de macht verdeeld werd onder 4 personen: 2 caesars en 2 augustus'. De caesar had minder macht dan een augustus, maar was wel diens opvolger.

2
New cards

prefectuur

een ambtsgebied in de Late Oudheid

3
New cards

civitates

verwees in de Oudheid, binnen de bestuursorganisatie van het Romeinse Rijk, naar zowel een vorm van burgerschap als een administratief gebied.

4
New cards

curia

de lokale stadsraad in de Late Oudheid waarin de lokale elites of curiales zetelde.

5
New cards

curiales

lokale elites die zetelden in de lokale stadsraad of curia. Deze curiales ondernamen pogingen om meer respectabiliteit & sociale mobiliteit te verkrijgen door het publieke leven in de stad te financieren uit eigen zak, tempels te bouwen, activiteiten te organiseren, etc. Curiales waren ook verantwoordelijke voor de inning van de staatsbelastingen, de rechtspraak en onderhoud van de publieke infrastructuur, monumenten, vervoer en de postdienst. Hun macht verzwakte in de 5de eeuw door de opkomst van het christendom dat tegen heidense luxe was en afkering had voor deze curiales, dus deze functie werd steeds minder aantrekkelijk om te bekleden

6
New cards

limes

verdedigingssysteem van de Late Oudheid bestaande uit gebieden met daarrond een systeem van verdedigingstorens

7
New cards

foederati

barbaarse volkeren die in de 4de en 5de eeuw het Romeinse keizerrijk hielpen verdedigen tegen binnenvallende legers. Zij hadden een verdrag of foedera met het keizerrijk waarbij men toelating had zich ergens te vestigen rond de grens als bufferzone

8
New cards

comitates

volgelingen van een Germaanse leider die gebonden waren aan deze leider door een eed van trouw

9
New cards

gefolgschaft

de groep gewapende volgelingen van een barbaarse krijgsheer

10
New cards

chiefdom

bestond uit een leider en zijn gefolgschaft. Deze leider kon zijn volgelingen aan zich binden door hen bescherming en een deel van de buit te bieden. Deze waren vooral te vinden in het noorden

11
New cards

res publica

bezit van de staat. In de middeleeuwen was dit persoonlijker, vb. de koning als eigenaar van een gebied dat hij beheerste.Men probeerde dit Romeinse idee opnieuw in te voeren in de Karolingische periode. Met andere woorden het creëren van een gecentraliseerde staat waarin alle macht bij de vorst lang en niet versnipperd lag. Dit bleef echter een idee.

12
New cards

barbaren

de term barbaren werd gebruikt voor iedereen die geen Romeins burgerschap had. Barbaren in het noorden waren sedentair-agrarisch en leefden in kleine permanente nederzettingen, waarbij de nadruk vooral lag op veeteelt. Ze kunnen ingedeeld worden in 3 grote cultuur: Kelten, Germanen & Slaven. Barbaren in het oosten waren Indo-Europese die een nomadische levensstijl hadden zoals de Hunnen.

13
New cards

(Visi-)Goten

'visi' betekent westen, daar het de Goten waren die naar het Westen trokken. De Goten waren afkomstig uit Oost-Europa en waren mogelijks omwille van de komst van de Hunnen in 375 gemigreerd van Tracië naar het Oost-Romeinse Rijk. De Romeinen lieten de Goten integreren in hun rijk, maar al gauw zouden ze voor problemen beginnen zorgen in de regio rondom Constantinopel. Hierdoor werden ze verplaats naar de balkan, waar ze tot op het einde van de 4de eeuw actief waren als foederati. In 410 wordt Rome geplunderd door de Gotische leider, Alarik. Na de plunderingen in Italië vestigden ze zich in Aquitanië en in het noorden van het Iberisch schiereiland.

14
New cards

Vandalen

oostelijke Germanen. Deze migreerden samen met de Sueben en Alanen in 406 naar de Rijn, waar ze een confederatie zouden vormen. Ze maakten gebruik van de dichtgevroren Rijn om zo de natuurlijke grens van het West-Romeinse Rijk te kunnen oversteken met plundertochten in de richting van het Iberisch schiereiland als doel. In de 5de eeuw trekken zij zuidwaarts van het Iberisch schiereiland naar Noord-Afrika eeuw om zich daar te vestigen. In 533 veroverde het Oost-Romeinse Rijk onder Justianus het gebied terug op de Vandalen.

