Kaarten: Nederlands hoofdstuk 10: Sport | Quizlet

Transfer

Een overgang van een teamsporten naar een andere club

Penalty

Een vrije trap die wordt toegekend wanneer een voetballer van de tegenpartij een overtreding begaat in het strafschopgebied

Schwalbe

Val na een zogenaamde overtreding, waak in het strafschopgebied;

Tifo

supportersshow om het team te steunen

Derby

Een wedstrijd tussen twee clubs uit dezelfde stad, regio of provincie

Poule

Een competitievorm waarbij meer dan twee teams of spelers tegen elkaar strijden, meestal in hele of halve competitierondes

Nepprofeet

Een speler die net zijn professionele carrière is begonnen

Wildcard

door de organisator verleende toegang tot een evenement aan iemand die zich daarvoor niet geplaatst heeft

Criterium

Set van regels of voorwaarden die gebruikt worden om een beslissing te maken

Voorjaarsklassieker

Een wedstrijd tussen twee historische rivaalclubs

Wattage

al trappend een hoog vermogen leveren

Wisselslag

Een wedstrijddiscipline waarbij een zwemmer een afstand aflegt in de opeenvolging van vier verschillende slagen

Marathon

Een langeafstandswedstrijd (verwijst naar Griekse stad Marathon)

Haas

iemand die voor een stukje van de wedstrijd heel snel loopt om de anderen te helpen sneller te rennen. Daarna stopt hij en loopt niet meer mee.

Manches

Een gedeelte van een sportwedstrijd

Ippon

vol punt

Tatami

oefenmat (voor vechtsporten)

Grandslamtornooi

Een van de vier belangrijkste jaarlijks gehouden toernooien

Lovegame

Een speler wint een game zonder dat de tegenstander een punt heeft gemaakt

Ace

In 1 slag gewonnen punt in tennis

Regatta

roeiwedstrijd, zeilwedstrijd

Skiffnummer

Hoe een roeiboot is

Pitstop

Een stop tijdens een race, meestak in motorsport, waarbij een team de auto bij de pitbox verzorgt

Slopestyle

afdaling met obstakels

Dunk

Spektaculaire manier om een doelpunt te maken (basketbal)

Puck

puck (ijshockeyschijf)