1/29
570 - 600
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
la voie de recours ordinaire
(het) gewoon rechtsmiddel
l'abus de droit (m)
(het) rechtsmisbruik
l'objet de droit (m)
(het) rechtsobject
le justiciable
(de) rechtsonderhorige
l'ordre (m) juridique
(de) rechtsorde
la personne morale
(de) rechtspersoon
la personnalité juridique / morale
(de) rechtspersoonlijkheid
l'administration (f) de la justice
(de) rechtspleging (algemeen)
la procédure
(de) rechtspleging (in de zin van rechtsgang)
la jurisprudence
(de) rechtspraak
juger / dire le droit / statuer / rendre la justice
rechtspreken
la règle de droit
(de) rechtsregel
la règle de droit d'ordre public
(de) rechtsregel van openbare orde
la règle de droit impérative
(de) rechtsregel van dwingend recht
le sujet juridique
(het) rechtssubject
l'État (m) de droit
(de) rechtsstaat
la branche du droit
(de) rechtstak
le rapport juridique
(de) rechtsverhouding (algemeen)
le lien d'instance
(de) rechtsverhouding (processueel)
l'action (f) / la demande en justice
(de) rechtsvordering
ipso jure
(van) rechtswege
le déni de justice
(de) rechtsweigering
le justiciable
(de) rechtszoekende
la justice
(de) rechtvaardigheid
le référendaire
(de) referendaris
le gouvernement
(de) regering
les droits d'enregistrement
(de) registratierechten
le droit de rétention
(het) retentierecht
la directive
(de) richtlijn
le rôle
(de) rol