15
New cards

Sueben

Deze migreerden samen met de Vandalen en Alanen in 406 naar de Rijn, waar ze een confederatie zouden vormen. Ze maakten gebruik van de dichtgevroren Rijn om zo de natuurlijke grens van het West-Romeinse Rijk te kunnen oversteken met plundertochten in de richting van het Iberisch schiereiland als doel. Ze worden uiteindelijk overwonnen door de Visigoten.

16
New cards

Alanen

(Alemannen) uit Zuid-West Duitsland. Deze migreerden samen met de Sueben en Vandalen in 406 naar de Rijn, waar ze een confederatie zouden vormen. Ze maakten gebruik van de dichtgevroren Rijn om zo de natuurlijke grens van het West-Romeinse Rijk te kunnen oversteken met plundertochten in de richting van het Iberisch schiereiland als doel.

In de 5de eeuw trekken zij zuidwaarts van het Iberisch schiereiland naar Noord-Afrika eeuw om zich daar te vestigen.

17
New cards

Burgundoines

kwamen, net als de Vandalen, uit Centraal-Europa. Zij migreerden en vestigden zich echter in het begin van de 5de eeuw in het Midden Rijngebied aan de grens van het West-Romeinse Rijk. De Burgundoines kwamen daar echter in confrontatie met de Hunnen. De gebeurtenis die via orale overlevering tot het Niebelungenlied gegroeid is in 1200.

18
New cards

Niebelungenlied

de confrontatie tussen de Burgundoines en de Hunnen in de 5de eeuw. Deze is via orale overlevering gegroeid tot het Niebelungenlied in 1200.

19
New cards

Franken

kwamen oorspronkelijk uit onze gewesten. Ze waren actief als foederati waardoor er een geleidelijke boerenkolonisatie kon plaatsvinden. Zij waren een volk dat uit meerdere clans bestond. Het waren onder andere deze Franken die een sterk regerende dynastie hadden neergezet die een grote invloed had in de vroege middeleeuwen. Zo breidde de Frankische koning Clovis het rijk enorm uit. Daarnaast was Clovis ook één van de eerste die zich liet bekeren tot het christendom.

20
New cards

Allemannen

kwamen oorspronkelijk uit het gebied ten noorden van de Rijn. Ze waren eerst actief als foederati waardoor er een geleidelijke boerenkolonisatie plaatsvond

21
New cards

Salische Franken

een afsplitsing van de Franken in de 3de eeuw

22
New cards

Angelen en Saksen

migreerde vanaf het begin van de 5de eeuw geleidelijk uit Zuid-Scandinavië en Noord-Duitsland naar Groot-Brittannië. Daar werden ze met open armen ontvangen door de Romano-Britten aangezien er nood was aan een federatie tegen de Schotten en Ieren. Door vermenging met de Romano-Britten romaniseerden de Angelen en Saksen zich geleidelijk en namen uiteindelijk de overhand op het Britse eiland. Nadat zij de macht hadden overgenomen, werden er ongeveer 7 koninkrijken opgericht.

23
New cards

Hunnen

in het midden van de 5de eeuw kwam Atilla de Hun aan de macht van de Hunnen. Hij slaagde erin van de Hunnen een gevreesd volk te maken. Ze chanteerde ondermeer het Oost-Romeinse Rijk voor tribuutbetalingen en leverden occasioneel diensten als foederati voor het West-Romeinse Rijk

24
New cards

Ostrogoten

waren een pion van het Oost-Romeinse Rijk, maar richtten een Ostrogotisch koninkrijk op in het noorden van Italië en zagen zichzelf als voortzetters van het West-Romeinse Rijk. Het Oost-Romeinse Rijk verloor door de Ostrogoten de controle over Italië waardoor tussen 535 en 552 de Gotische Oorlogen plaatsvonden tegen keizer Justinianus. Zij stonden onder leiding van Theodorik (492 - 526) die was aangesteld, om de orde te handhaven in Italië, door het Oost-Romeinse Rijk.

25
New cards

Langobarden

hadden een interessante rechtstractie met een eigen sociale hiërarchie waarin de vrouw zelfstandig was. Er was echter wel 1 probleem: de Langobarden werden namelijk gezien als inferieur, aangezien ze een ketterse variant van het christendom aanbaden: het arianisme. Het gebied van de Langobarden werd rond 774 veroverd door de Franken.

26
New cards

Concilie v. Nicea (325)

besluit om verschillende patriarchaten op te richten (vb. Jeruzalem, Alexandrië,...), deze staan allen op gelijke voet.

27
New cards

heresia

ketterij -> hebben meningsverschillen over de orthodoxie (inhoud van de christelijke leer)

-> daaruit verschillende discussies over katholieke dogma's (bv. heilige Drievuldigheid of zuiverheid/vrije wil van spirituele elite)

28
New cards

Monofysieten

zien christendom enkel als goddelijke natie. (aard van christus = goddelijk)

29
New cards

Nestorianen

zien christendom enkel als menselijke natie. (christus = menselijk)

30
New cards

arianisme

zowel Jezus als de Heilige Geest worden gezien als scheppingen van God, die ondergeschikt zijn. Jezus is hierbij alleen ondergeschikt aan God, terwijl de Heilige Geest ondergeschikt is aan zowel Jezus als God. De Langobarden waren aanhangers van deze ketterse ideologie.

31
New cards

pelegianisme

het geloof dat iedereen een vrije wil heeft en de keuze tussen goed en kwaad kan maken, dus kiezen voor het christendom ofwel de verwerping ervan.

32
New cards

donatisme

een stroming in het vroege christendom met de ideologie dat het christendom alleen maar was voor degenen die smetteloos waren. Deze zuivere gelovigen waren diegene die onder de vervolging van Diocletianus hun geloof niet hadden verloochend. Dit impliceert dat de kerk voorbestemd is voor een elite wat het tegenovergesteld is van het universalisme van de kerk.

33
New cards

Vetus Latina

verzamelnaam voor Latijnse Bijbelvertalingen die ontstaan zijn, voordat de Vulgaat, de Latijnse Bijbelvertaling door Hiëronymus, de standaardbijbel werd voor de Latijn sprekende westerse christenen. Vetus Latina betekent Oud Latijn. De Vetus Latina wordt ook wel de Oud-Latijnse Bijbel genoemd.

34
New cards

Vulgata

een belangrijke Bijbelvertaling in het Latijn, die tussen 390 en 405 door Hiëronymus in werd gemaakt.

35
New cards

Adelskirche/eigenkerken

veel edelen stichtten in de vroege middeleeuwen een eigen kerk voor hun zielenheil. Dit zijn kerken die geen bezit waren van de kerk maar die deel waren van het familiepatrimonium van de oprichter. Deze kerken werden niet alleen opgericht voor de zielenheil van de heer, maar ook om diens familiaal bezit te verzekeren om overtollige kinderen daar in de clerus te laten gaan om een versnippering van grond tegen te gaan.

36
New cards

tienden

de kerk verwierf o.a. inkomsten via tienden. Dit was een percentage van de oogst van de akker dat aan de kerk werd afgestaan. Het percentage was echter niet altijd 10% en verschilde van regio tot regio.

37
New cards

privilegium fori

het recht van alle geestelijken om berecht te worden in een kerkelijke rechtbank

38
New cards

privilegium immunitatis

het recht dat alle geestelijken vrijgesteld werden van dienstplicht en wereldlijke belastingen

39
New cards

metropolitanen

bij bisschoppen die gevestigd waren in grote steden, waardoor ze meer prestige hadden dan andere bisschoppen. Na verloop van tijd verdwenen metropolitanen en vestigden de aartsbisschoppen zich in grote steden.

40
New cards

vergadercultuur

een belangrijk aspect van de kerkelijke organisatie. Deze droeg bij aan de eenheid van de kerk. Zo vonden er doorheen de geschiedenis meerde concilies en synodes plaats. Daarnaast waren sommige vergaderingen ook oecumenisch wat wil zeggen dat de vergaderingen waren tussen vertegenwoordigers van verschillende regio's.

41
New cards

eremitisme

een stroming binnen het christendom waarbij monniken zich van de samenleving afzonderen en leven zoals kluizenaars. Een eremiet is dus een religieuze man of vrouw die in afzondering leeft buiten de bewoonde wereld.

42
New cards

cenobitisme

het leven in een georganiseerde gemeenschap als monnik

43
New cards

peregrinatio

houdt in dat een monnik op bedevaart moest gaan door het landschap en daar de meest extreme omstandigheden moest gaan opzoeken. Dit rondzwerven werd ook gecombineerd met het verspreiden van het christendom.

44
New cards

stabilitas loci

uit de kloosterregels van Sint Benedictus; het gebonden zijn aan een bepaald klooster

45
New cards

ora et labora

uit de kloosterregels van Sint Benedictus dat zegt dat een monnik moest bidden en werken

46
New cards

apostolische opdracht

tijdens de vroege christianisering waren er meerdere fasen en golven. Het christendom was een universele godsdienst die voor iedereen is. Om deze reden werd het christelijke geloof gepredikt en verspreid

47
New cards

elitebekering (496 Clovis)

Clovis was de eerste Germaanse vorst die ervoor koos om zich te bekeren tot het christendom. Na hem legden missionarissen verbanden met de heersende elite van Germaanse stammen en bekeerde ze tot het christendom. De rest van de bevolking volgden hun leiders en bekeerden zich ook tot het christendom.

48
New cards

syncretisme

de vermenging van meerdere religieuze tradities. Het christendom had zich zo ontwikkeld door het combineren van diverse mengvormen. Zo werden Germaanse, Romeinse, Keltische, etc... tradities met elkaar vermengd. Mensen behielden hun heidense tradities na het bekeren tot het christendom. Zo zijn er nog steeds grafgiften teruggevonden in de graven van christenen. Dit was een dubbele verzekering.

49
New cards

Sol Invictus

de officiële zonnegod van het latere Romeinse Rijk. Constantijn de Grote liet voor zijn bekering tot het christendom munten slaan met de afbeelding van Sol Invictus en liet per decreet de dag van de zon tot de officiële Romeinse rustdag uitroepen. Dit is een voorbeeld van syncretisme.

50
New cards

caeseropapisme

een staatsvorm waarbij de wereldlijke leider ook de geestelijke leider is en de wereldlijke macht ingrijpt in de geestelijke rechten van de Kerk

51
New cards

hiërocratie

verdedigd door Ambrosius; een ideologie die zegt dat de hoogste autoriteit niet bij de wereldlijke maar bij de geestelijke macht ligt

52
New cards

Patrimonium Sancti Petri

de erkenning van de voorloper van Vaticaanstad-> 8e eeuse alliantie tussen Frankische rijk (Pepijn de Korte) en de paus => afspraak: bieden Franken bescherming en kronen tot heilige vorst in ruil van pauselijke gebieden waarover paus beide religieuze en wereldlijke macht over heeft

53
New cards

diaconie

een dienst aan mensen die door christenen wordt verricht uit liefde tot God

54
New cards

concilie/synode

de vergadering van bisschoppen in de christelijke kerk, bevoegd in zaken betreffende de dogma's. In de vroege middeleeuwen werden er ook oecumenische concilies gehouden voor de gehele christenheid en op regionaal niveau. Ze werden meestal bijeengeroepen en voorgezeten door lekenheersers

55
New cards

oecumenisch

het streven naar toenadering tussen de verschillende christelijke kerken in de vroege middeleeuwen

56
New cards

patronage

een sociaal ongelijke betrekking waarbij de hogergeplaatste of patroon gunsten verlengde aan een lagergeplaatste of client in ruil voor eerbetoon, trouw of diensten

57
New cards

hagiografie

een bibliografie van een heilige

58
New cards

renovatio imperii

na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 ontstond in het Oost-Romeinse Rijk de renovatio-gedachte, waarbij men probeerde het Romeinse Rijk terug in haar volle glorie te herstellen. Ze waren echter niet in staat om het Rijk terug tot 1 geheel te maken aangezien het na een tijd zelf in de problemen geraakte.

59
New cards

corpus iuris civilis

er was een juridische basis nodig om het rijk onder controle te houden en één te houden. Daarom vaardigde keizer Justinianus de Corpus iuris civilis uit. Dit was een burgerlijk wetboek dat in het Latijn was geschreven. Deze had weinig impact in het Byzantijnse Rijk, sinds ze hier Grieks spraken, maar wel een impact in het Westen waar het gebruikt werd voor staatsvorming.

60
New cards

iconoclasme

het verzet tegen de verering van iconen, waarbij om ideologische redenen beelden vernietigd of verwijderd worden

61
New cards

Mare Nostrum

de Romeinse aanduiding voor de Middellandse Zee, die na gebiedsuitbreiding door keizer Augustus de 'binnenzee' geworden was

62
New cards

Islam

betekent letterlijk de onderwerping aan Allah

63
New cards

Koran

het heilige boek van de Islam. De Koran wordt gezien als het woord van God dat Mohammed op aarde heeft openbaart. Het is geschreven in het Arabisch en is verdeeld in 114 soera's.

64
New cards

sharia

het wetboek voor alle moslims. Overal in het kalifaat gold dus dezelfde wetgeving, een gegeven dat voor samenhorigheid zorgde.

65
New cards

orthopraxie

het correct uitoefenen van algemeen geldende regels en opvattingen. Dit is een belangrijk gegeven in de Islam. Het houdt dus in dat gedrag belangrijker is en ook precies is neergeschreven in de Islam.

66
New cards

sura

hoofdstuk in de Koran

67
New cards

sira

een reeks teksten met biografieën van de profeet.

68
New cards

hadith

teksten die praktische organisatie binnen de Islam moesten toelichten.

69
New cards

soenna

een van de vier bronnen van het islamitische recht, de samenstelling van de hadith & de sira.

70
New cards

Dar-al Islam

letterlijk het huis van de Islam

71
New cards

dhimmi

een jood of christen die onder dwang het oppergezag en de superioriteit van de islam herkent.

72
New cards

ramadan

9de maand in de islamitische jaarkalender. Tijdens die maand vasten moslims tussen ochtendschemering en zonsondergang. 'Vasten' betekent hier: geen eten, drinken of seks.

73
New cards

sjieten

shi at Ali; kozen in de opvolgingscrisis na de dood van Mohammed partij voor Ali, de neef van Mohammed. Onderling zijn ze ook nog verdeeld in andere varianten zoals de Twaalfvers/Jafari en de Zeveners/Ismaili

74
New cards

Jafari

een variant binnen het sjiisme die zeiden dat er na Ali nog 11 andere imams waren

75
New cards

Ismaili

een variant binnen het sjiisme die in totaal maar 7 imams erkennen

76
New cards

kalifaat

een staat die geregeerd wordt door een kalief/ opvolger van de islamitische profeet Mohammed. Een kalief bevat zowel seculaire als wereldlijke macht.

77
New cards

scabini

mensen uit opkomende aristocratische lagen die de functie kregen om recht uit te spreken

78
New cards

weergeld

de soms geld om een vete te stoppen wat evenveel was als de soms geld die men plakte op het hoofd van een weerbare, vrije man. In de 4de en 5de eeuw waren er standaard vrije lieden onder een chief.

79
New cards

vrije weerbaren

speelden in de late oudheid en vroege middeleeuwen een zeer belangrijke rol in de maatschappij. Ze hadden dienstplicht en deden aan rechtspraak. Na verloop van tijd verwaterde de dienstplicht door militaire specialisatie. De edelen specialiseerden zich in oorlogsvoering, werden beroepssoldaten en namen zo de militaire rol van weerbaren. Door de degradatie van de vrije weerbaren ontstonden er 3 standen: de bellatori (degenen die strijden), de oratori (degenen die bidden) en de laboratori (degenen die werken).

80
New cards

horigheid

de verzamelterm voor uiteenlopende vormen van juridische onvrijheid van boeren. Horigen waren gebonden aan de grond op een domein of landgoed, die zij veelal in erfelijk bezit hadden. In ruil stonden ze een deel van de opbrengst af aan de domeinheer en waren ze verplicht tot arbeidsdiensten. De domeinheer oefende ook (lagere) rechtsmacht uit over de horigen op zijn gronddomein.

81
New cards

domaniaal stelsel

hofstelsel; een exploitatiesysteem van grote landgoederen gebaseerd op arbeidsdiensten en leveringen in natura door horigen of onvrije boeren aan de landsheer. De hoven heetten op het continent villae.

82
New cards

grondheerlijkheid

een heerlijkheid die in handen was van een grondheer of grootgrondbezitter. Het was onderdeel van het hofstelsel

83
New cards

domeinen/vroonhoven

de hoeve van een landsheer, van waaruit de omringende landbouwgronden werden geëxploiteerd, gedeeltelijk met horige boeren volgens het systeem van het hofstelsel.

84
New cards

villae

een landdomein bestaande uit boerderij- en woongebouwen binnen het hofstelsel

85
New cards

saalland/herenland

de grond van de domeinheer binnen het hofstelsel

86
New cards

hoevenland

de omliggende grond van de domeinheer die door halfvrije of horige boeren werd bewoond of bewerkt

87
New cards

surplusextractie

de horige moet verschillende diensten aanbieden aan de heer. Typisch hierin is dat er geen herinvestering van de overschotten is, want de horige staat dit af aan de heer

88
New cards

polyptieken

documenten gevonden over Karolingische abdijen. De enige bronnen die tot nu toe gevonden zijn gaan over de organisatie van een domein, dit doordat de clerici toen de enigen waren die dingen neerschreven

89
New cards

denarii

een zilveren munt die in de 7de eeuw werd ingevoerd in Europa voor regionale handel

90
New cards

Rossmen

zeelieden binnen de Vikingen

91
New cards

renovatio imperium romanorum

de intentie om het Romeinse Rijk te herstellen of te doen herleven. Onder meer Karel de Grote was een aanhanger van deze gedachte.

92
New cards

vadsige koningen

alle Frankische koningen die de aspecten van het regeren overlieten aan hofmeiers. De koning deed met andere woorden niets meer. Deze term wordt gebruikt om te verwijzen naar de Merovingische koningen.

93
New cards

Vita Karoli

de biografie van Karel de Grote die geschreven werd door Einhard

94
New cards

Karolingische Minuskel

het Karolingische lettertype

95
New cards

capitularia

de schriftelijke koninklijke verordeningen waarmee Karel de Grote en zijn opvolgers de wetgeving bekendmaakten. Dit werd gebruikt vanaf het begin van de 8ste eeuw tot het einde van de 9de eeuw en verspreid werden over heel het Karolingische Rijk.

96
New cards

vazal

een ondergeschikte in een feodaal contract, gehouden aan loyale raad en daad voor zijn heer, in ruil voor diens bescherming en inkomen

97
New cards

feodo-vazallistische verhouding

een contractuele, asymmetrische verhouding tussen vrije personen van ongelijke status, heer en vazal genoemd, waarbij politieke en militaire steun werden uitgewisseld tegen bescherming en onderhoud in de vorm van een geldbedrag of een leen

98
New cards

feodale samenleving

een middeleeuwse samenleving kan feodaal zijn en worden genoemd wanneer en voor zover feodo-vazallistische verhoudingen toegepast worden op cruciale sectoren zoals openbaar bestuur, landsverdediging en de verdeling van aristocratisch grondbezit. Vanaf de 12de eeuw is deze omschrijving van toepassing voor grote delen van West-Europa, zij het uitsluitend binnen de elite.

99
New cards

vazalliteit

een vassus was een hofpersoneelslid uit de Merovingische periode die echter onder de Karolingen een dienstrelatie aanging met de keizer en zo belangrijke uitvoerders werden van het vorstelijke gezag.

De relatie tussen leenheer en leenmaan had niks te maken met horigheid. Beide groepen waren vrije juridische gelijken, enkel op vlak van politieke en socio-economische macht verschilden ze van macht.

Deze relatie is dus voorwaardelijk en verbreekbaar.

100
New cards

homagium

een ceremonie uit de middeleeuwse feodaliteit waarbij de vazal zich door een ritueel publiekelijk als man van zijn heer presenteerde